Naar inhoud springen

Cro-magnonmens

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Cro-Magnonmens)
Cro-magnon 1
replica van de Cro-magnon 1-schedel
replica van de Cro-magnon 1-schedel
Datering 27.680 BP ± 270
Periode Laatpaleolithicum
Cultuur Gravettien
Archeologische informatie
Vindplaats Les Eyzies-de-Tayac-Sireuil
Jaar 1868
Ontdekker Louis Lartet
Collectie Musée de l'Homme, Parijs
Portaal  Portaalicoon   Archeologie
Plaats in Les Eyzies-de-Tayac-Sireuil waar de fossielen ontdekt zijn

De cro-magnonmens is een prehistorische vroege moderne mens uit het Laatpaleolithicum, waarvan een groep fossielen is gevonden in de abri van Cro-Magnon bij Les Eyzies in de Dordogne (Frankrijk), en waarvan ook gebruiks- en siervoorwerpen van steen, bot en ivoor zijn gevonden. De cro-magnonmens behoorde tot de Homo sapiens.

Theorievorming

[bewerken | brontekst bewerken]

Louis Lartet vond in 1868 zes skeletten met stenen werktuigen. Sindsdien zijn in Europa vele grotten gevonden met vergelijkbare menselijke resten. Aanvankelijk werd gedacht dat de Piltdown-mens geëvolueerd was in de neanderthaler en daarna tot cro-magnonmens. Ook nadat de Piltdown-mens bedrog bleek te zijn geweest, werd gedacht dat de cro-magnonmens uit de neanderthaler was geëvolueerd. William King Gregory stelde Homo sapiens cro-magnonensis voor als naam voor de zogenaamde ondersoort.

Er werden echter geen fossiele overgangsvormen gevonden tussen neanderthaler en cro-magnonmens en ook werd er geen geleidelijke overgang gevonden van kunstuitingen. Die werden wel gevonden bij de cro-magnonmens, maar ontbreekt volledig bij de neanderthaler. Het werd daarmee steeds waarschijnlijker dat de cro-magnonmens afstamde van een recentere migrant uit Afrika, de Homo sapiens. Dit werd bevestigd door DNA-onderzoek en tegenwoordig wordt de cro-magnonmens als gewone moderne mens gezien, in de Angelsaksische wetenschappelijke literatuur European Early Modern Humans (EEMH) genoemd, ofwel Europese vroege moderne mens. Ondersoorten van de Homo sapiens worden daarbij niet meer onderscheiden.[1]

Europese vroege moderne mens

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie Europese vroege moderne mens voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De rond 100.000 jaar geleden uit Oost-Afrika via Zuid-Arabië in Zuidoost-Iran komende moderne mens verspreidde zich slechts geleidelijk naar het westen. Pas omstreeks 55-50.000 jaar geleden was geheel het Midden-Oosten bevolkt, waarna een remigratie naar Noord-Afrika en een geleidelijke verspreiding over Europa begon. De vroegste Europese vondsten zijn 43.000 tot 45.000 jaar oud. Hoewel men vroeger dacht dat er geen vermenging met neandertalers plaatsvond[2] blijkt dit naar huidig inzicht wel gebeurd te zijn. In Europa verdween de neanderthaler ongeveer 32.000-34.000 jaar geleden.

De Europese vroege moderne mens verschijnt blijkens dateringen van archeologische vondsten ca. 40.000 jaar geleden in West-Europa. Hij werd bekend door de vondsten van skeletresten in onder meer Cro-Magnon, Aurignac en La Madeleine in de vallei van de Vézère.

Het was een latere tijdgenoot van de neanderthaler. Deze oudere mensensoort werd na het verschijnen van de moderne mens langzaam zeldzamer en stierf ten slotte uit. Of de neanderthalers verdrongen zijn door de moderne mens en wat de oorzaak van hun uitsterven was, is nog steeds onduidelijk. DNA-onderzoek heeft aangetoond dat er een zekere mate van vermenging optrad, en de huidige Europeanen en Aziaten (echter niet de Afrikanen) gemiddeld 2-4% neanderthalgenen bezitten. Een vroeg bewijs van deze vermenging geeft het dijbeen van Oest-Isjim uit West-Siberië.

Het skelet van de cro-magnonmens is anatomisch niet te onderscheiden van de huidige mens. Er zijn wel grote verschillen met het skelet van de neanderthaler. Vergeleken met deze laatste was de cro-magnonmens qua lichaamsbouw tengerder en minder gespierd, maar wel langer: gemiddeld mat hij 1,75 m tot 1,80 m. De schedels van beide soorten vertonen ook grote verschillen.

De moderne mens bracht schilderingen aan op rotswanden en in grotten. De bekendste daarvan zijn die te Lascaux in Frankrijk en Altamira in Spanje. Hij was een jager op groot wild, onder andere op de wolharige mammoet en de wolharige neushoorn. Deze dieren werden ook in de schilderingen afgebeeld.

Grafvondsten zijn o.a. bekend uit Soengir in Rusland.