Naar inhoud springen

Brian Donlevy

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Brian Donlevy
Donlevy in 1943
Donlevy in 1943
Algemene informatie
Volledige naam Waldo Brian Donlevy
Geboren Cleveland, 9 februari 1901
Overleden Woodland Hills, 6 april 1972
Land Verenigde Staten
Werk
Jaren actief 1924 - 1969
Beroep Acteur
(en) IMDb-profiel
(en) IBDB-profiel
(mul) TMDb-profiel
(en) AllMovie-profiel
Portaal  Portaalicoon   Film

Brian Donlevy (Cleveland, 9 februari 1901 - Woodland Hills, 6 april 1972) was een Amerikaans acteur die met hoofdzakelijk bijrollen in ruim negentig films actief was in de jaren dertig, veertig en vijftig.

Leven en werk

[bewerken | brontekst bewerken]

Vanaf de vroege jaren twintig speelde Donlevy bijrolletjes in stomme films. Zijn eerste rol van enige omvang kreeg Donlevy in het drama School for Wives (1925).

Nog in 1925 speelde hij een kleine rol op Broadway in het toneelstuk What Price Glory?. Het toneelstuk liep twee jaar en was een groot succes zodat (ook) zijn naam bekend werd. Vervolgens maakte hij onder meer deel uit van de cast van de langlopende musical (1927-1928) Hit the Deck. Een laatste persoonlijk succes behaalde hij in 1934 in het stuk Life Begins at 8:40.

Barbary Coast, een tijdens de goldrush gesitueerde western van Howard Hawks, betekende in 1935 Donlevy's opstapje naar de roem. Hij vertolkte er in een bijrol de handlanger van de machtige eigenaar van een goktent. Deze film bevatte kenmerken van de western, de misdaadfilm en het drama, filmgenres waarin Donlevy zich zou bekwamen.

Tussen 1935 en 1938 verscheen Donlevy als de mannelijke hoofdrolspeler in een tiental B-films waarvan de actiefilm Human Cargo en de tragikomedie High Tension, beiden van Allan Dwan, vermeldenswaardig zijn.

Belangrijke films

[bewerken | brontekst bewerken]

De misdaadfilm This Is My Affair (1937) en de dramatische rampenfilm In Old Chicago (1937) waren echter twee A-films. Hij acteerde naast respectievelijk Robert Taylor en Tyrone Power als respectievelijk een van de leiders ven een bende bankovervallers en een listige plaatselijke zakenman.

In 1939 verscheen hij, opnieuw in de bijrol van snoodaard, in vier westerns: in Allegheny Uprising waas hij een handelaar die de indianen van geweren voorziet, in Jesse James was hij een malafide vertegenwoordiger van een spoorwegmaatschappij, in Union Pacific de handlanger van een financiële opportunist en in Destry Rides Again een salooneigenaar zonder scrupules.

Nog in 1939 gaf hij in de avonturenfilm Beau Geste gestalte aan een sadistische sergeant van het Frans Vreemdelingenlegioen. Voor deze bescheiden rol werd hij genomineerd voor de Oscar voor beste mannelijke bijrol.

Preston Sturges

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1940 nam Donlevy de titelrol van de politieke satire The Great McGinty, het debuut van Preston Sturges, voor zijn rekening. In deze karakterstudie gaf hij gestalte aan een man die wel stoer is maar geen foute vent is. Hij hernam de rol in The Miracle of Morgan's Creek (1944), een erg komische screwball comedy van dezelfde cineast.

Het kwartet westerns van 1939 kende heel veel opvolgers. Het meest vermeldenswaardig zijn: When the Daltons Rode (1940) waarin hij een van de broers van de Daltonbende was, The Great Man's Lady (William A. Wellman, 1942), Canyon Passage (Jacques Tourneur, 1946) en Cowboy van westernspecialist (Delmer Daves, 1958).

Er volgden ook nog heel wat misdaadfilms/films noirs. Het meest vermeldenswaardig zijn:

  • The Glass Key (1942) waarin Donlevy een ten onrechte van moord verdachte politicus was,
  • Hangmen Also Die! (Fritz Lang, 1943) waarin hij de Tsjechoslowaakse patriot en verzetsstrijder gestalte gaf die een geslaagde aanslag pleegde op de wrede nazileider Reinhard Heydrich,
  • Kiss of Death (1947) waarin hij een assistent-officier van justitie vertolkte,
  • Impact (1949) waarin hij een rijke, geslaagde zakenman is wiens vrouw haar minnaar de opdracht geeft hem te vermoorden,
  • The Big Combo (1955) waarin hij de rechterhand was van een sadistische gangster.

Donlevy werd als hoge officier gecast in een aantal Tweede Wereldoorlogsfilms. In het heel succesrijke Wake Island (1942) was hij majoor, in Stand by for Action (1942) luitenant-commandant, in Command Decision (1948) generaal, in Never So Few (1959) generaal en in The Pigeon That Took Rome (1962) kolonel, en dit in het gezelschap van tal van andere bekende acteurs-hoge militairen (onder meer Robert Taylor, Clark Gable, Walter Pidgeon, Frank Sinatra en Charlton Heston).

Latere carrière: jaren vijftig en zestig: genrefilms (meestal B-films)

[bewerken | brontekst bewerken]

Voorbeelden hiervan zijn:

Na de racefilm Pit Stop (1969) trok Donlevy zich terug uit de filmwereld om kortverhalen en gedichten te schrijven.

Donlevy trouwde in 1936 met zangeres Marjorie Lane (1912-2012). Ze kregen een dochter Judy. Hun huwelijk strandde in 1947. In 1966 trouwde Donlevy voor de tweede keer, met Lillian Arch (1911-1981), de ex-vrouw van acteur Bela Lugosi die ooit zijn assistente was bij zijn radio- en televisieseries Dangerous Assignment (1949-1953).

Donlevy overleed in 1972 op 71-jarige leeftijd aan keelkanker.

Filmografie (selectie)

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Derek Sculthorpe: Brian Donlevy, the Good Bad Guy: A Bio-Filmography, McFarland & Company, 2016
Zie de categorie Brian Donlevy van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.