Naar inhoud springen

Gebruiker:Prenter2/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Prenter2 (overleg | bijdragen) op 26 apr 2018 om 19:22.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

De visserij van de Waddeneilanden

Beleid

Ten aanzien van het hedendaagse beleid[1] het volgende. In de PKB Derde Nota Waddenzee, die van januari 2007[2],, is voor de Waddenzee voor de komende tien jaar het rijksbeleid vastgelegd. Voor visserij is het volgende vermeld in de PKB: De Waddenzee is belangrijk voor de Nederlandse mosselvisserij. Van de mosselen die op de Nederlandse afslagen werden verhandeld, kwam bijvoorbeeld in 2003 zo'n 50% uit de Waddenzee. Daarnaast wordt in het waddengebied op verschillende manieren mosselzaad verkregen ten behoeve van de mosselkweek. Er wordt mosselzaad opgevist, ingevangen en gekweekt.

Duurzame mosselzaadvisserij

De bevissing van mosselzaadbanken op de bodem van de zee heeft negatieve gevolgen voor andere dier- en plantsoorten. Ook wordt mosselzaad steeds schaarser. Afgesproken is daarom dat de mosselsector zal overschakelen op andere gewijzigde visserijmethoden, vooral die op MZI's[3]. In 2020 moet zo'n overgang zijn afgerond. Bij een MZI wordt het zaad niet meer opgevist van de bodem, maar het wordt ingevangen op net- of touwconstructies. Het ingevangen zaad wordt daarna naar mosselkweekpercelen overgebracht. In de voorbije jaren zijn er experimenten met die installaties uitgevoerd. Naar is gebleken biedt het zowel economisch als ecologisch goede vooruitzichten.

Meer over het beleid t.b.v. de verduurzaming van de mosselzaadvisserij


Duurzame mosselzaadvisserij MosselzaadInstallatie met blauwe boeitjes als drijvers in het water (Nico Laros) MosselzaadInstallatie met blauwe boeitjes als drijvers in het water (Nico Laros)

De bevissing van mosselzaadbanken op de bodem van de zee heeft negatieve gevolgen voor andere dier- en plantsoorten. Ook wordt mosselzaad steeds schaarser. Afgesproken is dat de mosselsector zal overgaan op andere visserijmethoden, vooral mosselzaadinvanginstallaties (MZI's). De overgang moet in 2020 zijn afgerond.

Bij mosselzaadinvanginstallaties wordt het zaad niet meer opgevist van de bodem, maar ingevangen op net- of touwconstructies. Het zaad wordt vervolgens overgebracht naar mosselkweekpercelen. De afgelopen jaren zijn experimenten met deze installaties uitgevoerd. Deze blijken zowel economisch als ecologisch een goed perspectief te bieden.

Meer over het beleid t.b.v. de verduurzaming van de mosselzaadvisserij


Mosselvisserij

De mosselcultuur wordt in staat gesteld om op experimentele schaal en onder begeleiding van onderzoek diverse innovatieve plannen in de praktijk tot uitvoer te brengen die bijdragen aan de winning van mosselzaad vanuit alternatieve bronnen, of winning die plaatsvindt met alternatieve winningmethoden. Dit betreft onder meer plannen met betrekking tot het invangen van mosselzaad aan verankerde netten, touwen en palen. Als na onderzoek blijkt dat deze vorm van zaadwinning ecologische en economische voordelen biedt ten opzichte van de traditionele mosselzaadvisserij, dan is opschaling naar toepassing op een commerciële schaal mogelijk. Daarbij dient rekening te worden gehouden met andere vormen van menselijk medegebruik, zoals scheepvaart, recreatie en andere visserij, en met het behoud van het unieke landschap. De uitgifte van tijdelijke proefgebieden voor het verzaaien van mosselen, met een maximum van 500 ha, is in het kader van de optimalisatie van de mosselpercelen toegestaan. De totale omvang van de kweekpercelen blijft gehandhaafd en wordt niet verder uitgebreid (zie toelichtende kaart 20). Mosselzaadvisserij mag alleen in het voor- en najaar plaatsvinden, aan de hand van een visplan dat wordt gemonitord. De mosselzaadvisserij in het sublitoraal richt zich in het najaar alleen nog op de instabiele bestanden. De voorjaarsvisserij in het sublitoraal beperkt zich tot de open gebieden. De mosselsector dient inzichtelijk te maken dat de activiteiten van de sector leiden tot een mosselbestand dat in omvang minimaal gelijk is aan de mosselvoorraad die in een natuurlijke situatie aanwezig had kunnen zijn. De mosselsector zal daartoe aantoonbaar moeten maken dat van de totale mosselzaadvangst uit de voorjaarsvisserij, na aftrek van de vangsthoeveelheid in het najaar voorafgaand aan de voorjaarsvisserij, minimaal 85% in de daarop volgende winter in de Waddenzee aanwezig blijft. Indien meer dan 2000 ha meerjarige mosselbanken aanwezig is én wetenschappelijk gezien redelijkerwijs geen twijfel bestaat dat er geen schadelijke gevolgen zijn voor de in deze pkb beschreven natuurlijke waarden en kenmerken, dan is bevissing van instabiele mosselzaadbanken op de platen onder voorwaarden toegestaan. Voor bevissing van mossel(zaad)banken in het kader van onderzoek naar de hypothese dat uitdunningvisserij de stabiliteit van de mosselbank vergroot, kunnen uitzonderingen op bovenstaande voorwaarden worden gemaakt.

Kokkelvisserij De mechanische kokkelvisserij in de Waddenzee is met ingang van 2005 niet langer toegestaan. De handmatige kokkelvisserij blijft toegestaan. Uitbreiding van het aantal vergunningen voor de handmatige kokkelvisserij wordt overwogen. De omvang van de handkokkelvisserij mag maximaal 5% van het jaarlijks in de Waddenzee aanwezige kokkelbestand bedragen.

Schelpdiervisserij algemeen Het handmatig rapen van schelpdieren voor eigen gebruik is toegestaan tot een maximum van 10 kg per persoon per dag. Met het commercieel rapen van Japanse oesters wordt een kleinschalig experiment gestart. Het commercieel rapen van mosselen is verboden. Initiatieven om andere schelpdiersoorten dan mosselen te kweken, alsmede innovatieve experimenten, waaronder de binnendijkse kweek van schelpdieren, zullen op hun inpasbaarheid binnen de bestaande kaders worden beoordeeld.

Sluiting van gebieden voor vormen van visserij Een oppervlakte ter grootte van 26% van het litoraal in de Waddenzee is permanent gesloten voor bodemberoerende visserij (mosselzaadvisserij, kokkelvisserij, visserij met bodemvistuigen met wekkerkettingen). Zie toelichtende kaart 20.In de voor bodemberoerende visserij gesloten gebieden is de garnalenvisserij niet toegestaan op de wadplaten (het litoraal). De visserij met overige sleepnetten, al dan niet voorzien van wekkerkettingen, is op de wadplaten (het litoraal) in het gehele pkb-gebied niet toegestaan.Indien door grenscorrecties of uitruil van (delen van) gesloten gebieden met niet gesloten gebieden evidente winst voor de natuur en voor de schelpdiersector kan worden bereikt, kan dit worden overwogen. In het sublitoraal kunnen ten behoeve van meerjarig onderzoek gesloten gebieden ingesteld worden voor de bodemberoerende visserij en de garnalenvisserij.Zeegrasvelden en een omliggende straal van ten minste 40 meter mogen niet worden bevist. Stabiele litorale mosselbanken en een omliggende straal van 40 meter mogen niet worden bevist. Voor bevissing van mossel(zaad)banken in het kader van onderzoek naar de hypothese dat uitdunningvisserij de stabiliteit van de mosselbank vergroot, kunnen uitzonderingen op dit verbod worden gemaakt. Als uit het onderzoek blijkt dat deze vorm van visserij geen nadelige effecten heeft op de stabiliteit van de mosselbanken en overige waarden van het ecosysteem dan zal nader worden bezien onder welke voorwaarden en waar deze vorm van visserij kan worden toegestaan.

Sleepnetvisserij Zolang er geen aanwijzingen zijn dat de sleepnetvisserij met of zonder wekkerkettingen in het sublitoraal significante ecologische effecten op het sublitorale systeem heeft, blijft deze vorm van visserij toegestaan. Het aantal vergunningen wordt echter niet meer uitgebreid. Voor degenen die reeds langer dan één jaar een vergunning gereserveerd hebben, zonder dat zij een voor de sleepnetvisserij geschikt vaartuig bezitten, vervalt de reservering en ook het recht op een vergunning.

Vaste vistuigen De visserij met vaste vistuigen zal worden gereguleerd in de vorm van het instellen van visvakken of via de reguliere vergunningvoorwaarden. De uitgifte van nieuwe visvakken is in de Waddenzee niet aan de orde. De visserij met staand want op de wadplaten wordt afgebouwd om de verdrinking van vogels in deze netten verder terug te dringen, tenzij deze visserij zodanig kan worden uitgevoerd dat verdrinking van vogels en bijvangst van zeezoogdieren in deze netten wordt geminimaliseerd. In de overige delen van de Waddenzee wordt onderzoek verricht naar de ecologische inpasbaarheid. 2. Beleidsbesluit Schelpdiervisserij 2005 - 2020

In oktober 2004 heeft het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit het beleidsbesluit Schelpdiervisserij 2005 - 2020 "Ruimte voor een zilte oogst - Naar een omslag in de Nederlandse schelpdiercultuur"; gepubliceerd. Het beleidsbesluit schelpdiervisserij schetst het nieuwe beleid voor alle vormen van schelpdiervisserij in de Nederlandse zoute wateren. De belangrijkste kustwateren in dit verband zijn de Waddenzee, Oosterschelde, Westerschelde en de Voordelta.

Beleidsbesluit Schelpdiervisserij 2005 - 2020 (pdf, 786 kb)


Alhoewel deze eilanden toebehoren aan de afzonderlijke provincies Groningen, Friesland en Noord-Holland is omwille van een mogelijk verschijnende versnippering hier gekozen om de eilanden in één hoofdstuk te behandelen. Ook in voorhanden zijnde literatuur wordt een samenbundeling ervan aangetroffen. Voorafgaand aan de provincie Friesland zullen allereerst de waddeneilanden als één geheel worden behandeld want, alhoewel deze eilanden toebehoren aan de afzonderlijke provincies Groningen, Friesland en Noord-Holland is omwille van een mogelijk te ontstane versnippering gekozen om ze in één hoofdstuk te behandelen. In voorhanden zijnde literatuur wordt zo'n samenbundeling eveneens toegepast. In de Waddenzee wordt hoofdzakelijk gevist op mosselen en garnalen maar daarnaast vist men in de kustzone van de Noordzee op kleinere schaal met sleepnetten op spiering. Met vaste vistuigen als staande netten, zegens en fuiken wordt gevist op harder, zeebaars, paling en spiering. Voor het kweken van mosselen, een onderdeel dat hierin slechts terzijde wordt genoemd, wordt op verschillende manieren in de Waddenzee mosselzaad verkregen.

Kokkelvisserij

De kokkelvisserij is een visserijactiviteit die oorspronkelijk alleen handmatig werd uitgeoefend. Bij de handmatige visserij worden de kokkels met behulp van een soort hark waaraan een net is bevestigd uit de bodem gezeefd. Sinds het begin van de jaren vijftig werd de kokkelvisserij ook mechanisch bedreven. Daarbij werden de kokkels met behulp van zuigkorren aan boord van een kokkelschip gezogen. In 2004 constateerde het kabinet dat de mechanische kokkelvisserij in de Waddenzee onvoldoende mogelijkheden heeft om zich duurzaam te ontwikkelen. Bij continuering van de mechanische kokkelvisserij werd een verhoging van de voedselreservering en handhaving of vergroting van het areaal aan gesloten gebied voorzien op basis van het EVA II onderzoek en de Europese richtlijnen. Hierdoor past mechanische kokkelvisserij niet binnen het uitgangspunt van ecologisch duurzame economische ontwikkeling van de Waddenzee en werd deze vorm van schelpdiervisserij in de Waddenzee niet langer toegestaan. Vanaf 1 januari 2005 werden geen vergunningen meer afgegeven voor de mechanische kokkelvisserij in de Waddenzee.Het kabinet heeft tevens een plan opgesteld voor de beëindiging van deze visserijvorm, waarbij een redelijke vergoeding in het vooruitzicht werd gesteld. Een advies over de hoogte van deze vergoeding werd uitgebracht door een speciale commissie.

Garnalenvisserij

Garnalen worden langs de Noordzeekust en in de Waddenzee gevangen. De internationale waddenvloot telt ongeveer 500 schepen die zijn uitgerust voor de garnalenvisserij. De garnalenvisserij op de Waddenzee wordt vrijwel het hele jaar uitgeoefend. Met behulp van een boomkor met klossenpees wordt gevist in de geulen. Over de ecologische effecten van de garnalenvisserij is veel gediscussieerd. Uit deze discussies blijkt dat onduidelijkheden over 'discards' - dat deel van de vangst dat niet wordt verkocht en daarom overboord wordt gezet - en over het effect van bodemberoering, de belangrijkste struikelblokken zijn voor de garnalenvisserij. In de garnalenvisserij worden behalve garnalen ook andere organismen gevangen. Daaronder vallen jonge garnalen, vissen en bodemdieren. Met de term bijvangst wordt gedoeld op alles wat aan boord komt en geen marktwaardige garnaal is. Alles wat weer overboord gaat, wordt 'discards' genoemd. Discussies rond de garnalenvisserij richten zich onder andere op discards van jonge schol. Naast een betere monitoring van discards in de garnalenvisserij, wordt door vissers en onderzoekers samen ook gezocht naar manieren om de hoeveelheid discards van schol te verminderen. Dit gebeurt onder andere in het project Kenniskringen (gefinancierd door het ministerie van LNV) en in projecten gefinancierd door het Visserij Innovatie Platform en het Waddenfonds. Rapport 'Toekomst van de pulsvisserij in de waddenzee'. Sinds enkele jaren wordt er op de Waddenzee geëxperimenteerd met een garnalenvistuig dat met elektrische pulsen de garnalen opschrikt van de zeebodem. In de afgelopen jaren is er veel onderzoek gedaan om antwoord te krijgen op allerlei vragen die spelen rondom de pulsvisserij. Alle resultaten hiervan zijn nu verzameld in het rapport ‘Toekomst van de pulsvisserij in de Waddenzee’ (pdf, 2,5 Mb, 31 januari 2014). De belangrijkste conclusie is, dat de pulstechniek voor de garnalenvisserij nog in de ontwikkelfase zit. Meer informatie over duurzame visserij (brede visie duurzame visserij)


Visserij met vaste vistuigen

Visserij met vaste vistuigen omvat diverse - vooral kleinschalige - visserijen met bijvoorbeeld staandwant, zegen, (schiet)fuiken, lijnen, kubben en ankerkuilen. 'Staandwant visserij' is de samenvattende term voor alle vismethoden waarbij het net stil staat in het water.Deze visserijen omvatten geen bodemberoerende activiteiten en veroorzaken geen aantasting van de bodem of vertroebeling. Tijdelijke verstoring door aanwezigheid van schepen en mensen, geluid en licht wordt veroorzaakt tijdens het uitzetten en ophalen van de tuigen, maar komt in geringe mate voor. Het wegvangen van vis kan het voedselaanbod van zeezoogdieren en visetende vogels verminderen. Ook kan dit van invloed zijn op de structuur en opbouw van de visgemeenschap. Bijvangst in deze visserijen is een potentieel probleem, omdat zeezoogdieren, vogels en niet-doel vissoorten gevangen kunnen worden. Echter, tot nu toe is uit het beperkte aantal onderzoeken naar bijvangsten op de Waddenzee niet gebleken dat er opdit vlak daadwerkelijk een probleem is.

  1. Wadden Statement Website Ministeries LNV en I&W, drie Waddenprovincies en i.s.m. Tresoar en Waddenacademie
  2. planologische kernbeslissing Derde Nota Waddenzee
  3. Mosselzaadinvanginstallaties