Naar inhoud springen

Fineer

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Luckas-bot (overleg | bijdragen) op 27 okt 2011 om 23:50. (r2.7.1) (Robot: toegevoegd: hr:Furnir)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Twee delen Coromandelfineer, gespiegeld

Fineer is heel dun hout, van gelijkmatige dikte. Deze dikte kan variëren van +/- 0,6 mm tot enkele millimeters. De bekendste drie soorten zijn:

  • Gezaagd fineer is de oudste vorm van fineer, waarbij fineer eerst met de hand en later machinaal werd gezaagd. Het is minder voordelig of zuinig in materiaalgebruik dan gestoken of geschild fineer omdat je op de zaagsnede hout verliest. Zagen geniet echter, met name voor dure houtsoorten, de voorkeur, omdat het hout zijn eigenschappen - dat wil zeggen, kleur, tekening en vorm - hier het beste bewaart. Om hout namelijk te kunnen steken of schillen moet je het voorbehandelen (stomen of koken) wat veranderingen in kleur en elasticiteit kan veroorzaken.
  • Snijfineer wordt ook wel edelfineer genoemd en het wordt onder andere gebruikt voor meubels en (binnen)deuren. Het lijkt dan of deze gemaakt zijn van massief hout, doordat de (vlam)tekening van het hout behouden blijft. Snijfineer wordt met name gebruikt om het materiaal een mooi en luxueus uiterlijk te geven, ook al is het op een "goedkope" ondergrond gelijmd. De boomstam wordt eerst in 4 kwarten gezaagd. Snijfineer, ook wel gestoken fineer genoemd, wordt in de gewenste dikte met een soort mes van de kwart stam afgestoken. De zo verkregen opvolgende stroken worden vervolgens gevoegd, naast elkaar samengesteld tot de gewenste breedte is bereikt.
  • Schilfineer is goedkoper dan snijfineer en het is in grotere breedtes te koop. Het wordt vooral gebruikt voor het samenstellen van plaatmaterialen als triplex, multiplex, betonplex en meubelplaat. Hierbij wordt een voorbehandelde stam in een grote draaibank geplaatst en vervolgens ronddraaiend langs een groot mes met opbeitel gevoerd, anders gezegd: geschild. Het afgeschilde fineer wordt over een grote tafel uitgespreid. Gedeelten met fouten en/of gebreken kunnen eruit gesneden worden, het fineer kan gevoegd worden tot de gewenste afmeting en het fineer kan verder verwerkt worden tot het gewenste product.

Bij dure en/of zeldzame houtsoorten kan een meubel veel goedkoper geproduceerd worden door een fineerlaag op een goedkopere ondergrond, het zogenaamde blindhout, te lijmen dan om volledig massief hout te gebruiken. Als het goed gedaan is kun je een meubel met fineer niet of nauwelijks onderscheiden van een meubel dat volledig uit massief hout bestaat. Historisch gebruik van fineer creëerde echter vaak juist effecten door verschillende fineren en houtsoorten te combineren in geometrische (parqueterie) of figuratieve patronen(marqueterie).

Hout, en met name massief hout, kan, onder invloed van een wisselende luchtvochtigheid, scheluw (scheef of krom) trekken en werken. Het gebruik van een fineer kan deze nadelen verminderen of nagenoeg doen verdwijnen. Belangrijk is hierbij wel dat de achterkant van het gefineerde vlak ook belijmd is met een fineer van dezelfde dikte. Tri- en multiplexen zijn op dit principe gebaseerd en zijn dus stabiele plaatmaterialen.

Zie de categorie Wood veneer van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.