Bram Fischer
Abram Louis "Bram" Fischer (Bloemfontein, 23 april 1908 – aldaar, 8 mei 1975) was een blanke Zuid-Afrikaanse advocaat en burgerrechtenactivist.
Fischer stamde uit een bekende Afrikaner familie; zowel zijn vader als zijn grootvader waren invloedrijke personen in Oranje-Vrijstaat. Bram Fischer werd vooral bekend door zijn verdediging van Nelson Mandela, Walter Sisulu en andere tegenstanders van de apartheid tijdens het Rivoniaproces in juni 1964. De verdediging bereikte toen een omzetting van de geëiste doodstraf in een levenslange gevangenisstraf.
Voor hij in de jaren dertig met een studie aan de universiteit van Oxford begon, bezocht hij het Grey College in Bloemfontein. Tijdens zijn studie reisde hij door Europa en de Sovjet-Unie. In 1937 trouwde hij met Molly Krige, een nicht van Jan Smuts. Zij overleed in 1964 bij een auto-ongeluk.
In de jaren veertig werd Fischer lid van de South African Communist Party (SACP). Hij bereikte snel een leidende positie in de partij en werkte namens de SACP ook nauw samen met het Afrikaans Nationaal Congres (ANC). In 1946 werd hij als leider van de SACP na een staking van zwarte mijnwerkers aangeklaagd.
In september 1964 werd Fischer aangehouden op grond van zijn lidmaatschap van de SACP, die toentertijd verboden was. Hij werd op borgtocht vrijgelaten en werkte verder ondergronds. In 1966 werd hij wederom aangehouden en tot levenslang veroordeeld. Fischer kreeg kanker en werd enkele weken voor zijn dood in mei 1975 vrijgelaten.
Eind 2012 werd de luchthaven van Bloemfontein hernoemd tot Bram Fischer International Airport[1].
- Clingman, Stephen: Bram Fischer: Afrikaner Revolutionary. University of Massachusetts Press, 1998.
- Mitchison, Naomi: Life for Africa: The Story of Bram Fischer. The Merlin Press Ltd, 1973.
- ↑ Zuid-Afrika - Mangaung, De Standaard, 13 december 2012