Naar inhoud springen

London Interbank Offered Rate

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Libor)

London Interbank Offered Rate (LIBOR) was de gemiddelde referentierentevoet waartegen een selectie van banken op de Londense geldmarkt elkaar leningen verstrekt voor een bepaalde termijn. De looptijd van deze interbancaire leningen ligt tussen een dag en twaalf maanden en wordt voor tien verschillende valuta’s gegeven. De LIBOR was de belangrijkste benchmark in de wereld voor korte-termijnrentes. Op de financiële markten werd de Libor gebruikt als basisrente bij onder meer futures, opties en swaps, terwijl banken deze gebruiken bij het bepalen van de rentes op leningen, spaarrekeningen en hypotheken.

Aangezien niet alle banken elke dag voldoende grote sommen geld in alle valuta’s verhandelen, zijn de verschillende LIBOR-tarieven niet gebaseerd op werkelijke transacties, maar op een gemiddelde van de panelbanken. Deze geven iedere werkdag rond 11 uur Britse tijd aan Thomson Reuters per looptijd de laatkoers die zij verwachten. Hiervan worden het eerste en vierde kwartiel afgehaald, de laagste en hoogste 25%. Van de resterende 50% wordt het gemiddelde berekend en als Libor-rente gepubliceerd.[1]

In 1986 werden voor drie valuta’s tarieven vastgesteld. Dit waren de Amerikaanse dollar, het Britse pond sterling en de Japanse yen. In de jaren daarna werden dit er zestien. Nadat een aantal van deze valuta's in 2000 opgingen in de euro bleven er tien over:

Tot 1998 was de kortste looptijd 1 maand, waarna het tarief voor een week werd toegevoegd. In 2001 werden ook tarieven voor een dag en twee weken geïntroduceerd:

  • 1 nacht
  • 1 week
  • 2 weken
  • 1 maand
  • 2 maanden
  • 3 maanden
  • 6 maanden
  • 12 maanden

Liborschandaal

[bewerken | brontekst bewerken]

Toen naar buiten kwam dat sommige banken deze rente sinds 1991 al opzettelijk soms te hoog of te laag opgaven, was het Liborschandaal geboren. Omdat de Libor ook in de Verenigde Staten wordt gebruikt om de prijs van derivaten te berekenen, kwamen ook de Amerikaanse toezichthouders in actie.

Barclays en UBS waren de eerste twee deelnemers, die een schikking troffen van respectievelijk 460 miljoen en 1,5 miljard dollar. RBS kreeg een boete van 612 miljoen dollar.[2] Rabobank schikte eveneens en betaalde een boete van 774 miljoen euro.[3] Rabo-topman Piet Moerland besloot op 29 oktober 2013 dientengevolge vervroegd op te stappen.[4] Fiscaal gezien had de bank het recht om deze boete af te trekken van de winst, zodat het over dit lagere bedrag vennootschapsbelasting had kunnen betalen, maar de bank zag hiervan af.[5] De Britse Lloyds bank schikte in juli 2014 voor 370 miljoen dollar.[6] Ook de Europese Unie heeft boetes van in totaal 0,5 miljard euro uitgedeeld wegens manipulaties met de Libor voor de Japanse yen.[7] In april 2014 schikte Deutsche Bank met Britse en Amerikaanse autoriteiten voor 2,3 miljard euro, UBS betaalde 1,5 miljard dollar.[8]

Onder de individuele bankmedewerkers die vervolgd worden, is Takayuki Y., een oud Rabobankmedewerker. Hij bekende schuld aan de Amerikaanse rechter.[9][10] De ex-Rabobankmedewerker Paul Robson bekende als tweede in augustus 2014 schuld bij een rechtbank in New York.[11] Op 3 augustus 2015 veroordeelde een Londense rechtbank de Brit Tom Hayes tot 11 jaar cel wegens manipulatie van de Libor-rente.[12] Maart 2016 werden in New York voormalige Rabo-medewerkers Antony Allen en Anthony Conti tot respectievelijk 2 en 1 jaar cel veroordeeld.[13] Maar in juli 2017 werd deze straf vernietigd in hoger beroep door de federale rechter in New York.[14]

Amerikaanse beleggers bereidden intussen een collectieve schadevergoedingsregeling voor tegen alle deelnemers aan Libor. Op 31 oktober 2013 kwam de Amerikaanse hypotheekbank Fannie Mae met een eis tot schadevergoeding jegens de negen grootste banken ter wereld inzake de manipulaties met het Libor-tarief.[15]

De (anonieme) klokkenluider die de cruciale tip leverde, kreeg in oktober 2021 vooruitzicht op een recordbeloning van 200 miljoen dollar, een deel van de boetepot die ruim 3 miljard dollar groot was.[16]

Tot 1 februari 2014 stelde de British Bankers' Association (BBA) met de Foreign Exchange and Money Markets Committee (FX&MMC) jaarlijks een panel van minstens acht en maximaal zestien banken per valuta samen. De banken werden geselecteerd op marktvolume, reputatie en kennis van de valuta.

Als gevolg van het schandaal ging de verantwoordelijkheid per 1 februari 2014 over naar Intercontinental Exchange (ICE).[17] De systematiek voor de samenstelling van het LIBOR tarief is overigens door ICE niet in essentie gewijzigd. Het bleek in 2017 nog steeds noodzakelijk dat ook de inmiddels bestrafte banken aan het systeem bleven meewerken.[18] De FED vreesde zelf op 6 augustus 2021 dat een rechtelijke uitspraak, die Libor abrupt verbood, tot grote chaos zou kunnen leiden.[19]

Opvolger LIBOR

[bewerken | brontekst bewerken]

Per 1 juli 2023 is de Libor afgeschaft en vervangen door betrouwbaardere financiële mechanismen, bijvoorbeeld door SONIA voor Britse ponden, TONAR voor de Japanse yen, en SARON voor de Zwitserse frank.[20][21]