Helena Molony
Helena Molony | ||||
---|---|---|---|---|
Algemene informatie | ||||
Bijnaam | Emer | |||
Geboren | 15 januari 1883 Dublin | |||
Overleden | 28 januari 1967 Dublin | |||
Doodsoorzaak | Longontsteking | |||
Nationaliteit(en) | Ierse | |||
Beroep(en) | Acteur en vakbondsleider | |||
Bekend van | Inghinidhe na hÉireann | |||
Carrière | ||||
1936-1941 | Voorzitter van the Irish Trades Union Congress | |||
1915-1917 | Secretaris van the Irish Women Workers' Union | |||
Overig | ||||
Politiek | Socialisme | |||
|
Helena Mary Molony (Dublin, 15 januari 1883 - Dublin, 28 januari 1967) was een Iers republikein, feminist en arbeidsactivist.[1] Zij vocht in de Paasopstand van 1916. Later werd zij de tweede vrouwelijke voorzitter van vakcentrale Irish Trades Union Congress.[2]
Jeugd
[bewerken | brontekst bewerken]Helena Molony groeide op in het centrum van Dublin. Zij was de dochter van Catherine McGrath en de kruidenier Michael Molony.[3] Haar moeder stierf toen Helena nog jong was. Haar vader hertrouwde; zowel hijzelf als zijn tweede vrouw werden alcoholist.[4]
Inghinidhe na hÉireann
[bewerken | brontekst bewerken]In 1903 sloot Molony zich aan bij de radicale vrouwenbeweging Inghinidhe na hÉireann (Dochters van Ierland). Zij had zich daartoe laten inspireren door een nationalistische toespraak van haar leider Maud Gonne.[5] Molony besloot haar leven te wijden aan de Iers nationalistische zaak.[6] Van meet af aan vervulde zij een belangrijke rol binnen Inghinidhe na hÉireann, doordat Gonne zich vaak in Frankrijk bevond. In praktische zin leidde Molony de organisatie.[5] Vijf jaar later voerde ze ook de redactie van het maandblad van deze organisatie, Bean na hÉireann (Vrouw van Ierland),[7] waarvoor zij zelf het initiërende idee had gelanceerd.[5]
Molony nam de Gaelic naam Emer aan en wist Constance Markievicz, met wie zij tot een toneelgezelschap behoorde, voor Inghinidhe na hÉireann te winnen.[5] En met het opzetten van Bean na hÉireann[2] bracht Molony een groep creatieve mensen bij elkaar, die zich uitspraken voor een onafhankelijk Ierland. Markievicz had het titelblad van het tijdschrift ontworpen en schreef een rubriek. Onder het pseudoniem John Brennan schreef journalist Sydney Gifford artikelen.[a] Verder droegen onder meer de zus van Markievicz — dichteres Eva Gore-Booth — Susan L. Mitchell en Katharine Tynan bij, evenals de prominente revolutionairen Patrick Pearse, Thomas MacDonagh, Æ[b], Roger Casement, Arthur Griffith en James Stephens.[8] Het maandblad belichtte naast politieke kwesties allerhande verstrooiende en (verboden) Iers culturele zaken.[c][9]
Vanuit Inghinidhe na hÉireann was Molony een spil in het ‘schoolmaaltijdenactivisme’. Samen met Maud Gonne, Marie Perolz en anderen van de beweging organiseerde zij dagelijks de verstrekking van schoolmaaltijden aan kinderen in verarmde gebieden. Ondertussen zette ze de Dublin Corporation[d] en andere instanties onder druk om hongerlijdende kinderen in de stad Dublin van evenwichtige maaltijden te voorzien.[10]
Jeugdorganisatie
[bewerken | brontekst bewerken]De oprichting van de jeugdorganisatie van de Irish Volunteers, Fianna Éireann, vond op 16 augustus 1909 in het huis van Molony's broer Frank aan Lower Camden Street 34 plaats, onder leiding van Constance Markievicz.[11][12][13] Bij het opzetten en operationaliseren van de Fianna werkte Markievicz nauw samen met Molony en Bulmer Hobson. In deze periode van opbouw groeiden Molony en Hobson naar elkaar toe en kregen een romance. De relatie hield echter niet stand.[e][14]
Activisme
[bewerken | brontekst bewerken]Haar activisme bracht haar herhaaldelijk in problemen. Tijdens de protesten van de Inghinidhe na hÉireann en de Irish Republican Brotherhood tegen het bezoek van koning George V in 1911 werd Molony gearresteerd voor stenen gooien. Sinds de protesten van de Ladies Land League (1881-1882) was zij de eerste vrouw in Ierland die werd berecht en gevangen gezet voor een politieke daad.[15] Ze is veroordeeld tot een celstraf van een maand; Anna Parnell, de zus van Charles Stewart Parnell, betaalde na 2 weken alsnog haar boete, zodat Molony vervroegd vrij kwam.[2][16]
Met Elizabeth O'Farrell en Sighle Grennan deelde Molony regelmatig verboden pamfletten uit in de stad. Aan de politie wisten de jonge dames daarbij meestal te ontkomen, doordat deze werd gehinderd door lange zware overjassen. Zij waren banger voor soldaten met hun stokken.[10]
Toneel
[bewerken | brontekst bewerken]In de jaren hierna (1911-1913) verdiende Molony haar brood als acteur; ze was lid van de door Yeats in 1911 opgerichte toneelschool Abbey School of Acting, verbonden aan het Abbey Theatre.[1][17] Zij speelde, bijvoorbeeld, de moeder in Yeats’ toneelstuk The Countess Cathleen, dat als anti-Engels werd gezien.[16][18]
Lock-out
[bewerken | brontekst bewerken]In het jaar van de Lock-out (1913)[f] sloot Molony zich aan bij de arbeidersbeweging.[16] Toen zij ziek werd, behandelde dokter Kathleen Lynn haar – op verzoek van Markievicz. Na haar ziekte verbleef Helena Molony nog enige tijd bij Lynn in haar huis in de wijk Rathmines. Onder invloed van Molony en Markievicz werd Lynn actief in de nationalistische, suffragettes- en arbeidersbewegingen. "We voerden lange gesprekken en zij ‘bekeerde’ me tot de nationale beweging", schreef Lynn in haar dagboek.[19] Zij kwalificeerde Molony als een slim meisje dat makkelijk vrienden maakte.[2]
Lynn was ook bevriend met James Connolly.[20] Het volgende jaar deed Molony secretarieel werk voor Connolly.[16][21] In november 1915 benoemde hij haar tot secretaris van de vakcentrale Irish Women Workers Union, als opvolger van Delia Larkin.[6][g] Molony beheerde de shirtfabriek van de vakbond in Liberty Hall, die was opgericht om werk te verschaffen aan de stakers die na de staking op de zwarte lijst waren gezet en werkloos thuis zaten.[23] Met haar connecties en doordat zij in Iers-Republikeinse kringen als Haarlemmerolie fungeerde, had Molony relatief veel politieke invloed.[h] Zij wierf veel nieuwe leden voor de vakbeweging en Inghinidhe na hÉireann.[10]
Paasopstand
[bewerken | brontekst bewerken]Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog was Helena Molony met Maud Gonne en haar dochter Iseult en zoon Seán in Argelès in de Franse Pyreneeën, waar Seán moest aansterken na een appendectomie. Molony zag kans om al snel naar Ierland terug te keren. Gonne en Iseult lukte dat niet; zij hielpen bij het verplegen van gewonde Franse soldaten en bleven tot 1917 in de verpleging in Le Touquet-Paris-Plage, waar zij hoorden over de Paasopstand en de dood van Gonne’s ex-echtgenoot MacBride.[24]
Molony was toen nog geen lid van Cumann na mBan,[i] een republikeinse paramilitaire vrouwenorganisatie, die in april 1914 was opgericht als hulporganisatie voor de Irish Volunteers en waarin Inghinidhe na hÉireann was opgegaan. Leden van Cumann na mBan trainden samen met de mannen van de Irish Volunteers, als voorbereiding op een gewapende opstand tegen de Britse machthebbers in Ierland.[25] Wel was Molony een actief lid van het Irish Citizen Army (ICA).
Tijdens de Paasopstand van 1916 behoorde zij tot het garnizoen in het stadhuis en de troepen die van daaruit Dublin Castle aanvielen.[2][26] Die aanval werd afgeslagen en zij trokken zich terug in het nabijgelegen stadhuis, waardoor Molony betrokken raakte bij de verdediging van het stadhuis tegen de oprukkende Britten. Kort daarna is haar commandant, Sean Connolly, doodgeschoten door een scherpschutter. Molony zelf werd gevangengenomen en tot kerst gevangen gezet in, respectievelijk, Kilmainham Gaol, Mountjoy (Dublin) en Lewes en Aylesbury Jail (Engeland).[16][27]
Republicanisme na de Opstand
[bewerken | brontekst bewerken]Na de Opstand trachtte zij in 1917 vanuit Sinn Féin alle nationalistische bewegingen bijeen te brengen.[16] Tussendoor voer zij met de veerdienst naar Engeland om Maud Gonne en Seán MacBride op te halen, die door Yeats vanuit Frankrijk naar Londen waren begeleid en daar met hulp van Eva Gore-Booth en Esther Roper aan de aandacht van de geheime dienst hadden kunnen ontsnappen. Moeder en zoon reisden afzonderlijk en waren zodanig vermomd dat ook Molony hen niet herkende, zodat zij onafhankelijk van elkaar in Ierland arriveerden.[28]
Tijdens de Ierse Onafhankelijkheidsoorlog werkte Molony bij het Abbey Theatre en assisteerde ze minister van Arbeid Markievicz. Ook was zij koerier voor Michael Collins en Liam Mellows. En zij trad op als ‘District Justice’ — in de Dublinse wijk Rathmines.[16]
Socialisme
[bewerken | brontekst bewerken]Politiek bleef ook nadien haar hoofdactiviteit.[25] Na de Ierse Burgeroorlog bezocht zij de Sovjet-Unie en in 1936 werd Molony de tweede vrouwelijke voorzitter van vakbond het Irish Trades Union Congress.[7][29] Zij bleef gedurende de jaren dertig actief voor de republikeinse zaak. Daarbij spande ze zich met name in voor de Women's Prisoner's Defense League en de People's Rights Association en was betrokken bij de oprichting van de socialistische organisatie Saor Éire, die onmiddellijk werd bestreden door de geestelijkheid.[6][16]
Pensionering
[bewerken | brontekst bewerken]In 1946 trok zij zich terug uit het openbare leven, vanwege haar slechte gezondheid,[6] waarbij haar alcoholgebruik een belangrijke rol speelde.[2] Zij bleef wel voor de arbeidsrechten van vrouwen strijden. Helena Molony overleed in 1967 in Dublin onder tamelijk armoedige omstandigheden aan een longontsteking en is begraven op Glasnevin Cemetery.[6][30]
Externe link
[bewerken | brontekst bewerken]- Bronnen
- Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Helena Molony op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
- (en) McCoole, Sinead (2003). No ordinary women: Irish female activists in the Revolutionary Years 1900-1923. O’Brien Press, Dublin. DOI:10.1086/504222, 205-206. ISBN 9781847177896.
- (en) Regan, N. (2017). Helena Molony: A Radical Life, 1883-1967. Arlen House, Baldoyle.
- Noten
- ↑ Sidney Gifford was de zus van Grace Gifford, de verloofde van Joseph Plunkett.
- ↑ Æ was het pseudoniem van George William Russell.
- ↑ Zo kende het moderubrieken, een column over werk en bijdragen in de categorieën kookkunst en poëzie.
- ↑ The Corpo was het stadsbestuur van Dublin.
- ↑ Jaren later vertrouwde Molony een vriendin toe dat zij toentertijd had gedacht dat ze met Hobson zou trouwen. Maar Bulmer Hobson had haar in de steek gelaten.[14]
- ↑ Tijdens de ‘lock-out’ werden 30 000 reguliere arbeiders, die in vaste dienst waren maar in het najaar van 1913 staakten voor betere leefomstandigheden, door hun werkgevers buitengesloten en verrichtten ingehuurde vervangers hun werk.
- ↑ Deze vakbond was gevormd tijdens de staking in Jacob's Biscuit Factory in 1911 en had meegedaan aan de Dublin Lock-out.[22]
- ↑ Zo was Molony ook bevriend met Thomas MacDonagh en zijn vrouw, Muriel. Zij was de meter van hun dochter Barbara; Patrick Pearse was de peetvader. Zij moedigde hen allen aan om sokken en stropdassen van de vakbond te kopen.
- ↑ Na de Paasopstand is zij erelid gemaakt door Lily O’Brennan.[16]
- Referenties
- ↑ a b (en) Pašeta, Senia, Helena Molony (1883-1967). The Irish Times (17 oktober 2012). Gearchiveerd op 27 november 2020. Geraadpleegd op 7 juli 2020.
- ↑ a b c d e f (en) McGarry, Fearghal (28 juni 2013). Helena Molony: a revolutionary life. Gearchiveerd op 21 augustus 2020. 18th–19th - Century History, Features 4 (21)
- ↑ (en) General Registrar's Office. IrishGenealogy.ie. Geraadpleegd op 15 January 2017.
- ↑ Regan 2017, p. 36.
- ↑ a b c d McCoole 2003, p. 205.
- ↑ a b c d e (en) Mac Thomáis, Shane, Just your average freedom-fighting socialist feminist - Remembering the Past | An Phoblacht. anphoblacht.com (27 januari 2005). Gearchiveerd op 19 juli 2019. Geraadpleegd op 7 juli 2020.
- ↑ a b (en) Helena Molony 1884 – 1967. aoh61.com. Gearchiveerd op 11 juli 2020. Geraadpleegd op 19 July 2019.
- ↑ (en) Inzender: ‘That's Just How It Was’, Helena Molony: Forgotten Hero of the Easter Rising and Trade Unionist. TheWildGeese.Irish. Gearchiveerd op 17 juni 2021. Geraadpleegd op 14 juli 2020.
- ↑ (en) Stokes, Tom, Bean na hEireann. A Most Seditious Lot: The Feminist Press 1896-1916. The Irish Republic (2 maart 2012). Gearchiveerd op 5 december 2019. Geraadpleegd op 8 juli 2020.
- ↑ a b c (en) [dode link]BureauofMilitaryHistory.ie
- ↑ (en) Fianna na hÉireann/Na Fianna Éireann (7 maart 2013). Gearchiveerd op 19 juli 2019. Geraadpleegd op 19 July 2019.
- ↑ (en) Townshend, Charles (2006). Easter 1916: The Irish Rebellion. Penguin Books, London. ISBN 978-0-14-190276-0. Gearchiveerd op 29 juli 2020. Geraadpleegd op 27 maart 2016.
- ↑ (en) Getuigenis van Maud Gonne voor het Bureau of military history p.21. Gearchiveerd op 14 juli 2014. Geraadpleegd op 11 september 2019.
- ↑ a b Regan 2017, pp. 69-70.
- ↑ (en) Ward, Margaret (1983). Unmanageable Revolutionaries: Women and Irish Nationalism. Pluto Press, London. ISBN 978-0-86104-700-0.
- ↑ a b c d e f g h i McCoole 2003, p. 206.
- ↑ (en) McCoole, Sinéad, Seven women of the Labour movement 1916. Labour.ie. Gearchiveerd op 26 november 2020. Geraadpleegd op 14 juli 2020.
- ↑ (en) F. Sefton Delmer, English literature from Beowulf to T.S. Eliot: for the use of schools, universities, and private students, p. 193. Gearchiveerd op 23 juli 2023.
- ↑ (en) Wheelock, Harriet, "1916: Diary of rebel doctor Kathleen Lynn", The Irish Times, 27 maart 2016. Gearchiveerd op 9 mei 2021. Geraadpleegd op 14 juli 2020.
- ↑ (en) Stokes, Tom, Kathleen Lynn. Naming National Children’s Hospital. The Irish Republic (15 maart 2011). Gearchiveerd op 5 december 2019. Geraadpleegd op 14 juli 2020.
- ↑ [dode link](en) Helena Molony. Easter1916.ie. Gearchiveerd op 16 juni 2019. Geraadpleegd op 14 juli 2020.
- ↑ (en) Remembering the Past: Helena Maloney. An Phoblacht (30 januari 1997). Gearchiveerd op 2 mei 2023. Geraadpleegd op 14 juli 2020.
- ↑ (en) Pašeta, Senia (2013). Irish Nationalist Women, 1900-1918. Cambridge University Press, Cambridge. DOI:10.14296/RiH/2014/1686, p.126. ISBN 9781107677876.
- ↑ (en) Jordan, Anthony J. (2000). The Yeats-Gonne-MacBride triangle. Westport. ISBN 978-0-9524447-4-9. Gearchiveerd op 24 juli 2023. Geraadpleegd op 17 september 2019.
- ↑ a b (en) McCallum, Christi (2005). And They'll March with Their Brothers to Freedom - Cumann na mBan, Nationalism, and Women's Rights in Ireland, 1900–1923 (MSc-thesis, paper 2618). The Florida State University. Gearchiveerd op 8 juli 2020. Geraadpleegd op 15 april 2020.
- ↑ [dode link](en) Rising: Monday. Easter1916.ie. Gearchiveerd op 18 juni 2019. Geraadpleegd op 14 juli 2020.
- ↑ (en) Collins, Daire, Helen Moloney. Stories from 1916. Gearchiveerd op 8 juli 2020. Geraadpleegd op 14 juli 2020.
- ↑ (en) McMahon, Paul (2008). British spies and Irish rebels: British intelligence and Ireland, 1916-1945. Boydell Press, pp. 24. ISBN 978-1-84383-376-5. Gearchiveerd op 23 juli 2023. Geraadpleegd op 17 september 2019.
- ↑ (en) Regan, Nell. 'Helena Molony (1883-1967).' In: Cullen, Mary & Luddy, Maria (red.), Female Activists Irish Women and Change (Dublin, 2001), p.162
- ↑ (en) Helena Moloney. GlasnevinTrust.ie. Gearchiveerd op 4 augustus 2019. Geraadpleegd op 14 juli 2020.