Tour du Temple
De Tour du Temple, kortweg Temple, was een middeleeuws fort in Parijs, in wat nu het 3e arrondissement is. Het is rond 1240 gebouwd door de Tempeliers als hun Europese hoofdkwartier en verving de Vieille Temple (Oude Temple) in Le Marais. Delen van het fort werden als gevangenis gebruikt. Het complex, het zogenoemde enclos du Temple, omvatte een aantal gebouwen ten dienste van de Orde, inclusief een kerk, een grote toren (Grande Tour) en een kleinere (Petite Tour).
Franse Revolutie
De Temple is berucht doordat hij werd gebruikt als gevangenis voor de Franse koninklijke familie ten tijde van de Franse Revolutie. De bekendste gevangenen zijn:
- Lodewijk XVI, werd op 21 januari 1793 ter dood gebracht onder de guillotine, op de (toenmalige) Place de la Révolution
- Marie Antoinette, werd op 1 augustus 1793 overgebracht naar de Conciergerie, vanwaaruit zij uiteindelijk ook de dood vond onder de guillotine
- Elisabeth, verbleef 21 maanden in de toren alvorens zij op 9 mei 1794 werd overgebracht naar de Conciergerie en de volgende dag stierf onder de guillotine
- Lodewijk XVII, overleed op 8 juni 1795 in de toren, op 10-jarige leeftijd
- Marie Thérèse, verbleef drie jaar en vier maanden in de toren, werd hierna verbannen
- Jean-Charles Pichegru pleegde er op 15 april 1804 zelfmoord.
Verwoesting
De Temple was in 1808 inmiddels een pelgrimsoord voor royalisten (Huis Bourbon), en [daarom] gaf Napoleon Bonaparte toen opdracht tot het afbreken van het gebouw, dat twee jaar in beslag nam. De alsnog overgebleven delen werden in 1860 op bevel van Napoleon III vernietigd. Heden ten dage is op deze locatie een metrostation (Temple) en het Paleis van Justitie (3e arrondissement) gevestigd. De omtrek van de torens is op de grond uitgetekend in de rue Eugène Spuller, tegenover het stadhuis. De zware deuren van de Grande Tour bestaan nog en zijn te vinden in het Kasteel van Vincennes.