Zwanenmossel
Zwanenmossel | ||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
foto: Ron Offermans Zwanenmossel | ||||||||||||||
Wetenschappelijke Indeling | ||||||||||||||
| ||||||||||||||
Soort | ||||||||||||||
Anodonta cygnea |
De zwanenmossel (Anodonta cygnea) is een in zoet water levende tweekleppige.
Algemeen
De zwanenmossel, die wel 20 cm kan lang worden, heeft een gespierde voet waarmee hij zich kan voortbewegen. De mannetjes spuiten hun sperma in het water. Omdat er zoveel sperma wordt verspreid en omdat de vrouwtjes water actief rond pompen, worden de eitjes die in de mantelholte zitten bevrucht. Op een gegeven moment ontwikkelen de larven klepjes waarmee ze zich kunnen vasthechten aan passerende vissen. Ze ontwikkelen zich langzaam tot kleine mosseltjes en laten zich dan naar de bodem vallen (Gittenberger et al., 1998).
Ecologische betekenis
De zwanenmossel is gevoelig voor vervuiling; aan de andere kant pompt hij wel 40 liter water per uur door. Mosselen worden gebruikt als "early warning" systeem voor verontreiniging; het blijkt dat mosselen zich anders gaan gedragen als de vervuiling toeneemt.
De bittervoorn is voor zijn voortplanting afhankelijk van de zwanenmossel.