Naar inhoud springen

USA PATRIOT Act

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Bemoeial (overleg | bijdragen) op 9 jun 2013 om 22:51.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Het moment dat de USA PATRIOT Act wordt getekend door George W. Bush.

De USA PATRIOT Act (Public Law 107-56) of voluit de Uniting and Strengthening America by Providing Appropriate Tools Required to Intercept and Obstruct Terrorism Act of 2001 is een Amerikaans wetsvoorstel (H.R.3162) dat in 2003 door het Amerikaans Congres met een meerderheid is aangenomen.

De wet heeft als doel meer mogelijkheden te geven aan de Amerikaanse overheid om informatie te vergaren over en op te treden in geval van mogelijk terrorisme. Het is een directe reactie op de aanslagen op 11 september 2001, en is een middel in de Amerikaanse strijd tegen terrorisme.

Er is veel kritiek op de Patriot Act omdat ze de burgerrechten van de Amerikaanse bevolking te veel zou schenden, met name op het gebied van privacy. Daarnaast is er de kritiek dat de wet stigmatiserend zou werken omdat het vooral mogelijkheden biedt om immigranten en buitenlandse bezoekers te onderzoeken en het land uit te zetten.

Voorstanders van de wet hopen dat het de Amerikaanse justitie meer opsporingsmogelijkheden geeft om zo terroristische aanslagen in de toekomst te voorkomen. In plaats van het achteraf straffen, kan men nu ook pro-actief reageren. Het argument dat burgerrechten afgebroken worden weerleggen ze door te zeggen dat 'het leven zonder angst' het hoogste burgerrecht is.

Eind 2003 ondertekende George W. Bush de Intelligence Authorization Act, die meer opsporingsbevoegdheden aan de FBI geeft en gezien kan worden als het verlengstuk van de Patriot Act.

Op 16 december 2005 stemde de Amerikaanse Senaat tegen de verlenging van de wet. Op 21 december 2005 bereikte de Senaat een meerpartijen akkoord inzake 107-56. Dit werd vastgelegd in de USA PATRIOT Improvement and Reauthorization Act. Vele passages uit de USA PATRIOT Act zijn daarbij gehandhaafd.

De Patriot Act werd in 2001 door het Huis van Afgevaardigden aangenomen met een meerderheid van 357 tegen 66 stemmen. In de Senaat lag de stemverhouding 98-1. Republikeins Afgevaardigde voor Texas Ron Paul vertelde The Washington Times dat geen enkel Congreslid de nieuwe wetgeving mocht lezen. Tegenstanders van de Patriot Act wijzen erop, dat het onmogelijk was in zo'n korte tijd na de aanslagen van 11 september deze wet te schrijven en dat de Patriot Act dus in feite al klaar lag.

Op 27 februari 2010 verlengde Barack Obama de Patriot Act met een jaar, een dag voordat deze zou vervallen.

Op 26 mei 2011, tekende Barack Obama een verlenging voor vier jaar van drie belangrijke onderdelen van de oorspronkelijke PATRIOT Act. Dit betreft het afluisteren van verdachten, onderzoek van zakelijke informatie, en surveillance van individuen die verdacht worden van terroristische activiteiten.

Inmiddels blijkt op een ander gebied een neveneffect. Op grond van de Patriot Act is de keuze voor een Amerikaanse Cloud Computing provider voor Europese klanten een risico, aangezien de gegevens en databases van die klanten ook door de Amerikaanse overheid opgevraagd kunnen worden[1].

  • (en) De Patriot Act (PDF)