Nederlandse Rijksbegroting
De Nederlandse Rijksbegroting bestaat uit de begrotingen waarin de verschillende ministeries aangeven hoe ze het geld, dat hen is toegemeten, willen gaan besteden. Elk jaar presenteert de minister van Financiën op Prinsjesdag de Rijksbegroting en een politieke samenvatting daarvan, de miljoenennota (ook wel: miljardennota), aan de Tweede Kamer.
Voor de miljoenennota 2009 zie hier.
Geschiedenis
De grondwetten van 1814 en 1815 kenden een tienjarige begroting. Daarvan maakte de begroting van de koloniën geen deel uit, omdat het opperbestuur daarvan aan de Koning toekwam.
Bij de herziening van de grondwet in 1840 werd de tweejarige begroting ingevoerd, in 1848 de jaarlijkse begroting. De Indische begroting wordt vanaf 1867 onderworpen aan parlementaire goedkeuring.
De eerste miljoenennota, "Nota betreffende de toestand van 's Landsfinanciën" genaamd, werd in 1906 gepresenteerd door minister De Meester. Voor die tijd werd de begroting mondeling aan de Eerste en Tweede Kamer aangeboden met een miljoenenrede.
Totstandkoming van de Rijksbegroting
Het opstellen van de begroting en de bijbehorende discussies nemen het hele jaar in beslag. De Raad van State brengt advies uit over de ontwerpbegrotingen en over de miljoenennota. De ministers geven hun reactie op het advies van de Raad van State. Al deze stukken worden bij de begrotingen en de miljoenennota gevoegd.
De minister van Financiën coördineert de voorbereiding en uitvoering van de Rijksbegroting. Hij is het parlement verantwoording verschuldigd voor die begroting. De ministerraad, alle ministers gezamenlijk, is verantwoordelijk voor het opstellen van de begroting. De afzonderlijke ministers verdedigen de begroting van hun departement in de Tweede Kamer.
De begrotingsbehandeling vindt in een vastgesteld ritme plaats na de Algemene Politieke en Financiële Beschouwingen, kort na Prinsjesdag. De Tweede Kamer heeft het recht begrotingen te wijzigen en stelt die uiteindelijk vast. Daarna gaat de begroting naar de Eerste Kamer die deze mag afkeuren of goedkeuren, maar niet meer mag wijzigen.
Inhoud van de Rijksbegroting
Rijksbegroting 2012:
- De Koning
- A: Staten-Generaal en 2B: overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten
- Algemene Zaken
- Koninkrijksrelaties
- Buitenlandse Zaken
- Veiligheid en Justitie
- Binnenlandse Zaken
- Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- A: Nationale Schuld en 9B: Financiën
- Defensie
- Infrastructuur en Milieu
- Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
- Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Rijksbegroting heeft ook nog enkele bijlagen voor bijzondere fondsen:
- A. Infrastructuurfonds
- B. Gemeentefonds
- C. Provinciefonds
- F. Diergezondheidsfonds
- H. BES-fonds
Koffertje
De Miljoenennota wordt traditiegetrouw aangeboden in een koffertje met daarop de tekst Derde dinsdag in september en het wapen van Nederland. Deze traditie is ontstaan toen in 1947 minister Lieftinck van Financiën de eerste begroting na de Tweede Wereldoorlog op een nette manier wilde presenteren aan de Tweede Kamer. Hij had het koffertje afgekeken van het Engelse Lagerhuis, waar dit al langer gebeurde. Het koffertje is sinds 1947 meermalen vervangen door een nieuwe. Overigens omvat de begroting thans veel meer papier dan er in het koffertje past, zodat het koffertje er eigenlijk alleen voor de 'show' is.