De macabere macralles
De macabere macralles | ||||
---|---|---|---|---|
Stripreeks | Suske en Wiske | |||
Scenario | Paul Geerts | |||
Tekeningen | Paul Geerts | |||
Lijst van verhalen van Suske en Wiske | ||||
|
De macabere macralles is een stripverhaal uit de reeks van Suske en Wiske, het verscheen oorspronkelijk in een speciaal album voor Pro-Post (Postzegels verzamelen met Suske en Wiske uit 1993).
Locaties
[bewerken | brontekst bewerken]Dit verhaal speelt zich af op de volgende locaties:
Personages
[bewerken | brontekst bewerken]In dit verhaal spelen de volgende personages mee:
- Suske, Wiske, tante Sidonia, Lambik, Jerom, professor Barabas, Fons de facteur (postbode), Gustine Maca (heks), de duivel.
Uitvindingen
[bewerken | brontekst bewerken]In dit verhaal spelen de volgende uitvindingen een rol:
- de snelgroeier, de teletransfor.
Verhaal
[bewerken | brontekst bewerken]Professor Barabas geeft zijn oude apparaten een beurt als Suske, Wiske en Fons langskomen en bij hem blijven om boterhammen met bosbessenjam te eten. Wiske gooit een envelop met een postzegel uit de reeks Culturele nr 11 van 1992 onder de snelgroeier[1] met daarop een ontwerp van kunstenaar René Hausman. Het is een rasterdiepdruk waarvan de verkoop op 28 juni 1992 is ingegaan. Wiske is boos als de jam op blijkt te zijn en ze ziet dat de envelop met postzegel enorm zijn vergroot, waarop ze besluit de teletransfor[2] te gebruiken. Gustine Maca verschijnt in de cabine van de teletransfor met een pot tcha-tcha en ze zegt dat dit nectar van geplette bosbessen is. Professor Barabas slaat de pot uit Wiskes handen, maar ze heeft er al van gegeten. Ieder die van het goedje eet zal ook een heks worden, een macrâlle. Fons en Wiske veranderen inderdaad en vliegen op bezems richting Vielsalm met Gustine. Ze zorgen voor storm en hagel, een rupsenplaag en bij boeren wordt de melk zuur gemaakt.
Professor Barabas vertelt tante Sidonia en Lambik wat er is gebeurd en ook Jerom gaat mee naar Vielsalm om Wiske te zoeken. Gustine is met haar onderdanen in een hol onder een boom gegaan en daar komt hun meester, de duivel met een geitenkop. De duivel wil nog meer macrâlles en zijn onderdanen gaan op pad met nog meer tcha-tcha. De vrienden zijn in de Ardennen aangekomen en zien daar enorme molshopen en een vernielde oogst. Als Lambik aan een bewoonster vraagt of ze Gustine Maca kent schrikt ze enorm. Haar grootouders vertelden al over deze heks en nu gebeuren de rampen opnieuw. Dan zorgt Gustine samen met Fons en Wiske voor een hagelbui. Jerom kan de bende verslaan met hun eigen hagelstenen en ze blijven bewusteloos achter, waarna ze worden vastgebonden door Lambik. Maar Lambik laat zich beetnemen en laat de vrouwen los, waarna ze hem neerslaan en naar de bossen van Bonalfat vliegen.
Tante Sidonia vindt het hol van de duivel en Jerom gaat naar binnen en dan begint een gevecht. Gustine, Fons en Wiske komen ook bij de boom en vechten met Suske en tante Sidonia. Dan komt Lambik met een pot tcha-tcha en laat Fons en Wiske van de brij eten. Gustine is verbaasd als haar onderdanen plotseling weer normaal blijken te zijn. Lambik blijkt een pot bosbessenjam van Melanie meegenomen te hebben, en dit heeft hij verwisseld met de tcha-tcha. Dan komt de duivel uit de boom, maar hij valt neer. Jerom heeft gewonnen en ze stoppen de duivel met de heks in een grote pot. De pot ontploft en de duivel en Gustine vliegen de lucht in. De vrienden gaan naar huis, als Lambik een grapje maakt over macrâlles schiet tante Sidonia per ongeluk met een geweer op hem door de schrik.
Achtergronden bij het verhaal
[bewerken | brontekst bewerken]- In de legende over Gustine Maca en haar macralles draait het om bosbessenjenever en niet om bosbessenjam of tcha-tcha.
- Macralles is "heks" in het Waals.
- Tcha-tcha zijn geplette bosbessen.
Uitgaven
[bewerken | brontekst bewerken]Albumuitgaven | ||||
---|---|---|---|---|
Stripreeks of collectie | Nummer | Eerste druk | Voorganger | Opvolger |
Familiestripboek | 11 | 1996 |
- ↑ zie album De wolkeneters
- ↑ zie album Het rijmende paard