Naar inhoud springen

Cenwalh van Wessex

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Cenwalh
? - 672/673?
Fragment van een manuscript van de Angelsaksische kroniek waarin Cenwalh en zijn afkomst wordt vermeld (linkerbovenhoek: "Cenwealh wæs Cynegilses sunu").
Fragment van een manuscript van de Angelsaksische kroniek waarin Cenwalh en zijn afkomst wordt vermeld (linkerbovenhoek: "Cenwealh wæs Cynegilses sunu").
Koning van Wessex
Periode 642-645
Voorganger Cynegils
Opvolger Cenberht (?)
Koning van Wessex
Periode 648-672/673
Voorganger Cenberht (?)
Opvolger Seaxburg
Vader Cynegils
Dynastie Huis Wessex
Broers/zussen Cwichelm
Centwine
Cyneburg
Partner (1) Zus van Penda van Mercia
(2) Seaxburg

Cenwalh (ook Cenwealh, Cenuualch, Cenuualh, Cenwalch, Cenwall, Coenwalh, Coinualch, Cynewalc, Cynewalh, Kenwealh, Kynewalh, enz. genoemd; ? - 672/673) was van 642 tot 672/673,[1] met een onderbreking van 645 tot 648, koning van de Gewissæ, een volksgroep, die in de late 7e eeuw als de "West-Saksen" het Angelsaksische koninkrijk Wessex zouden stichten.[2]

Kaart met de veldslagen van Penda van Mercia (slag bij Cirencester: onderaan).

Hij was afkomstig uit het huis Wessex en was een zoon van Cynegils.[3] Cenwalh was twee keer getrouwd, eerst met een zus van koning Penda van Mercia,[4] die hij in 645 verstootte om vervolgens te trouwen met Seaxburg.[5] Er zijn geen nakomelingen van Cenwalh bekend.

De slag bij Cirencester in 628[6] tegen de opkomende Penda van Mercia, verliep weinig succesvol voor zijn vader en eindigde met een vredesverdrag.[7] Dit verdrag voorzag blijkbaar het huwelijk van Cenwalh met de zus van Penda. Ook de hegemonie over de regio rond Cirencester in het koninkrijk Hwicce, waar zowel Angelen als Saksen zich vestigden, ging over in de handen van Mercia.[8] Daarin lijkt een van de redenen voor de zuidwaartse expansie van de Gewissæ te liggen.[9] Deze slag was het begin van de rivaliteit tussen Wessex en Mercia, die tot in de 9e eeuw zou aanslepen.[10]

Cenwalh volgde zijn vader Cynegils in 642[11] op de troon op.[12] In 645[13] overviel koning Penda van Mercia de Gewissæ opnieuw, omdat, aldus Beda Venerabilis, Cenwalh zijn vrouw, Penda's zus, had verstoten. Cenwalh vluchtte naar het hof van koning Anna van East Anglia, die een vijand van Penda was. Tijdens zijn ballingschap werd Cenwalh, die in tegenstelling tot zijn vader en zijn broer nog niet was gedoopt, door Anna in 646[14] tot het christendom bekeerd en door bisschop Felix[15] gedoopt.[4] Wie tijdens zijn ballingschap de heerschappij over zijn Koninkrijk uitgeoefend, is niet geweten.[12] Mogelijkerwijs regeerde Cenberht, de vader van de toekomstige koning Cædwalla, in die tijd.[16]

In 648 slaagde Cenwalh er onder onbekende omstandigheden in terug aan de macht te komen. Zijn neef Cuthred, de zoon van zijn in 636 overleden broer Cwichelm,[17] liet waarschijnlijk ook zijn aanspraken op de troon gelden. Cenwalh schonk in 648 grote landerijen (3000 hidas groot) bij Ashdown in Berkshire, een tussen de Gewissæ en Mercia betwist gebied, aan Cuthred.[12] Het gebied stemde overeen met bijna de helft van een koninkrijk als Lindsey, Sussex of Essex.[18] Cuthred en ook Cenberht lijken subreguli ("onderkoningen") te zijn geweest.[19] Toen bisschop Birinus in 650[20] overleed, stelde Cenwalh Agilbert, een Frank, die in Ierland had gestudeerd,[4] aan als nieuwe bisschop in Dorchester-on-Thames.[12] Met Northumbria onderhield Cenwalh, evenals zijn vader goede contacten. De gemeenschappelijke vijandschap met Mercia, maar ook de banden van de Westsaksische bisschop Agilbert met de Northumbrische clerus, maakte het Cenwalh mogelijk een verzoening tussen de onderkoning Ealhfrith van Deira (656-664) met bisschop Wilfrid van York te bewerkstelligen.[21]

In 652 vocht Cenwalh een slag uit bij Bradford-on-Avon.[22] Zijn vijanden en de achtergronden van de slag zijn niet overgeleverd, doch is een confrontatie met Mercia waarschijnlijker dan een gevecht tegen de Britten.[23] In 658 sloeg Cenwalh de Walas (Britten) bij Peonnan (onzeker,[24] vermoedelijk Penselwood in Somerset[23]) op de vlucht en hij achtervolgde hen tot aan de rivier de Parrett.[25] Ondanks deze overwinning escaleerde de situatie op de Noordelijke grens en leidde tot een verplaatsing van haar invloedssfeer naar het zuidwesten. Het Jutse zuidelijke Hampshire en de Britse gebieden in westelijk Wiltshire, Dorset en Somerset vielen vermoedelijk tijdens Cenwalhs regering toe aan de Gewissæ.[12]

Kaart van het koninkrijk Wessex met de liggingen van de kloosters.

Rond 660 stichtte Cenwalh een nieuw bisdom in Winchester en stelde Wina (660-663) als haar eerste bisschop aan.[4] Het was voor Cenwalh blijkbaar niet meer mogelijk, het gebied van de Opper-Thames te beschermen.[12] Bisschop Agilbert verliet Engeland in 660.[26] In 661 viel koning Wulfhere van Mercia Wessex binnen. Cenwalh bereidde zich bij Posentesbyrg (locatie onbekend) voor op de slag. Door Wulfhere achtervolgt, moest hij zich echter tot in Ashdown in Berkshire terugtrekken.[12] Cenwalh brouilleerde zich rond 663 met bisschop Wina, die naar Wulfhere van Mercia vluchtte.[4] De Gewissæ bleven enkele jaren zonder bisschop, totdat Cenwalh Agilbert tot een terugkeer wou bewegen. Deze was intussen bisschop van Parijs geworden, maar regelde het zo dat zijn neef Leuthhere in 670 in zijn plaats tot bisschop werd benoemd en door aartsbisschop Theodorus van Canterbury werd gewijd.[12] Cenwalh genoot in Winchester hoog aanzien, doch zijn de landschenkingen bij gelegenheid van de oprichting van het bisdom niet door middel van contemporaine charters[27] geattesteerd. De oorspronkelijke, aan Sint-Pieter gewijde[11] "Church of Old Minster" kon echter door archeologische opgravingen worden aangetoond een streng geometrische stenen kerk uit zijn tijd te zijn geweest.[12] Ook latere oorkonden verwijzen terug naar Cenwalhs stichting.[28]

Het klooster "Sherborne Abbey" in Sherborne (Dorset) ging waarschijnlijk terug op een door Cenwalh gestichte kerk terug. De echtheid van een desbetreffend charter,[29] is echter omstreden.[12] In Sherborne, het voormalige Britse Lanprobus, stond reeds in de tijd voor de Saksen een kerk.[30] Een charter[31] uit 670 getuigt van een landschenking aan Beorhtwald, abt van de Glastonbury Abbey, maar is waarschijnlijk een vervalsing.[32] In 672 nam Cenwalh voor enige tijd van Benedictus Biscop op aan zijn hof, die meteen van zijn vierde reis uit Rome naar Engeland was teruggekeerd.[12]

Volgens de Angelsaksische kroniek stierf Cenwalh in 672 en nam zijn weduwe Seaxburg een jaar lang de regering op zich.[33] Zij schijnt, wat uniek lijkt te zijn in de Angelsaksische geschiedenis, niet als regentes, maar uit eigen recht te hebben geheerst.[12] Zij is de enige koningin die in de Angelsaksische koningslijsten wordt genoemd. Beda bericht daarentegen, dat het rijk na Cenwalhs dood tussen onderkoningen was opgedeeld.[34] Deze rijksdeling lijkt waarschijnlijker te zijn.[35]

  1. B. Yorke, Kings and Kingdoms of early Anglo-Saxon England, Londen - New York, 2002, p. 133.
  2. S. Keynes, Kings of the West Saxons, in M. Lapidge -e.a. (edd.), The Blackwell Encyclopaedia of Anglo-Saxon England, Oxford - e.a., 2001, pp. 511–514.
  3. Angelsaksische kroniek s.a. 688.
  4. a b c d e Beda Venerabilis, Historia ecclesiastica III 7.
  5. Angelsaksische kroniek s.a. 495.
  6. Waarschijnlijk iets later, zie: D.P. Kirby, The Earliest English Kings, Londen - New York, 20002, p. 68. Gearchiveerd op 10 juni 2023.
  7. Angelsaksische kroniek s.a. 628
  8. B. Yorke, Kings and Kingdoms of early Anglo-Saxon England, Londen - New York, 2002, p. 136.
  9. B. Yorke, art. Cynegils, in Oxford Dictionary of National Biography, Oxford, 2004. (digitale versie[dode link] – betalend)
  10. B. Yorke, Wessex in the early Middle Ages (Studies in the Early History of Britain), Londen - New York, 1995, p. 57.
  11. a b Angelsaksische kroniek s.a. 643.
  12. a b c d e f g h i j k l B. Yorke, art. Cenwalh, in Oxford Dictionary of National Biography, Oxford, 2004. (digitale versie – betalend)
  13. Angelsaksische kroniek s.a. 645.
  14. Angelsaksische kroniek s.a. 646.
  15. Liber Eliensis I 7 (= J. Fairweather (trad.), Liber Eliensis. A History of the Isle of Ely from the Seventh Century to the Twelfth, compiled by a Monk of Ely in the Twelfth Century, Woodbridge, 2005, pp. 21-23).
  16. B. Yorke, Kings and Kingdoms of early Anglo-Saxon England, Londen - New York, 2002, p. 144. Gearchiveerd op 10 juni 2023.
  17. Angelsaksische kroniek s.a. 648.
  18. The Tribal Hidage op de website van de Universiteit van Georgetown.
  19. B. Yorke, Kings and Kingdoms of early Anglo-Saxon England, Londen - New York, 2002, pp. 143-146. Gearchiveerd op 10 juni 2023.
  20. Angelsaksische kroniek s.a. 650.
  21. Eddius Stephanus, Vita Sancti Wilfrithi 7 (= B. Colgrave (ed.), Eddius Stephanus. Vita Wilfredi, Cambridge, 1927, pp. 16-17). Gearchiveerd op 10 juni 2023.
  22. Angelsaksische kroniek s.a. 652.
  23. a b M. Costen, Origins of Somerset, Manchester - New York, 1992, pp. 80-81.
  24. B. Yorke, Wessex in the early Middle Ages (Studies in the Early History of Britain), Londen - New York, 1995, p. 53.
  25. Angelsaksische kroniek s.a. 658.
  26. Angelsaksische kroniek s.a. 660.
  27. Charter S229 wordt beschouwd als een vervalsing uit de 9e eeuw.
  28. Charter S393, S284, S242, S275, S309, S891.
  29. Charter S228.
  30. R. Faith, The English Peasantry and the Growth of Lordship, Londen - New York, 1999, p. 19.
  31. Charter S227.
  32. J.P. Carley (ed.) - D. Townsend (trad.), The Chronicle of Glastonbury Abbey: An Edition, Translation and Study of John of Glastonbury's "Cronica Sive Antiquatates Glastoniensis Ecclesie", Woodbridge - Rochester, 2009, p. xlvi.
  33. Angelsaksische kroniek s.a. 672.
  34. Beda Venerabilis, Historia ecclesiastica IV 12.
  35. B. Yorke, Kings and Kingdoms of early Anglo-Saxon England, Londen - New York, 2002, pp. 145–146.
  • Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Cenwalh op de Duitstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
  • M. Costen, Origins of Somerset, Manchester - New York, 1992. ISBN 9780719036750
  • S. Keynes, Kings of the West Saxons, in M. Lapidge -e.a. (edd.), The Blackwell Encyclopaedia of Anglo-Saxon England, Oxford - e.a., 2001, pp. 511–514.
  • D.P. Kirby - A. Smyth - A. Williams (edd.), A Biographical Dictionary of Dark Age Britain, Londen – New York, 1991. ISBN 9781852640477
  • B. Kjølbye-Biddle, The 7th century minster at Winchester interpreted, in L.A.S. Butler - R.K. Morris (edd.), The Anglo-Saxon church: papers on history, architecture, and archaeology in honour of Dr. H.M. Taylor, Londen, 1986, pp. 196–209.
  • D.P. Kirby, The Earliest English Kings, Londen - New York, 20002. ISBN 9780415242110
  • B. Yorke, Wessex in the early Middle Ages (Studies in the Early History of Britain), Londen - New York, 1995, pp. 53, 57, 81-82, 283. ISBN 9780718518561
  • B. Yorke, Kings and Kingdoms of early Anglo-Saxon England, Londen - New York, 2002, pp. 133, 135, 144-147, 171-172. ISBN 9780415166393 (digitale versie [PDF; 6,2 MB])
  • B. Yorke, art. Cenwalh, in Oxford Dictionary of National Biography, Oxford, 2004. (digitale versie – betalend)
  • B. Yorke, art. Cynegils, in Oxford Dictionary of National Biography, Oxford, 2004. (digitale versie[dode link] – betalend)
[bewerken | brontekst bewerken]
  • Cenwealh (2), in Prosopography of Anglo-Saxon England (PASE).
  • Cenwalh, in Foundation for Medieval Genealogy.