Naar inhoud springen

Jan Bonekamp

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Brimz (overleg | bijdragen) op 28 nov 2021 om 15:37. (Wijzigingen door 94.157.200.54 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door FakirNL)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Jan Bonekamp
Volledige naam Johannes Lambertus Bonekamp
Geboren 19 mei 1914, IJmuiden
Overleden 21 juni 1944, Amsterdam
Groep CPN , Raad van Verzet
Portaal  Portaalicoon   Tweede Wereldoorlog
Graf van Jan Bonekamp op de Westerbegraafplaats in IJmuiden.
De gedenksteen markeert de plek van het vuurgevecht met Ragut.
Herdenking van Jan Bonekamp in 2014.

Johannes Lambertus (Jan) Bonekamp (IJmuiden[1], 19 mei 1914 - Amsterdam, 21 juni 1944) was een Nederlands communist en verzetsman tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij werd op 21 juni 1944 neergeschoten door politieman Ragut in de Westzijde te Zaandam, na een succesvolle aanslag op diens leven. Bonekamp overleed dezelfde dag in Amsterdam. Bonekamp heeft onder meer met Hannie Schaft verzetsdaden gepleegd en haar leren schieten. Jan Bonekamp riep in 1943 zijn collega's bij de Hoogovens op om te staken. Hij wordt jaarlijks op 4 mei herdacht met een openbare bijeenkomst aan zijn graf op de Westerbegraafplaats in IJmuiden.

Voor de oorlog

Bij het uitbreken van de oorlog is Bonekamp werkzaam als chauffeur bij de Hoogovens en lid van de Centrale Bond van Transportarbeiders. Hij is tevens kaderlid van de Communistische Partij van Nederland. Hij is op 15 september 1938 getrouwd met Catherina Wilhelmina v.d. Brink, roepnaam Trien. Het gezin woonde in de Frans Halsstraat 26 in IJmuiden. Op 30 april 1940 wordt een dochter geboren.

April-mei staking 1943

In april-mei 1943 breken stakingen uit tegen een oproep voor Nederlandse militairen om in krijgsgevangenschap te gaan, en uit algemene onvrede met de Duitse bezetting. Ook bij de papierfabriek Van Gelder en bij de Hoogovens in Velsen wordt gestaakt. Jan Bonekamp speelde een rol in de staking bij de Hoogovens, aanvankelijk met het verspreiden van illegale kranten en stakingsoproepen. Na de staking werd Jan Bonekamp samen met tal van anderen opgepakt en verhoord. Omdat de Duitsers dachten de verkeerde Bonekamp in bewaring te hebben, werd hij vrijgelaten. Hij is toen terug naar huis gelopen en heeft zich onder de vloer verstopt toen de Duitsers hem alsnog kwamen halen. Daarna is hij ondergedoken, een korte poos in Brabant, en heeft zich aan het gewapend verzet gewijd.

Aanslag op Ragut

Een van de meest verbeten handlangers van de Duitsers in de Zaanstreek was de Zaandamse politiecommandant Willem Ragut. Hij was in de herfst van 1943 benoemd tot hoofd van de politie en was gehaat bij de illegaliteit. Ook achter de zeven ontsnapten van de bevrijdingsactie op 29 juli 1944 bij de marechausseekazerne te Wormerveer joeg hij aan. Dit was de reden dat de Raad van Verzet (RVV) het besluit nam hem te liquideren. De opdracht hiertoe werd aan Jan Bonekamp en Hannie Schaft gegeven.

Kleine Jan, zoals Bonekamp wordt genoemd, bereidde zijn aanslag zorgvuldig voor. Ragut had vaak twee pistolen op zak, dus er moest voorzichtig gehandeld worden. Tijd en plaats kwamen na nauwkeurig speurwerk vast te staan.

Op 21 juni 1944 vertrokken Schaft en Bonekamp vroeg van het huis van Jan en Trijntje Bult in Limmen. Aan de Zaandamse Westzijde, vlak voor de Kamer van Koophandel, wachtten ze Ragut op. Hannie schoot als eerste en fietste snel weg. Ragut viel van zijn fiets en lag op straat. Er vloog net een formatie bommenwerpers over zodat de meeste mensen dachten dat Ragut door de bommenwerpers was geraakt. Jan kwam dichterbij om het genadeschot te geven, maar Ragut schoot op hetzelfde moment. Hij wist met zijn revolver Jan Bonekamp in de buik te treffen. Bonekamp schoot vervolgens zijn wapen op Ragut leeg.

Hannie Schaft ontkwam en wist via Assendelft haar onderduikadres in Limmen te bereiken. Ragut stierf ter plaatse. Bonekamp strompelde bloedend weg van de aanslagplek en belde aan bij het huis van twee oude dames. Eén vrouw riep een politieagent die razendsnel Jans revolver wegmoffelde. Bonekamp werd vervolgens naar de eerste-hulppost op het politiebureau gebracht. Een collaborerende politieman waarschuwde de Sicherheitsdienst. Bonekamp kon zich niet meer verweren, werd gearresteerd en overgebracht naar het Wilhelmina Gasthuis in Amsterdam. Hannie Schaft en Truus Oversteegen hebben gezien hoe de zwaar bewaakte Bonekamp op een brancard naar binnen werd gedragen.

Overlijden

De Duitsers spoten Jan vol met een stimulerende stof die hem aan het praten moest krijgen. Jan zei niet veel en mompelde nauwelijks hoorbaar een paar woorden. Uiteindelijk noemde hij het adres van zijn vrouw in IJmuiden en waarschijnlijk ook dat van Cor Koelman, een RVV’er die vaak samen met Hannie werkte. Niet duidelijk is er wat er vlak voordat Jan stierf gebeurde. Volgens Ton Kors boog Emil Rühl zich, toen de Duitsers niets meer loskregen, over hem heen en zei dat hij een vriend was. ‘Kan ik nog wat voor je doen?’ vroeg hij. Jan noemde de naam van Hannie Schaft en haar adres in de Van Dortstraat. Volgens het boek van Truus Oversteegen heeft een zogenaamde verzetsverpleegster Jan Bonekamp toegefluisterd dat, als er nog wat te waarschuwen viel, zij het wel wilde doen. Jan zou toen Hannies adres genoemd hebben. Bonekamp overleed niet veel later aan zijn verwondingen. De ploeg die onder leiding van Jan Brasser klaar stond om hem uit het lazaret te halen hoefde niet meer in actie te komen. De Sicherheitspolizei, onder wie Emil Rühl, deed een week later een inval in de Van Dortstraat.

Na de oorlog

Eerbetoon

Een week na de bevrijding, op zaterdag 12 mei 1945, werd in de tuin van de Kamer van Koophandel een monument voor Bonekamp onthuld. In Zaandam bestaat een Jan Bonekampstraat, in IJmuiden een Bonekampstraat. In 1980 is er door oud-verzetsstrijders een gedenksteen onthuld, opgedragen aan Jan Bonekamp en Hannie Schaft, op de plek van het vuurgevecht waarbij hij dodelijk verwond werd. De naam van Jan Bonekamp staat ook geschreven op het Hoogovenmonument voor de omgekomen burgerslachtoffers bij de staalfabriek in IJmuiden.

Het personage Hugo, in de roman Het meisje met het rode haar van Theun de Vries, is gebaseerd op Bonekamp.[bron?] Ook Cor Takes, in de roman De aanslag van Harry Mulisch, is gebaseerd op Bonekamp.[bron?]

Begrafenis

Het graf van Bonekamp bevindt zich op de Westerbegraafplaats, aan de Havenkade/Fultonstraat in IJmuiden. Begin jaren ’80 voerden enkele oud-verzetsstrijders actie om de urn met de gecremeerde resten van Jan Bonekamp een plaatsje te geven op de Eerebegraafplaats Bloemendaal. Hieronder bevond zich onder meer Brasser, die Bonekamp opdracht gaf om Ragut te vermoorden. Ook de verzetsvrouwen Truus en Freddie Oversteegen steunden het verzoek. De nabestaanden van Bonekamp stemden ermee in.

Het verzoek werd echter afgewezen. Het bestuur van de Stichting de Eerebegraafplaats te Bloemendaal had namelijk al kort voor 1960 besloten om de begraafplaats gesloten te verklaren. Een besluit in 1975 had dit bevestigd. Mede om te voorkomen dat twistvragen zouden ontstaan (waarom die wel en die niet) had het bestuur besloten om de begraafplaats te sluiten.

Herdenking

In 2004 werd het graf van Bonekamp op de Westerbegraafplaats herontdekt[2]. De schrijfster Conny Braam had over Bonekamp geschreven in haar roman Het schandaal. Op initiatief van Braam werd door de familie een nieuwe grafsteen onthuld op het familiegraf. Sindsdien organiseert het Jan Bonekamp herdenkingscomité ieder jaar op 4 mei een herdenking met spreker aan het graf. Onder de vaste aanwezigen op de herdenking behoorde de oud-verzetsstrijdster Freddie Oversteegen.

Zie de categorie Jan Bonekamp van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.