Naar inhoud springen

David van Royen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Zie het artikel over zijn vader David van Royen (1699-1764), jurist, secretaris van de Universiteit Leiden en interim-bibliothecaris
David van Royen
Geboren Leiden, 30 december 1727
Overleden Leiden, 29 april 1799
Geboorteland Nederland
Standaardafkorting D.Royen
Toelichting
De bovenaangeduide standaardaanduiding, conform de database bij IPNI, kan gebruikt worden om David van Royen aan te duiden bij het citeren van een botanische naam. In de Index Kewensis is een lijst te vinden van door deze persoon (mede) gepubliceerde namen.
Portaal  Portaalicoon   Biologie

David van Royen (Leiden, 30 december 1727 - aldaar, 29 april 1799) was een Nederlandse arts en plantkundige. Zijn doctorsgraad in de geneeskunde behaalde hij in 1752. Hij publiceerde Oratio de hortis publicis præstantissimis scientiae botanicae adminiculis, etc. in 1754.

Van Roijen, lid van de familie Van Roijen, was de opvolger van zijn oom Adriaan van Royen (1704-1779) als hoogleraar plantkunde aan de universiteit van Leiden en directeur van de Hortus botanicus Leiden. Hij werd zelf opgevolgd door Sebald Justinus Brugmans.

Publicaties (selectie)

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Specimen medicum inaugurale de intestinis crassis multorum malorum caussa et sede, quod... pro gradu doctoratus summisque in medicina honoribus… eruditorum examini submittit David Van Royen,… ad diem 24. augusti 1752… S. Luchtmans, Leiden, 1752. Proefschrift.
  • Davidis van Royen Oratio de hortis publicis : praestantissimus scientiae botanicae adminiculis, habita XIV. Junii MDCCLIV. quum ordinariam botanices professionem in Batava, quae Leidae est, Academia auspicaretur. Samuel Luchtmans, Leiden, 1754
  • Novae plantae Schwenckia dictae a celeb. C. Linnæo = Korte beschryving en afbeelding van een nieuw gewas en deszelfs kenteekens genaamt Schwenckia by den hooggeleerden heer C. Linnæus. J. van Karnebeek, 1766
  • Van der Aa: Biographisch woordenboek der Nederlanden: bevattende levensbeschrijvingen van zoodanige personen, die zich op eenigerlei wijze in ons vaderland hebben vermaard gemaakt. Deel 16, blz. 62. Van Brederode, Haarlem, 1875
  • Matthijs Siegenbeek: Geschiedenis der Leidsche hoogeschool: van hare oprigting in den jare 1575, tot het jaar 1825. 1832, blz. 205-206, online