Naar inhoud springen

Sleephopperzuiger

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Nesse200 (overleg | bijdragen) op 29 mrt 2006 om 09:20.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Sjabloon:Multiafbeelding

Een sleephopperzuiger wordt in de volksmond vaak baggerschip genoemd. Een sleephopperzuiger is een schip dat door middel van grote sterke pompen en motoren, zand, klei, slib en zelfs grind van de waterbodem kan zuigen. Een kenmerk van een sleephopperzuiger is dat deze het opgezogen materiaal op kan slaan in haar beun. Het transporteren van het materiaal gebeurt door zogenaamd hydraulisch transport. Dit betekent dat het materiaal is opgelost in water. Een sleephopperzuiger kan haar beun weer leeg maken op een aantal manieren:

  • Dumpen - Dit gebeurd door deuren in de bodem van het schip te openen waardoor de lading uit het schip valt
  • Persen - Door het materiaal in het beun weer "vloeibaar" te maken, kan het schip de lading verpersen door stalen en rubberen leidingen die aan het schip gekoppeld kunnen worden.
  • Rainbowen - Dit is hetzelfde als "persen" alleen wordt de lading hier niet door een leiding geperst maat meteen vanuit het schip op de gewenste plaats.

Nederland is een waterland en je vindt Nederlandse baggeraars dan ook over de hele wereld.

Eigenschappen

De sleephopperzuiger (Engels Trailing Suction Hopper Dredger: TSHD) wordt gekenmerkt door de volgende eigenschappen:

  • Het is een vrijvarend zee- of binnenvaartschip.
  • Het is een zelfladend en meestal zelflossend schip, eventueel voorzien van een leegpersinstallatie.

Elke sleephopperzuiger is voorzien van de volgende specifieke uitrusting (kenmerken):

  • Eén of meer achterwaarts gerichte zuigbuizen, voorzien van een sleepkop, welke tijdens het zuigproces tijdens het vooruit varen over de bodem worden gesleept.
  • Eén of meer baggerpompen voor het opzuigen en transporteren van de baggerspecie door het leidingsysteem.
  • Transportleidingen, die uitmonden in het laadruim (de hopper), waarin de opgezogen specie wordt gedeponeerd.
  • Overvloei(en) waardoor het overtollige water uit het laadruim naar overboord wordt afgevoerd.
  • Eén of meer beunen, welke meestal zijn voorzien van afsluitbare openingen in de bodem, waardoor de lading onder water kan worden gelost.
  • Zuigbuisbokken en lieren voor het positioneren van de zuigbuis.
  • Deiningscompensatoren bestemd voor het min of meer op constante spanning houden van de hijsdraad met als doel het ondereind van een zuigbuis (bij deining) met contstante druk “op de bodem” te houden.

Behalve de bovengenoemde specifieke uitrusting is vaak aanwezig:

  • Een ontgassingsinstallatie, waarmee eventueel aanwezig gas aan de gezogen baggerspecie wordt onttrokken om zodoende het zuigproces optimaal te laten verlopen.
  • Een zelfleegzuig- en walpersinrichting installatie, waarmee de baggerspecie uit het laadruim kan worden gezogen om dit via de boordleiding en een (drijvende) leiding of via een spuittromp naar een landstort te persen.
  • Een AMOB systeem, voorziening om het gezogen slibmengsel, als het te "arm" is, dat wil zeggen een te lage dichtheid heeft, direct overboord te persen in plaats van naar het laadruim (AMOB = Arm Mengsel Over Boord).

De sleephopperzuiger is een werktuig dat voornamelijk gebruikt wordt voor:

  • Het op diepte brengen en houden van waterwegen.
  • Zandleverantie ten behoeve van strandopspuitingen, landaanwinning en terreinophogingen.

Het belangrijkste toepassingsgebied is het op diepte brengen of houden van die waterwegen welke vanuit zee toegang geven tot zeehavens, terwijl het op diepte houden van havens en rivieren op de tweede plaats komt. De eigenschappen van sleephopperzuigers hebben ertoe geleid dat zij ook voor vele andere werkzaamheden kunnen worden gebruikt.

Een sleephopperzuiger is niet onbeperkt inzetbaar. Behalve factoren die de grens van de werkbaarheid bepalen kunnen dit ook andere belemmerende factoren zijn. Een aantal ervan heeft met de afmetingen te maken, in combinatie met de uit te voeren werkzamheden, zoals: Te weinig manoeuvreeruimte ten gevolge van de afmetingen.

  • Te grote zuigdiepte, ten opzichte van de lengte van de zuigbuis.
  • Te weinig waterdiepte, ten opzichte van de diepgang van de (gedeeltelijk) geladen zuiger.</gallery>