Betoncitroenkorst
Betoncitroenkorst | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Gyalolechia flavovirescens (Wulfen) Søchting, Frödén & Arup (2013 [1]) | |||||||||||||
Synoniemen | |||||||||||||
Callopisma aurantiacum var. flavovirescens | |||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||
|
De betoncitroenkorst (Gyalolechia flavovirescens) is een korstmos uit de familie Teloschistaceae. Hij komt voor op rotsen, kalksteen, cement en beton. Hij groeit vooral op horizontale, tijdelijke vochtige kalkrijke steenoppervlakken, zoals stoeptegels.[2]
Kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]De betoncitroenkorst is een korstvormige soort met een in beton of kalksteen verzonken geelgrijs thallus en gele apothecia. Het thallus is enigszins afgebakend zonder lobben aan de zijkant. De apothecia kunnen een diameter van minder dan 1 mm tot maximaal 2 mm hebben. Landslakjes eten deze korstmos en kunnen het schade toebrengen.
Doordat de korstmos een hoge dosis straling aankan, was hij betrokken in een onderzoek naar de overleving van levende wezens in de ruimte.[3]
Deze soort heeft de volgende kenmerkende kleurreacties: K+ (rood) op zowel thallus als apotheciumrand. De ascosporen zijn hyaliene, ellipsoïde en meten 12,5-15,5 (-17) × 5,5-8,5 µm.
Vergelijkbare soorten
[bewerken | brontekst bewerken]Hij verschilt van onder meer het muurzonnetje (Athallia holocarpa) en de kleine citroenkorst (Flavoplaca oasis) in de relatief grote, grijze thalli en gele (niet duidelijke oranje) apothecia.
Verspreiding
[bewerken | brontekst bewerken]In Nederland komt hij vrij algemeen voor. Hij is niet bedreigd en staat niet op de rode lijst.[2]
Foto's
[bewerken | brontekst bewerken]-
Spore
-
Sporen
-
Asci met ascosporen
-
Preparaat