Bruine vuurvlinder
Bruine vuurvlinder | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Mannetje | |||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Lycaena tityrus (Poda, 1761) Originele combinatie Papilio tityrus | |||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||
Bruine vuurvlinder op Wikispecies | |||||||||||||
|
De bruine vuurvlinder (Lycaena tityrus, synoniem Heodes tityrus) is een vlinder uit de familie Lycaenidae (kleine pages, vuurvlinders en blauwtjes).
Kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]Het mannetje is donker, de wijfjes daarentegen hebben geel-rode vleugels met sterk contrasterende zwarte vlekken.
Verspreiding en leefgebied
[bewerken | brontekst bewerken]De vrij kleine vlinder komt in graslanden, heiden en venen voor in heel Centraal- en Zuid-Europa. De bruine vuurvlinder vliegt van zeeniveau tot op 2500 meter hoogte in berggebieden.
In Nederland is de vlinder zeldzaam, hij komt voor op de Veluwe en in Drenthe. De vliegtijd is van april tot en met september. De soort staat op de Rode Lijst van dagvlinders (2019) vermeld als kwetsbaar.
Waardplanten
[bewerken | brontekst bewerken]De rups overwintert. Waardplant zijn schapenzuring en veldzuring uit de duizendknoopfamilie (Polygonaceae).
Nectarplanten
[bewerken | brontekst bewerken]De eerste generatie (mei-juni) is afhankelijk van bloeiende braam. Voor de tweede generatie (jul/aug) zijn struikhei, gewone dophei, akkerdistel en tijm belangrijke nectarplanten.
Synoniemen
[bewerken | brontekst bewerken]- Papilio acrion Pontoppidan, 1763
- Papilio dorilis Hufnagel, 1766
- Papilio dorilas Rottemburg, 1775
- Papilio circe Schiffermüller, 1775
- Papilio xanthe Schiffermüller, 1775
- Papilio phocas Rottemburg, 1775
- Chrysophanus hypoxanthe Kirby, 1862
- Lycaena dorilis Kirby, 1882
- Polyommatus dorilis orientalis Staudinger, 1881
- Palaeoloweia opisthochros Verity, 1939
- Lycaena tityrus argentifex Bálint, 1990
- J. Moucha (vertaling B.J. Lempke); Dagvlinders; Omega Boek Produkties; Amsterdam; 1980; ISBN 90 6057 047 2