Vicepresident van de Verenigde Staten
Vicepresident van de Verenigde Staten | ||||
---|---|---|---|---|
Vice President of the United States of America | ||||
In gebruik sinds: Periode: 1789 – heden | ||||
Zegel van de Amerikaanse vicepresident
| ||||
Kantoor | ||||
Aanspreekvorm | Mr. Vice President (informeel) The honorable (formeel) Mr. President (als voorzitter van de senaat) | |||
Residentie | United States Naval Observatory | |||
Voordracht door | Kiescollege | |||
Ambtstermijn | 4 jaar | |||
Geschiedenis | ||||
Eerste | John Adams | |||
Ontstaan in | 4 maart 1789 | |||
Huidige | Joe Biden | |||
Sinds | 20 januari 2009 | |||
|
De vicepresident van de Verenigde Staten is de op een na hoogste publieke functie in de Verenigde Staten onder de grondwet van de Verenigde Staten. Hij wordt samen met de president van de Verenigde Staten indirect door het Amerikaanse volk gekozen tijdens de presidentsverkiezingen. De vicepresident is de eerste in de lijn van opvolging van de president van de Verenigde Staten, mocht hij door overlijden, aftreden of afzetting (Engels: impeachment) niet meer in staat zijn zijn taken als president uit te voeren. Zou de vicepresident niet in staat zijn het presidentschap op zich te nemen, dan is de volgende die voor het ambt in aanmerking komt de voorzitter van het Huis van Afgevaardigden, gevolgd door de President pro tempore van de Senaat. De vicepresident is ook de Voorzitter van de Senaat.
De vicepresident en zijn familie wonen op het landgoed van de United States Naval Observatory in Washington D.C.
De huidige vicepresident van de Verenigde Staten is Joe Biden (2014).
Constitutionele voorwaarden
De vicepresident moet dezelfde constitutionele kwalificaties hebben als de president en mag niet uit dezelfde staat komen. (In feite is de tweede voorwaarde niet genoemd in de constitutie, wat er staat is dat als de president en de vicepresident uit dezelfde staat komen, dat de kiezers uit die staat niet voor beiden mogen stemmen. Hierdoor kan het voorkomen dat de vicepresident niet genoeg stemmen krijgt alhoewel de president de verkiezing wint.) In de praktijk wordt de tweede voorwaarde makkelijk omzeild door in een andere staat te gaan wonen, zoals vicepresident Dick Cheney dat deed om als vicepresident te kunnen optreden voor George W. Bush.
Als president van de Senaat overziet de vicepresident procedures en heeft de mogelijkheid om een stem uit te brengen wanneer de stemmen staken. Het is gewoonte binnen de Senaat om als de vicepresident geen invloed uit te oefenen op de goedkeuring van wetgeving, behalve als de stemmen staken. In dat geval kan de stem van de vicepresident de doorslag geven.
De Amerikaanse grondwet was er niet duidelijk over wat er moest gebeuren wanneer een president overleed, of niet langer geschikt was voor het ambt. Er stond dat de "bevoegdheden en taken" van de president werden overgedragen naar de vicepresident. John Tyler was in 1841, na het overlijden van president William Henry Harrison, de eerste zittende vicepresident die een president opvolgde. Hij weigerde om te worden aangesproken als "waarnemend president" ("Acting president"), maar stond erop dat hij president was, met alle bevoegdheden, taken en titels van dien. Ondanks bezwaren van verschillende kanten werden zijn claims niet aangevochten en zo werd er een precedent geschapen van volledige opvolging dat vervolgens navolging kreeg. Dit werd in 1967 ook grondwettelijk vastgelegd.
Tot 1967 was het ook zo dat de vicepresident niet werd opgevolgd wanneer hij uit functie trad, bijvoorbeeld door overlijden of omdat hij doorschoof naar het ambt van president. De functie van vicepresident bleef dan vacant, en de eerste persoon in rang om de president op te volgen bij overlijden of aftreden was de voorzitter van het Huis van Afgevaardigden. In sectie 2 van het 25e amendement op de Amerikaanse grondwet werd in 1967 opgenomen dat wanneer een vicepresident overlijdt of uit functie treedt, dat de president dan een nieuwe vicepresident aanstelt, met instemming van een meerderheid in zowel het Huis van Afgevaardigden als de Senaat. Gerald Ford was in 1973 de eerste persoon die op deze manier vicepresident werd en later, na het aftreden van Richard Nixon, zelfs doorschoof naar het ambt van president.
In hetzelfde amendement werd ook opgenomen wie de bevoegdheid heeft wanneer een zittende president niet in staat is zijn taken te vervullen. Deze vraag was relevant geworden na de ziekte van president Dwight D. Eisenhower. Sectie 3 van het 25e amendement handelt over de mogelijkheid dat de vicepresident wordt aangesteld als waarnemend president, wanneer de president tijdelijk niet in staat is om zijn werk te doen en zelf de bevoegdheden overdraagt. Dit is tot nu toe driemaal gebeurd doordat de zittende president een operatie onderging. Sectie 4 gaat over de mogelijkheid als een president zichzelf niet ongeschikt heeft verklaard. In dat geval kan de vicepresident toch worden aangesteld als waarnemend president wanneer hijzelf en een meerderheid van het kabinet daarmee instemt. Van deze mogelijkheid is nog nooit gebruikgemaakt.
Rol van de vicepresident
De formele macht en de rol van de vicepresident met een gezonde, functionerende president zijn gelimiteerd tot het presidentschap van de Senaat. Andere taken zijn onder andere als woordvoerder voor het beleid, als adviseur van de president en als een symbool van Amerikaans medeleven en steun. De invloed van de vicepresident hangt mede af van de karakteristieken van de betreffende president. Dick Cheney werd bijvoorbeeld door sommigen gezien als één van George W. Bush's vertrouwenspersonen, door anderen als de machthebber achter de schermen.
Op andere tijden wordt de primaire rol gezien als het ontmoeten van staatshoofden of het bijwonen van begrafenissen in andere landen op tijden waarop de Amerikaanse overheid haar medeleven of steun wil tonen, maar niet de president zelf kan/wil sturen.
Historisch werd het vicepresidentschap gezien als politieke zelfmoord. De natuurlijke stap naar het presidentschap was lang niet vanuit het vicepresidentschap, maar vanuit de positie van de Secretary of State. Pas recentelijk is deze opvatting veranderd - ze was nog springlevend toen Harry S. Truman vicepresident werd voor Franklin Delano Roosevelt. Uniek was het dat Gerald Ford Richard Nixon opvolgde zonder bij diens verkiezing running mate te zijn geweest.
Feiten over de vicepresidenten
Zeven vicepresidenten zijn overleden tijdens hun ambtsperiode:
- George Clinton in 1812
- Elbridge Gerry in 1814
- William Rufus DeVane King in 1853
- Henry Wilson in 1875
- Thomas Andrews Hendricks in 1885
- Garret Augustus Hobart in 1899
- James Schoolcraft Sherman in 1912
Twee vicepresidenten zijn afgetreden:
- John Caldwell Calhoun trad af in 1832 om een zetel te nemen in de Senaat, na gekozen te zijn om een opening te vullen.
- Spiro Theodore Agnew trad af in 1973 terwijl er een onderzoek werd gedaan naar het aannemen van steekpenningen tijdens zijn positie als gouverneur van Maryland.
Negen vicepresidenten werden president, nadat de zittende president was weggevallen:
- John Tyler werd president nadat William Henry Harrison een maand na het begin van zijn ambtsperiode overleed.
- Millard Fillmore werd president nadat Zachary Taylor tijdens zijn ambtsperiode overleed.
- Andrew Johnson werd president nadat Abraham Lincoln werd vermoord.
- Chester Alan Arthur werd president nadat James Abram Garfield werd vermoord.
- Theodore Roosevelt werd president nadat William McKinley werd vermoord.
- John Calvin Coolidge werd president nadat Warren Gamaliel Harding tijdens zijn ambtsperiode overleed.
- Harry S. Truman werd president nadat Franklin Delano Roosevelt tijdens zijn ambtsperiode overleed.
- Lyndon Baines Johnson werd president nadat John Fitzgerald Kennedy werd vermoord.
- Gerald Rudolph Ford werd president nadat Richard Milhous Nixon aftrad.
Ook andere landen kennen de functie van vicepresident. Dit zijn vele Midden- en Zuid-Amerikaanse landen zoals: Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Mexico, Paraguay, Suriname, Uruguay en Venezuela.