Naar inhoud springen

HMY Britannia (1954)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Marinevlag Verenigd Koninkrijk
Brittannia
De Brittannia bij het laatste vertrek vanuit Cardiff
De Brittannia bij het laatste vertrek vanuit Cardiff
Geschiedenis
Besteld 5 februari 1952
Werf John Brown & Company
Bouwnummer 691
Kiellegging 16 juni 1952
Tewaterlating 16 april 1953
Gedoopt 16 april 1953 door koningin Elizabeth II
In dienst 11 januari 1954
Uit dienst 11 december 1997
Eigenaren
Eigenaar The Royal Yacht Britannia Trust
Algemene kenmerken
Lengte 126 m
Breedte 17 m
Diepgang 4,6 m
Hoogte 42 m
Tonnenmaat 5.769 GT
Voortstuwing en vermogen 2 stoomturbines
Vaart 21,5 knopen (39.8 km/h)
IMO-nummer 8635306
Bereik 2.400 zeemijlen / 4.400 km
Capaciteit 250 gasten
Bemanning 21 officieren, 250 Royal Yachtsmen
Opmerkingen Museumschip
Locatie van het wrak
Brittannia (Edinburgh)
Brittannia
Brittannia
Edinburgh Stad: locatie
Portaal  Portaalicoon   Maritiem

Her Majesty's Yacht Britannia is een voormalig jacht van de Britse koninklijke familie. Het 126 meter metende schip werd gebouwd door de Schotse scheepswerf John Brown & Company, gevestigd te Clydebank. Het werd gedoopt door koningin Elizabeth II en te water gelaten op 16 april 1953. Het schip werd op 11 december 1997 uit de vaart genomen. Het is anno 2021 een museumschip.

Het jacht heeft drie masten, waarvan de hoogste 42 meter lang is. Het kon een snelheid bereiken van 21,5 knopen. Sinds de ingebruikname in 1954 heeft het jacht, met aan boord de koningin en de prins en/of andere leden van het koninklijk huis, 1.087.623 zeemijlen (2.014.278 km) afgelegd en daarbij 696 bezoeken gebracht aan buitenlandse bestemmingen. De bemanning telde 217 koppen en 19 officieren.

Vele hoogwaardigheidsbekleders zijn op het schip te gast geweest. Prins Charles en prinses Diana maakten met de Britannia in 1981 hun huwelijksreis. In 1986 werden meer dan 1000 vluchtelingen voor de burgeroorlog in Aden met het schip geëvacueerd. Het was zodanig ingericht dat het eventueel ook als hospitaalschip kon dienen, maar voor die functie is het nooit gebruikt.

Anno 2021 ligt het in Leith, de haven van de Schotse hoofdstad Edinburgh, waar het dienstdoet als drukbezochte toeristische attractie. Het is te bereiken via het informatiecentrum in het winkelcentrum Ocean Terminal.

Politieke controverse

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1997 ontstond rond het schip een politieke controverse tussen de destijds regerende Conservatieve Partij onder John Major en de opkomende Labour Party. De conservatieven benadrukten het belang van het jacht in het kader van de internationale stille diplomatie. Na de verkiezingsoverwinning van Labour werd echter besloten dat het schip uit de vaart moest worden genomen omdat het onderhoud te zwaar drukte op het defensiebudget. De laatste missie van het schip was het vervoer vanuit Brits Hongkong naar het Verenigd Koninkrijk van prins Charles en Chris Patten, de laatste Britse gouverneur van Hongkong, nadat de kolonie was overgedragen aan China op 1 juli 1997. Op 11 december van dat jaar werd het schip uit de vaart genomen.

Over de definitieve laatste aanlegplaats van het schip ontstond eveneens enige strijd. Uiteindelijk werd voor Leith gekozen, omdat de havenwijk een grondige renovatie doormaakte en tegelijkertijd het onafhankelijke Schotse parlement opnieuw werd ingesteld.

[bewerken | brontekst bewerken]