Judas Taddeüs
Judas Taddeüs | ||||
---|---|---|---|---|
Apostel | ||||
Judas Taddeüs, zoals afgebeeld door Georges de La Tour. Te herkennen aan zijn attribuut, de hellebaard.
| ||||
Verering | Rooms-Katholieke Kerk, Lutherse Kerk, Oosters-Orthodoxe kerk | |||
Naamdag | 28 oktober (Rooms-Katholieke Kerk, Lutherse Kerk) 19 juni (Oosters-Orthodoxe kerk) | |||
Attributen | hellebaard | |||
Beschermheilige voor | wanhopige gevallen en verloren zaken | |||
Lijst van christelijke heiligen | ||||
|
Judas Taddeüs (Grieks: Ἰούδας Ἰακώβου Θαδδαῖος; Koptisch: ⲑⲁⲇⲇⲉⲟⲥ; Aramees: ܝܗܘܕܐ ܫܠܝܚ) of Judas Lebbaeus was een van Jezus' twaalf apostelen en wordt traditioneel beschouwd als de auteur van de Brief van Judas. Over zijn leven meldt het Nieuwe Testament vrijwel niets; zijn historiciteit is omstreden. Mogelijk werden verhalen over verschillende historische personen in zijn personage met elkaar verbonden.
Reeds het Nieuwe Testament waarschuwde deze Judas niet te verwarren met Jezus' verrader Judas Iskariot (Johannes 14:22). In de ene opsomming van de apostelen wordt hij eenvoudig "Judas" genoemd (Lucas 6:16; Handelingen 1:13). Omdat die naam in andere opsommingen ontbreekt en daar "Taddeüs" of "Lebbaeus" staat (Marcus 3:18; Matteüs 10:3), is de combinatie Judas Taddeüs / Lebbaeus ontstaan.
Nieuwe Testament
[bewerken | brontekst bewerken]Judas wordt "de zoon van Jakobus" genoemd (Lucas 6:16; Handelingen 1:13). Sommige vertalingen geven hier "broer van Jakobus".[1] Soms wordt deze Jakobus geïdentificeerd met Jakobus de Rechtvaardige; in dat geval wordt deze Judas geïdentificeerd als broer van Jezus (Marcus 6:3; Matteüs 13:55).
De enige keer dat Judas actief wordt genoemd in het Nieuwe Testament is tijdens het laatste avondmaal. Hij vroeg Jezus toen: "Waarom zult u zich wel aan ons, maar niet aan de wereld bekendmaken, Heer?" (Johannes 14:22).
Traditie
[bewerken | brontekst bewerken]Er zijn legendes uit de 4e eeuw waarin Judas na Jezus' hemelvaart samen met de apostel Simon het evangelie in Syrië, Mesopotamië en Perzië predikte. Er wordt in verteld dat hij mensen kon genezen en demonen uit afgodenbeeldjes kon uitdrijven waardoor deze wegvluchtten en de beeldjes afbrokkelden.
Volgens de apocriefe Lijden van Simon en Judas stierf hij in Perzië een marteldood door te zijn doodgeslagen met een knuppel en werd hij daarna onthoofd met een bijl. Op zijn graf werd de Zwarte Kerk gebouwd.
Naamdag en attribuut
[bewerken | brontekst bewerken]Zijn naamdag is op 28 oktober in de Rooms-Katholieke Kerk en de Lutherse Kerk en op 19 juni in de Oosters-Orthodoxe Kerk. Hij is de patroon van Goslar en wordt aangeroepen bij zware nood en bij twijfel. In de christelijke iconografie is een hellebaard het attribuut van de Judas Taddeüs.[2] In de Rooms-Katholieke kerk is hij de beschermheilige van wanhopige gevallen en verloren zaken.
- ↑ Zoals de King James Version: "the brother of James"
- ↑ Hall, J. (2000). Hall's Iconografisch Handboek. Leiden: Primavera Pers.