Onno Ruding
Onno Ruding | ||||
---|---|---|---|---|
Algemeen | ||||
Volledige naam | Herman Onno Christiaan Rudolf Ruding | |||
Geboren | 15 augustus 1939 | |||
Partij | CDA | |||
Titulatuur | dr. | |||
Functies | ||||
1982-1989 | Minister van Financiën | |||
Officiële website | ||||
|
Herman Onno Christiaan Rudolf Ruding (Breda, 15 augustus 1939) is een voormalig Nederlands bankier en voormalig politicus van het CDA.
Opleiding
Ruding, zoon van een chirurg, ging na het gymnasium economie studeren aan de Nederlandse Economische Hogeschool Rotterdam, de latere Erasmus Universiteit, waar hij in 1964 zijn doctoraalexamen haalde. Jaargenoten waren onder anderen de latere ministers Neelie Kroes, Ruud Lubbers en Jan Pronk. Tijdens zijn studententijd was Ruding lid - en later ook Rector - van het Rotterdamsch Studenten Corps.
Bankwezen
Na zijn militaire dienstplicht (1964-1965) ging hij in 1965 werken op het ministerie van Financiën, waar hij in korte tijd opklom tot hoofd van de afdeling Internationale Monetaire Zaken. Hij promoveerde in 1969 cum laude op het proefschrift 'Naar één geïntegreerde Europese kapitaalmarkt?'. In 1971 stapte hij over naar de AMRO Bank. Van 1977 tot en met 1980 was hij executive director van het Internationale Monetaire Fonds (IMF) in Washington. In 1981 keerde hij terug naar de AMRO Bank om lid van de raad van bestuur te worden. Nadat hij minister was in Lubbers I en Lubbers II werd hij topman bij de Citibank (onderdeel van de Citigroup.)
Politiek
Ruding werd in Nederland het bekendst als minister van Financiën namens het Christen-Democratisch Appèl (CDA). Hij vervulde deze functie van 1982 tot 1989, in de kabinetten Lubbers I en Lubbers II. Voor de Tweede Kamerverkiezingen 2012 sprak Ruding openlijk zijn steun uit voor CDA-kandidaat Pieter Omtzigt die op een onverkiesbare plek stond.[1]
Onderscheidingen
Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau (20 november 1989)
- ↑ "Onno Ruding over Pieter Omtzigt" YouTube, 7 september 2012
Voorganger: A.P.J.M.M. van der Stee |
Minister van Financiën 1982-1989 |
Opvolger: W. Kok |