Hermann Friedrich Kohlbrugge
Hermann Friedrich Kohlbrugge | ||||
---|---|---|---|---|
Portret van Hermann Friedrich Kohlbrugge in het Museum Catharijneconvent, geschilderd door Julius Roeting.
| ||||
Geboortedatum | 15 augustus 1803 | |||
Geboorteplaats | Amsterdam | |||
Sterfdatum | 5 maart 1875 | |||
Sterfplaats | Elberfeld | |||
Nationaliteit | Nederlands | |||
Partner(s) | Catharina Louisa (Cato) Engelbert (1829–1833) Ursuline Philippine Baronesse van Verschuer (1834–1866) | |||
Kinderen | 2 zoons en 1 dochter | |||
Kerkelijke functie | ||||
Kerkgenootschap | Hersteld Evangelisch-Lutherse Kerk, Nederlandse Hervormde Kerk | |||
Ander ambt | theoloog | |||
Kerkelijke loopbaan | ||||
1848–1875 | Predikant van de Niederländisch-Reformierte Gemeinde, Elberfeld | |||
Overig | ||||
Leer | genadeleer van Luther en Calvijn | |||
Bekend van | proefschrift over Psalm 45 | |||
|
Hermann Friedrich Kohlbrugge (zelf schreef hij steevast: Kohlbrügge) (Amsterdam, 15 augustus 1803 – Elberfeld, 5 maart 1875) was een Nederlandse gereformeerd theoloog uit de 19e eeuw, die de genadeleer van Luther en Calvijn heeft benadrukt, zij het met eigen accenten.
Levensloop
[bewerken | brontekst bewerken]Kohlbrugge werd geboren in een eenvoudig gezin dat zich in 1809 aansloot bij de Hersteld Evangelisch-Lutherse Kerk te Amsterdam. Zijn ouders waren Hermann Gerhard Kohlbrügge (1776–1825) en Petronella Teerhuys (1776–1837).[1]
Tijdens zijn theologiestudie kwam hij in conflict met een van de predikanten van de gemeente, ds. D.R. Uckerman. Hij werd ontslagen als proponent en hulpprediker van de gemeente, waarna hij aansluiting zocht bij de Nederlandse Hervormde Kerk. Hier werd hij echter niet toegelaten als predikant. Kohlbrugge had contact met de mensen van het Réveil, zoals Isaäc da Costa, Willem de Clercq en Abraham Capadose. Hij had ook contact met ds. Hendrik de Cock, maar hij sloot zich niet bij de Afscheiding van 1834 aan.
Kohlbrugge promoveerde in 1829 aan de universiteit van Utrecht cum laude op een proefschrift over Psalm 45.[2] Zijn doorwrochte dissertatie behandelt het bruiloftslied in dit Bijbelgedeelte als een beeld van de verhouding tussen Christus en de gelovigen.
In 1833 hield Kohlbrugge in Elberfeld (Wuppertal, Duitsland) zijn geruchtmakende preek over Romeinen 7:14: 'Want wij weten, dat de wet geestelijk is, maar ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde' (SV).[3] Bij de voorbereiding van deze preek raakte hij onder de indruk van de tegenstelling tussen de geestelijke wet en de vleselijke gelovige, maar ook hoe die tegenstelling overbrugd is door de genade van Christus, die deze geestelijke wet volmaakt gehouden heeft.
De kern van Kohlbrugge's leer is dan ook: de gelovige is en blijft onheilig in zichzelf ('een niets'), maar is tegelijkertijd geheel geheiligd in Christus. Door de evangelische radicaliteit hiervan werd Kohlbrugge niet gewaardeerd en begrepen door de hoofdstroom van de 19e-eeuwse theologie. Wel vond hij weerklank bij eenvoudige gelovigen in de rechterflank van de Hervormde kerk en onder de afgescheidenen.
In 1848 werd Kohlbrugge predikant van de Niederländisch-Reformierte Gemeinde in Elberfeld.[4] Hij is tot zijn overlijden in 1875 predikant van deze (afgescheiden) gemeente gebleven. Vanaf 1856 heeft Kohlbrugge 53 keer op een Nederlandse kansel gestaan. Hij kreeg beroepen uit Middelburg (1857), Zoutelande (1865) en Arnemuiden (1865). Hij nam deze beroepen niet aan.
Kohlbrugge is twee keer getrouwd geweest. In 1829 huwde hij met Catharina Louisa (Cato) Engelbert (1808–1833) en in 1834 met Ursuline Philippine Baronesse van Verschuer (1794–1866). Uit zijn eerste huwelijk stammen zijn zoons Gerrit (1830–1908) en Jakob (1832–1858), uit zijn tweede huwelijk zijn dochter Anna (1836–1873).[5]
Gedachtegoed
[bewerken | brontekst bewerken]Kohlbrugge heeft, naast zijn dissertatie, diverse theologische boeken en prekenbundels uitgegeven, waardoor zijn radicale genadeleer invloed heeft gehad op de theologische ontwikkelingen in de gereformeerde gezindte. Zo bestaat er nog steeds een 'Stichting Vrienden van Dr. H.F. Kohlbrügge', die regelmatig bijeenkomsten organiseert rond zijn gedachtegoed, het blad Ecclesia uitgeeft en boeken publiceert onder de noemer Parrhesia.
De invloed van Kohlbrugge was groot. De Duitse dogmaticus Karl Barth plaatste hem op één lijn met Luther en Calvijn.
Literatuur
[bewerken | brontekst bewerken]- W. Aalders e.a., Hermann Friedrich Kohlbrugge (1803–1875). Zijn leven, zijn prediking, zijn geschriften, Den Haag 1976.
- H. Boele, Zonder kansel kon hij niet leven. De weg van H.F. Kohlbrugge langs vele kansels in Nederland, Houten 2014.
- J. van Genderen, Kohlbrügge, zijn betekenis en zijn invloed, Apeldoorn 2002.
- K. Groot, Kohlbrugge en Kuyper in hun wederzijds contact, Baarn 1956.
- H. Klugkist Hesse, Hermann Friedrich Kohlbrügge, Wuppertal-Barmen 1935.
- J. van Lonkhuijzen, Hermann Friedrich Kohlbrügge en zijn prediking, in de lijst van zijn tijd, Wageningen 1905.
- W. Otten, Uit het levensboek van dr. H.F. Kohlbrugge, Houten 1992.
- A. de Reuver, 'Bedelen bij de Bron'. Kohlbrugge's geloofsopvatting vergeleken met Reformatie en Nadere Reformatie, Zoetermeer 1992.
Externe links
[bewerken | brontekst bewerken]- Leven en werk van dr. H.F. Kohlbrugge
- Leerrede over Romeinen 7:14
- Collectie Kohlbrugge bij het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme (1800-heden)
- ↑ In detail: zijn ouders waren Hermann Gerhard Kohlbrügge (17 maart 1776 – 12 maart 1825) en Petronella Teerhuys (24 november 1776 – 1 februari 1837)
- ↑ Promotiedatum: 4 juni 1829
- ↑ De geruchtmakende preek over Romeinen 7:14 was op 31 juli 1833.
- ↑ Kohlbrugge werd op 9 mei 1848 predikant van de Niederländisch-Reformierte Gemeinde in Elberfeld.
- ↑ In detail: op 30 juni 1829 huwde hij met Catharina Louisa (Cato) Engelbert (8 april 1808 – 12 februari 1833) en 31 oktober 1834 met Ursuline Philippine Baronesse van Verschuer (28 augustus 1794 – 25 mei 1866). Uit zijn eerste huwelijk stammen zijn zoons Gerrit (26 april 1830 – 13 april 1908) en Jakob (5 september 1832 – 11 juli 1858), uit zijn tweede huwelijk zijn dochter Anna (27 juni 1836 – 6 maart 1873).