Sopwith Camel
Sopwith Camel | ||||
---|---|---|---|---|
Algemeen | ||||
Rol | Jachtvliegtuig en verkenner | |||
Bemanning | 1 | |||
Varianten | F.1, 2F.1, 'Comic' Night Fighter, F.1/1, T.F.1 | |||
Status | ||||
Gebruik | Zie tekst | |||
Afmetingen | ||||
Lengte | 5,71 m | |||
Hoogte | 2,59 m | |||
Spanwijdte | 8,53 m | |||
Vleugeloppervlak | 21,46 m² | |||
Gewicht | ||||
Leeggewicht | 420 kg | |||
Max. gewicht | 660 kg | |||
Krachtbron | ||||
Motor(en) | 1 x Clerget 9B 9-cilinder Rotatiemotor | |||
Vermogen | 97 kW | |||
Prestaties | ||||
Topsnelheid | 185 km/u | |||
Klimsnelheid | 5,5 m/s | |||
Actieradius | 485 km | |||
Dienstplafond | 6400 m | |||
Bewapening | ||||
Boordgeschut | 2×7.7 mm Vickers mitrailleurs | |||
Bommen | 2×22,5 kg | |||
|
De Sopwith Camel Scout was een Brits eenpersoons jachtvliegtuig uit de Eerste Wereldoorlog, beroemd om zijn wendbaarheid. Het werd geproduceerd door de Sopwith Aviation Company.
Geschiedenis
Aanvankelijk bedoeld als de vervanger van de Sopwith Pup vloog het eerste prototype in december 1916. De kap over de twee 7.7 mm Vickers mitrailleurs zorgde voor een bult vóór de cockpit, waardoor hij de naam Camel kreeg. (Engels voor kameel) De Camel werd in juni 1917 in service genomen en er werden naar schatting 5500 Camels geproduceerd.
In tegenstelling tot de Pup en de Sopwith Driedekker was de Camel niet comfortabel om te vliegen. Het toestel had een sterk gyroscopisch effect door de rotatiemotor en was daardoor erg gevaarlijk als lestoestel. Hij kon door dit effect scherp naar rechts draaien (waarbij de neus naar beneden drukte), maar traag naar links (met de neus naar boven drukkend). Bij het opstijgen crashten veel toestellen vanwege het verschoven zwaartepunt van de Camel door de volle brandstoftank en ook de landing ging vaak mis. Hierdoor moest het roer altijd naar links worden ingedrukt bij het draaien. Het overtrekken van de Camel resulteerde direct in een heftige spin.
In de handen van behendige piloten bleek de Sopwith Camel echter één van de beste geallieerde vliegtuigen uit de Eerste Wereldoorlog. Samen met de SE5a konden de Britten met dit toestel luchtoverwicht bereiken ten koste van de Albatros scouts. De Sopwith Camel haalde 1294 vijandelijke toestellen neer, meer dan enig andere geallieerde verkenner.
De meest succesvolle Camel was die van Majoor William Barker met het neerhalen van in totaal 46 vliegtuigen en ballonnen vanaf september 1917 tot september 1918, met in totaal 404 vlieguren. Barker hield de klok van het toestel als aandenken na het ontmantelen van het vliegtuig, ook al was hem verzocht het terug te brengen de volgende dag.
Midden 1918 was de Camel in principe overbodig geworden vanwege zijn traagheid en relatieve zwakke prestaties boven de 3500 m. De Camel bleef echter in functie tot het einde van de Eerste Wereldoorlog.
Uitvoeringen
Er zijn verschillende rotatiemotoren gebruikt voor de Camel.
- 97 kW Clerget 9B Rotary
- 104 kW Clerget 9Bf Rotary
- 82 kW Le Rhône 9J Rotary
- 112 kW Bentley BR1 Rotary
- 75 kW Gnome Monosoupape 9B-2 Rotary
- 112 kW Gnome Monosoupape 9N Rotary
Sopwith Camel F.1
- Eenzitter gevechts- en verkenningstoestel
- De belangrijkste productieversie
Sopwith Camel 2F.1
- Vliegdek variant, gevechts- en verkenningstoestel
Sopwith Camel 'Comic' Night Fighter
- Pilotenzetel naar achteren geplaatst, voornamelijk als verdedigingstoestel tegen Zeppelin-bombardementen.
F.1/1
- Kleinere vleugels.
(Loopgravenjager) T.F.1
- Experimenteel. Anti-loopgraven.
- Mitrailleurs waren naar beneden gericht.
- Zwaardere bepantsering.
Landen in dienst
- Australië (AFC)
- België (1818)
- Canada
- Estland
- Griekenland
- Letland
- Litouwen
- Nederland
- Polen
- Verenigd Koninkrijk (RAF, RFC, RNAS) (1917)
- Verenigde Staten
Trivia
Er zijn slechts zeven originele Sopwith Camels wereldwijd. Eén ervan is te vinden in de Verenigde Staten in het Aerospace Education Center in Little Rock, Arkansas, een andere in het Air Force Museum in Dayton, Ohio. Een gerestaureerd exemplaar in Europa is te vinden in het luchtvaartmuseum in Brussel.