BMR-vaccin
Het BMR-vaccin, MBR-vaccin, MMR-vaccin of 3-in-1-vaccin is een vaccin dat als bestrijding tegen de besmettelijke kinderziekten bof, mazelen en rodehond (BMR) dient. Hoewel de drie ziektes bij het merendeel van de mensen bekendstaan als onschuldige kinderziektes kunnen besmettingen in een klein deel van de gevallen op lange termijn voor ernstige complicaties zorgen, tot zelfs een levenslange handicap. De belangrijkste reden om de rodehond te voorkomen is dat deze ziekte bij zwangere vrouwen grote schade aan het ongeboren kind kan veroorzaken, tot zelfs een miskraam. De bof leidt in zeer zeldzame gevallen tot hersenvliesontsteking of onvruchtbaarheid bij mannen.
Er bestaan ook vaccins voor elk van de ziekten apart. Ze worden enkel gebruikt tijdens uitzonderlijke situaties, als er bijvoorbeeld een epidemie is uitgebroken. In Nederland worden kinderen sinds 1 januari 1987[1] ingeënt met dit vaccin op de leeftijd van 14 maanden en 9 jaar. Dit vaccin is onderdeel van het vaccinatieprogramma in Nederland en België. Hiervoor werden meisjes sinds 1974 ingeënt tegen rodehond en vanaf 1976 alle kinderen tegen mazelen.
Voordelen
[bewerken | brontekst bewerken]Bij 90 tot 98 procent van de kinderen zorgt één inenting met dit vaccin voor een levenslange afweer tegen deze ziekten. De tweede injectie op negenjarige leeftijd dient slechts voor bescherming aan diegenen die door het eerste vaccin niet voldoende werden beschermd.
Bovendien staat het vaccin sinds de wereldwijde uitbraak van SARS-CoV-2 in de belangstelling, omdat er aanwijzingen bestaan dat het vaccin bescherming kan bieden tegen het virus[2][3][4].
Veiligheid
[bewerken | brontekst bewerken]De vaccinatie brengt weinig risico's met zich mee. Toch kunnen zich in sommige gevallen milde symptomen voordoen. Daarnaast dienen voorzorgsmaatregelen genomen te worden.
Voorzorgsmaatregelen
[bewerken | brontekst bewerken]Het is belangrijk dat het kind op het moment van de vaccinatie geen ernstige ziekten of hoge koorts heeft. Het moet worden gemeld aan de arts als het kind allergisch is voor eieren of bepaalde geneesmiddelen. Het vaccin mag niet worden toegediend wanneer het afweersysteem is verzwakt, door bijvoorbeeld kanker, kinderen die steroïden gebruiken, aids hebben, bestraald worden of chemotherapie krijgen.
Bijwerkingen
[bewerken | brontekst bewerken]De BMR-inenting geeft meestal weinig bijwerkingen. Als ze voorkomen, zijn ze mild en duren ze kort. Bijwerkingen beginnen pas 5 tot 12 dagen na de vaccinatie.
- 1 op de 10 tot 20 kinderen wordt na de eerste BMR-prik hangerig, krijgt koorts en/of huiduitslag. Dat duurt meestal 1 of 2 dagen.
- Sommige kinderen krijgen hoge koorts en heftige huiduitslag.
- Bij heel hoge koorts kunnen sommige kinderen koortsstuipen krijgen. Dat gebeurt bij 1 op de 5000 tot 10.000 kinderen.
- Heel zelden komt een tekort aan bloedplaatjes voor. Dat is bij 1 op de 25.000 kinderen en gaat vanzelf weer over.
- Zeer zelden krijgen kinderen gewrichtsklachten. Ook die gaan vanzelf weer over. Bij volwassenen komt dit vaker voor.
- Zeer zelden: Vasculitis
Zie de bijsluiter voor de bijwerkingen zoals door de producent vermeld: [5]
- Na de tweede BMR-prik zijn er bijna nooit klachten.
Omdat het BMR-vaccin een levend verzwakt virus (of beter gezegd 3 virussen) is, mag het niet aan zwangere vrouwen worden gegeven. Vrouwen moeten tot vier weken na een BMR-vaccinatie voorkomen dat zij zwanger worden.[6]
Complicaties
[bewerken | brontekst bewerken]Het grootste deel van de gevaccineerde kinderen ondervindt weinig tot geen complicaties. Na de vaccinatie kan de injectieplaats een beetje rood, opgezwollen of pijnlijk zijn, maar dat wordt na een paar dagen minder. Binnen één tot twee weken na de vaccinatie ontstaan er in 5 tot 15 procent van de gevallen enige uitslag, lichte koorts en lichte opzwelling van de klieren in de wangen, nek of onderkaak. In ongeveer één op een miljoen van de gevallen ontstaat hoge koorts die gepaard gaat met toevallen. In sommige gevallen treedt één tot drie weken na de vaccinatie pijn, stijfheid of zwelling in één of meer gewrichten op die hoogstens drie dagen duurt. Heel zelden duurt deze pijn of stijfheid een maand of langer of keert deze terug.
Weerlegde theorie BMR-vaccin als oorzaak autisme
[bewerken | brontekst bewerken]BMR-vaccinatie is ten onrechte in verband gebracht met autisme. In 2012 bleek uit het tot dan meest omvangrijke meta-onderzoek dat er geen relatie is tussen het BMR-vaccin en autisme. Eveneens stelden de onderzoekers vast dat er geen relatie is tussen autisme (ook autismespectrumstoornis genoemd) en vaccins. Het onderzoek - dat later diverse malen is herhaald - vergeleek verschillende studies onder in totaal ruim 14 miljoen kinderen.[7]
Een onderzoek van chirurg Andrew Wakefield, dat als enige wetenschappelijk onderzoek een verhoogd risico op autisme na vaccinatie suggereerde, bleek frauduleus tot stand gekomen.[8] In februari 2010 trok The Lancet (het wetenschappelijk tijdschrift dat het aanvankelijk publiceerde) de publicatie weer in.[9][10] Wakefield had het onderzoek ondeugdelijk uitgevoerd. Daarnaast bleek dat hij belanghebbend was aangezien hij een alternatieve vaccinatie gepatenteerd had. Hij bleek tevens betaald te worden door een advocaat die een zaak voorbereidde tegen BMR-vaccinatie.[9] Andrew Wakefield werd hierom uit het artsenregister geschrapt en mag niet meer praktiseren in het Verenigd Koninkrijk.
Onderzoek gepubliceerd in 2017 liet zien dat autisme wellicht meer gediagnosticeerd wordt omdat men zich meer bewust is van deze aandoening, en omdat er gevoeliger methodes zijn om autisme vast te stellen. Er is echter ook in dit onderzoek geen bewijs gevonden voor een relatie met het BMR-vaccin.[11]
Handelsmerken
[bewerken | brontekst bewerken]- M-M-Rvaxpro door Sanofi Pasteur MSD, een divisie van Sanofi.
- BMR-vaccin door Nederlands Vaccin Instituut
- RIVM/BMR
- RIVM over bof + mazelen + rodehond
- medicinfo.nl
- ↑ Het Vrije Volk, 29 mei 1986 op delpher.nl
- ↑ Maarten Keulemans, Weer aanwijzingen dat BMR-vaccin beschermt tegen corona. de Volkskrant (2 mei 2020). Gearchiveerd op 10 oktober 2021. Geraadpleegd op 2 mei 2020.
- ↑ (en) Robin Franklin, Adam Young, Bjoern Neumann, Rocio Fernandez, Alexis Joannides, Amir Reyahi, Yorgo Modis, Homologous protein domains in SARS-CoV-2 and measles, mumps and rubella viruses: preliminary evidence that MMR vaccine might provide protection against COVID-19. MedRxiv (10 april 2020). Gearchiveerd op 2 mei 2020. Geraadpleegd op 2 mei 2020.
- ↑ Jeffrey E. Gold, William H. Baumgartl, Ramazan A. Okyay, Warren E. Licht, Paul L. Fidel Jr., Mairi C. Noverr, Larry P. Tilley, David J. Hurley, Balázs Rada, John W. Ashford, Analysis of Measles-Mumps-Rubella (MMR) Titers of Recovered COVID-19 Patients (Published online November 20, 2020). Gearchiveerd op 24 november 2020. Geraadpleegd op 25 november 2020.
- ↑ [1], Bijsluiter bij vaccin M-M-RVAXPRO (mazelen-bof-rubella)
- ↑ LCI-richtlijn Mazelen (morbilli), Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
- ↑ (en) Carlo Di Pietrantonj, Alessandro Rivetti, Pasquale Marchione, Maria Grazia Debalini en Vittorio Demicheli (22 november 2021). Vaccines for measles, mumps, rubella, and varicella in children. Cochrane Database of Systematic Reviews . DOI:10.1002/14651858.CD004407.pub5. "Conclusions - Our review shows that MMR, MMRV and MMR+V vaccines are effective in preventing the infection of children by measles, mumps, rubella and chickenpox, with no evidence of an increased risk of autism."
- ↑ (en) Deer, Brian (5 januari 2011). How the case against the MMR vaccine was fixed. BMJ 342: 77-82. DOI:10.1136/bmj.c5347.
- ↑ a b Wetenschappelijk tijdschrift trekt artikel in. NU.nl (3 februari 2010). Gearchiveerd op 5 februari 2010. Geraadpleegd op 26 februari 2023.
- ↑ (en) (15 maart 2011). Corrections - Wakefield’s article linking MMR vaccine and autism was fraudulent. BMJ 2011 (342:d1678). DOI:10.1136/bmj.d1678. "The BMJ should have declared competing interests in relation to this editorial by Fiona Godlee and colleagues."
- ↑ (en) Anthony R. Mawson, Brian D. Ray, Azad R. Bhuiyan en Binu Jacob (24 april 2017). Pilot comparative study on the health of vaccinated and unvaccinated 6- to 12-year-old U.S. children. Gearchiveerd op 13 september 2017. Journal of Translational Science 3 (3): 1-12. DOI:10.15761/JTS.1000186.