Naar inhoud springen

Discriminatie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door MrNP (overleg | bijdragen) op 2 apr 2006 om 21:51.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Discriminatie betekent letterlijk "het maken van onderscheid". De betekenis van het woord discriminatie is in maatschappelijk en juridisch opzicht echter gaan afwijken van de letterlijke betekenis. En wel in die zin, dat er nog slechts mee aangeduid wordt, dat sprake is van ongelijke behandeling van mensen, op een manier, die door de wet nader omschreven wordt in Artikel 90 quater Wetboek van Strafrecht. Dit artikel geeft een definitie van Discriminatie en luidt:

Definitie

"Onder discriminatie of discrimineren wordt verstaan elke vorm van onderscheid, elke uitsluiting, beperking of voorkeur, die ten doel heeft of ten gevolge kan hebben dat de erkenning, het genot of de uitoefening op voet van gelijkheid van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden op politiek, economisch, sociaal of cultureel terrein of op andere terreinen van het maatschappelijk leven, wordt teniet gedaan of aangetast".

(Wanneer mensen ongelijk behandeld worden, terwijl dat niet onder deze definitie valt, wordt ten onrechte vaak toch gesproken van discriminatie. In dergelijke gevallen zijn "achterstelling" en "voorkeursbehandeling" echter de aangewezen termen. Deze doen zich met name veel voor op sociaal, oftewel intermenselijk, terrein).

Meer belangrijke wetgeving

Grondwet

Artikel 1 van de Nederlandse grondwet, luidt: "Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan".

Hierbij moet aangetekend worden, dat dit artikel, net zoals alle Grondwetsartikelen, de relatie tussen Overheid en burgers betreft en dus niet die tussen de burgers onderling. Het verbiedt de Overheid dus, om als zodanig burgers "op welke grond dan ook" te discrimineren. Het gaat er dan met name om, of in gelijke gevallen een vorm van onderscheid, uitsluiting, beperking of voorkeur bestaat.

Strafrecht

Het meest algemene wetsartikel, dat de burgers verbiedt, om elkaar, in bepaalde, met name genoemde, situaties en op een aantal met name vermelde gronden, onderling te discrimineren, is Artikel 429 quater van het Wetboek van Strafrecht. Het luidt:

"1. Hij die in de uitoefening van een beroep of bedrijf onderscheid maakt tussen personen wegens ras, hun godsdienst, hun levensovertuiging, hun geslacht of hun hetero- of homoseksuele gerichtheid wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de derde categorie.
2. Deze bepaling is niet van toepassing op handelingen die personen behorende tot een bepaalde etnische of culturele minderheidsgroep een bevoorrechte positie toekennen, ten einde feitelijke ongelijkheden op te heffen".
(Hier dus niet een verbod tot discriminatie "op welke grond dan ook", zoals Art 1 Grondwet de Overheid oplegt, maar enkel tot discriminatie o.g.v. vijf met name vermelde gronden (ras, godsdienst, levensovertuiging, geslacht en hetero- of homoseksuele gerichtheid) en dan wel enkel "in de uitoefening van een beroep of bedrijf".
Verder geeft lid 2 dan nog een uitzondering op deze regeling: "positieve discriminatie" is onder de in dat lid genoemde omstandigheden niet verboden. Niet vermeld wordt, of de genoemde "feitelijke ongelijkheid" bedoeld is in nationaal of in mondiaal opzicht, dan wel in beide opzichten).

Naast dit meer algemene Artikel 429 quater is er dan nog Artikel 137, dat een aantal specifieke vormen van discriminatie, of daaraan verwant gedrag, afzonderlijk strafbaar stelt.

Lid c ervan betreft belediging,
lid d: aanzetten tot haat,
lid e: openbaring en verspreiding van beledigend materiaal,
lid f: deelnemen aan en steunen van discriminerende activiteiten en
lid g: opzettelijke discriminatie wegens ras in ambt, bedrijf of beroep (hier zwaarder bestraft, dan in 429 Quater, waar geen opzet vereist wordt) (Geldt tevens ten aanzien van lid d, zij het op een aantal andere gronden).

Burgerlijk Recht

Bovendien bestaan er in Nederland nog een aantal speciale "anti-discriminatie" wetten, die bepaalde vormen van discriminatie in vooral het economisch maatschappelijke verkeer (bijvoorbeeld contracten) ongeldig verklaren (dus niet: strafbaar stellen) en die ofwel als zelfstandige wet fungeren, ofwel tot wijzigingen in andere wetgeving hebben geleid. Dit zijn ze:

Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen (1980)
Algemene Wet Gelijke Behandeling AWGB (1994) op grond waarvan de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) is ingesteld.
Wet onderscheid arbeidsduur (1996)
Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (2003)
Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid (2003)

Internationaal

Last but not least moeten in dit overzicht van wettelijke regelingen, die in Nederland gelden met betrekking tot discriminatie, dan nog vermeld worden de Internationale verdragen. Deze verdragen hebben supra-nationaal gezag. Dat houdt in, dat ze hoger in rang zijn, dan de nationale wetten. Overigens zijn het, net zo min als de Grondwet, de burgers bindende vormen van wetgeving. Het zijn richtlijnen, waar nationale wetgeving en bestuur mee in overeenstemming dienen te zijn:


Discriminatie-gronden

Zoals uit het bovenstaande overzicht der in Nederland geldende wetgeving blijkt, maakt het veel uit, op grond waarvan gediscrimineerd wordt. Blijkens art.1 der grondwet mag de Overheid als zodanig (bij wetgeving en bestuur, dus) op geen enkele grond discrimineren. Wel is het zo, dat op overtreding hiervan geen sancties gesteld zijn. Sterker nog, wanneer een wet in strijd is met de grondwet, (bijvoorbeeld doordat er toch iets discriminerends in voorkomt), dan geldt het beginsel: "wetten zijn onschendbaar" hetgeen inhoudt, dat formele wetten niet onverbindend zijn, wanneer ze in strijd zijn met de grondwet.

Wat discriminatie door burgers onderling betreft, maakt het veel verschil, op welke grond deze plaatsvindt. Een aantal gronden is uitdrukkelijk strafbaar gesteld, een aantal andere gronden hebben alleen consequenties in het burgerlijke recht, doordat ze tot onverbindendheid leiden en discriminatie op alle andere gronden is voor de burgers onderling dus nog altijd toegestaan.

De vijf 'strafbare gronden' zijn:

In de Algemene Wet Gelijke Behandeling zijn deze gronden ook op Burgerrechtelijk gebied taboe verklaard. Daarenboven doet deze wet dat nog met drie andere gronden:

  • Politieke gezindheid, (in het verleden werden communisten uitgesloten van bepaalde beroepen.
  • nationaliteit,
  • burgerlijke staat

In andere bijzondere wetten wordt hetzelfde gedaan ten aanzien van:


Als overige hoedanigheden en kwaliteiten, op grond waarvan discriminatie mogelijk is, c.q. voorkomt, terwijl dat voor de burger dus (nog) op geen enkele wijze wettelijk verboden is, kunnen o.a. genoemd worden:


Voorbeelden van bestaande discriminatie

In België en Nederland bestaat op een aantal punten nog steeds openlijke discriminatie. Dit zijn soms zeer moeilijk te veranderen situaties, omdat het hier menigmaal gaat om vrijheden of verplichtingen die grondwettelijk zijn geregeld en met elkaar conflicteren.

Discriminatie van vrouwen / moeders

  • Vrouwen die geen lid mogen worden van een politieke partij (bijvoorbeeld de SGP).
  • Vrouwen die geen lid mogen worden van bepaalde loges.
  • Het opleggen van quota volgens bepaalde criteria (in casu: geslacht) bij het opstellen van de kandidaatslijsten voor de Belgische gemeenteraadsverkiezingen.
  • Andere regels voor vrouwen dan voor mannen door de arbeidsomstandigheden wetgeving. Met name beperkingen in de ploegendienst en het nachtwerk.
  • moeders die minder snel worden aangenomen omdat er van hen verwacht wordt dat ze vaker ziek zijn.

Discriminatie van mannen / vaders

  • mannen die volgens de dienstplicht in het leger moeten.
  • mannen die bij gelijke verdienste een lagere adellijke titel verwerven dan vrouwen omdat er in het Nederlands geen vrouwelijke equivalent is voor ridder en in het Frans geen equivalent bestaat voor jonkheer.
  • mannen die geen lid mogen worden van de Soroptimisten.
  • Zo is bijvoorbeeld de wettelijke onmogelijkheid van een vader om tegen de wil of het belang van de moeder een kind te erkennen een vorm van openlijke discriminatie. Ook de meermalen gevonden formulieren van rechtbanken waarop moeders vooringevuld alvast het gezag kregen zijn een vorm van discriminatie. Deze laatste vorm wordt overigens nergens gestaafd door enige wet. Mogelijk is deze discriminatie wel verdedigbaar op grond van de internationale verdragen ter bescherming van moeder en kind, alhoewel het duidelijk niet in het belang is van het kind.
  • Vaders die bij wet geen medezeggenschap hebben bij de beslissing om een foetus al of niet te aborteren.
  • vaders die als zij niet getrouwd zijn, veel minder rechten hebben dan moeders met betrekking tot hun kinderen.

Discriminatie naar sexuele voorkeur / homo's

  • Homoseksuelen die hun geaardheid niet mogen tonen op de, meestal religieuze, school waar zij werken.

Discriminatie naar ras / geloof / nationaliteit

Discriminatie naar overige kenmerken

In Nederland bestaat ook discriminatie die niet is gebaseerd op conflicterende grondwettelijke vrijheden.



Oorzaak en vormen

Discriminatie kan worden veroorzaakt / versterkt door (voor)oordelen die personen hebben over bepaalde bevolkingsgroepen. Een vooroordeel is een niet door eigen ervaring bevestigd oordeel over anderen. Discriminatief gedrag kan mild zijn zoals iemand trager helpen in een winkel, of zwaarder zoals het weigeren als huurder, leerling, student, lid, landgenoot of employee, tot extreem als mishandeling en zelfs genocide.

Het is ook mogelijk vergelijkend onderscheid te maken tussen verschillende vormen van discriminatie. Femke Halsema deed dat in een betoog contra Tweede-Kamerlid Hirsi Ali (VVD)zo: ,,Wat zou het een verademing zijn als zij eens wat meer anti-man werd en wat minder anti-islam. (NRC 12 maart 2005)

De geschiedenis van de discriminatiewetgeving

Voordat er wetten waren werd er ook al gediscrimineerd. Dit waren gewoonten, die onderdeel werden van het gewoonterecht en later in de formele wetgeving werden opgenomen. Zo werd in de geschiedenis discriminatie vaak bij wet geregeld. De code Napoleon was erg discriminerend voor vrouwen. De meeste landen voerden het stemrecht voor vrouwen pas in de twintigste eeuw in. Onder het nationaal socialisme in Nazi-Duitsland werden joden wettelijk als minderwaardig geclassificeerd. Onder de apartheid in Zuid-Afrika en ook in de Verenigde Staten was het verschil tussen blank en zwart lang wettelijk geregeld. In Nederland was het voor joden lange tijd verboden om lid te worden van de gilden.

In veel landen is nu wetgeving van kracht die discriminatie verbiedt, in eerste instantie, via de grondwet, discriminatie door de koning en de overheid, meer en meer ook discriminatie tussen burgers onderling.

Het recht om te discrimineren

Daartegenover duikt de stelling op dat discriminatie in het hanteren van het vrije woord moet worden toegestaan. Zo vinden libertariërs dat discriminerend taalgebruik geen geweld vertegenwoordigt. Het recht op vrije meningsuiting gaat bovendien samen met het recht op vrije associatie. Ieder mag zelf bepalen met wie hij omgaat of met wie hij contracten afsluit en hoeft daarvoor geen reden aan te geven. Discriminerend gedrag in de vorm van geweld dient wel bestraft te worden maar dan alleen omdat het om geweld gaat, niet omdat het geweld gericht is op bepaalde groepen. Ook discriminerende behandeling door de wet (bijvoorbeeld gerechtelijke uitsluiting van ouderschap van vaders) behoort volgens deze groep niet te worden toegestaan.

Positieve discriminatie

In Nederland is een tijdje de term positieve discriminatie in gebruik geweest om aan te geven dat voor bepaalde typen werk de voorkeur uitging naar vrouwelijke kandidaten, omdat vrouwen in die categorieën ondervertegenwoordigd waren. Deze praktijk leidde, zowel onder feministen als onder mannen, tot veelvuldig protest. Positieve discriminatie is eigenlijk een eufemisme, want wanneer er onderscheid wordt gemaakt, wordt er altijd een partij benadeeld. Positieve discriminatie is in feite een disciminatie die geschiedt om een andere discriminatie ongedaan te maken. Niet slechts vrouwen, maar ook allochtonen, deels arbeidsgehandicapten en ouderen worden positief gediscrimineerd, met name op de werkvloer. In Zuid-Afrika worden zwarten momenteel positief gediscrimineerd. Daarnaast vindt binnen de EU ook een positieve discriminatie plaats. Kleine landen worden voor hun gebrek aan invloed gecompenseerd met onevenredig veel vertegenwoordigers in het Europese parlement. Hierdoor heeft Luxemburg per 1000 mensen meer vertegenwoordigers dan Duitsland.

Er wordt ook fundamentele kritiek geuit op positieve discriminatie. De belangrijkste kritiekpunten zijn:

  • De huidige generatie wordt gecompenseerd voor het onrecht in de vorige generatie. Een man zal in sommige gevallen minder makkelijk voor een bepaalde functie worden aangenomen dan een vrouw, ook al was hij even geschikt of beter. Hij moet dus boeten voor wat zijn voorouders deden;
  • Hierdoor wordt niet de beste maar de meest correcte beslissing genomen. Een bedrijf of overheidsinstelling zal ook liever de beste kandidaat kiezen, maar is gedwongen een minder efficiënte keus te maken.
  • De kwaliteit van een nieuwe medewerker wordt soms onterecht in twijfel getrokken, omdat men denkt dat de aanstelling het gevolg is van positieve discriminatie, en niet van eigen kunnen. Hierdoor moet men nog beter presteren.
  • De gecompenseerde groep voelt zich "betutteld".

Verborgen discriminatie

Er is veel discussie mogelijk over het bestaan van verborgen discriminatie. Dat is discriminatie die -wanneer het gebeurt- niet openlijk wordt uitgesproken. Een voorbeeld vormt de discussie over "het glazen plafond". Hiermee wordt bedoeld dat veel vrouwen een hoge opleiding volgen (meer vrouwen dan mannen volgen momenteel een academische opleiding), dat hoogopgeleide vrouwen goed participeren in de arbeidsmarkt maar dat relatief weinig vrouwen doorstomen naar topposities. Zo zijn er in Nederland veel minder vrouwelijke hoogleraren dan mannelijke. Vraag hierbij is of vrouwen worden geremd vanwege hun vrouwelijkheid of dat zij vanwege hun vrouwelijkheid een levenspatroon leiden dat minder kans biedt op topposities.

Een vorm van verborgen discriminatie is indirecte discriminatie. Hierbij wordt een regel zo opgesteld, dat een bepaalde categorie anders zal worden behandeld, maar niet aan de hand van zijn specifieke kenmerken. Een ongeoorloofde discriminatie wordt zo vermomd als een geoorloofde discriminatie. Het bevoordelen van full-time werken kan bijvoorbeeld indirecte discriminatie zijn, doordat de meeste parttime werkers vrouwen zijn, en hierdoor de barrière om te werken voor vrouwen wordt verhoogd. Ierland pleegde indirecte discriminatie toen het een visverbod voor boten langer dan een bepaalde lengte afkondigde. Alle Ierse boten voldeden qua lengte namelijk wel aan het verbod, en de meeste buitenlandse boten niet. Het Europese Hof van Justitie maakte dan ook korte metten met deze Ierse regel.

Geen discriminatie

Niet elk onderscheid dat gemaakt wordt, is discriminatie in de juridische betekenis van het woord hoewel maatschappelijke het woord discriminatie vaak erg makkelijk in de mond wordt genomen. Een voorbeeld is dat sommigen vinden dat het Nederlands en Belgisch belastingstelsel, waar mensen die veel geld verdienen procentueel meer belasting betalen dan mensen die weinig geld verdienen een vorm van discriminatie. Dit is een drogredenatie omdat er geen sprake is van gelijke (=gelijke verdiensten) gevallen. Waar het om gaat is of in gelijke gevallen onderscheid wordt gemaakt of dat onderscheid wordt gemaakt wanneer eventuele verschillen tussen mensen redelijkerwijsl niet terzake mogen doen bij het maken van onderscheid. Zo zal bijvoorbeeld huidskleur zelden ter zake doen bij het maken van onderscheid tussen mensen maar andere kenmerken, zoals bijvoorbeeld kleding of het zijn van lid, vaker. Horecagelegenheden mogen bijvoorbeeld eisen dat klanten op een bepaalde wijze gekleed gaan of lid zijn, maar de criteria moeten wel duidelijk zijn, hetgeen in de praktijk nogwel eens ontbreekt waardoor makkelijk verborgen discriminatie ontstaat.


Zie ook

Klachten en registratie

Voor klachten kan men terecht bij de Antidiscriminatiebureaus

Meer informatie over discriminatie en de afhandeling van klachten is op de website van het Landelijk Bureau ter Bestrijding van Rassendiscriminatie en op www.discrimnatie.nl te vinden.