Naar inhoud springen

Koninklijke Vlaamse Opera

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit artikel behandelt de Koninklijke Vlaamse Opera van Antwerpen tot in 1981. Vanaf de fusie in 1981 zie Opera Ballet Vlaanderen.
Gebouw van de Koninklijke Opera Antwerpen

De Koninklijke Vlaamse Opera was de bijna 100 jaar oude zelfstandige Antwerpse stadsopera tot aan haar fusie in 1981 met de Koninklijke Opera in Gent. Beide stadsopera's gingen op in de organisatie Opera voor Vlaanderen, in 2014 omgedoopt tot Opera Ballet Vlaanderen.

In 1661 openden de Antwerpse Aalmoezeniers de Schouwburgh van de Oude Voetboog op de Grote Markt. Vanaf 1682 konden Antwerpenaars kennismaken met het operagenre, en in het bijzonder met Franse opera's. In 1709 verhuisden de Aalmoezeniers het theater naar het Tapissierspand, de plaats waar de huidige Bourlaschouwburg staat. Reizende gezelschappen brachten hoofdzakelijk Frans, maar ook Italiaans en Nederlands repertoire, zowel gesproken drama als opera. Na een brand in 1746 werd het Tapissierspand als "Grand Théâtre" heropgebouwd in 1753. Tijdens het Hollandse bewind kreeg het promotie tot "Théâtre Royal". Het gebouw werd hoe dan ook te klein en in 1829 vonden er de laatste opvoeringen plaats. In 1834 opende de nieuwe Bourlaschouwburg, waar nog steeds voornamelijk het Franse repertoire aan bod komt.

Nederlandsch Lyrisch Tooneel

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1893 richtte de Antwerpse componist en orkestmeester Edward Keurvels (1853-1916) het Nederlandsch Lyrisch Tooneel op, als tegenhanger van de Franse Opera die toen in de (huidige) Bourlaschouwburg was gevestigd. Samen met de bas Henry Fontaine werd hij ook benoemd tot directeur.

Koninklijke Vlaamse Opera

[bewerken | brontekst bewerken]

Onder impuls van onder andere Peter Benoit gaf burgemeester Jan Van Rijswijck de opdracht tot het optrekken van een nieuw gebouw. Na de sloop van de Criée (een overdekte markthal, die verhuisde naar de Van Wesenbekestraat), werd het gebouw van de latere Koninklijke Vlaamse Opera (KVO) dan tussen 1904-1907 in neobarokke stijl gerealiseerd door de architecten Alexis Van Mechelen en Emiel Van Averbeke. De officiële inhuldiging vond plaats op 17 oktober 1907, en het gebouw was ten slotte in 1909 volledig afgewerkt. Vanaf 1907 gebruikte men officieel de naam Vlaamse Opera, en vanaf 1920 Koninklijke Vlaamse Opera.

De Franse opera in de Bourla-schouwburg werd opgeheven in 1933. Vanaf 1934 werd dit "Théâtre Royal" de pleisterplek van de Koninklijke Nederlandse Schouwburg. Onder impuls van de toenmalige directeur Jef Sterkens zou de Vlaamse Opera zich nu ook - naast de traditionele Vlaamse, vertaalde of Duitse opera's - meer en meer gaan toeleggen op Franse en Italiaanse opera's, tot een volwaardig opera-instituut. De KVO werd opgeheven in 1981 wegens de fusie.

Directeurs
Edward Keurvels 1893-1898 Bernard Tokkie 1923-1932
Henry Fontaine 1893-1898 Flor Bosmans 1932-1935
Karel van Walle 1898-1902 Jef Sterkens 1935-1942
Jef Judels 1902-1909 Joris Diels 1942-1944
Bernard Tokkie 1902-1909 August L. Baeyens 1944-1948
Henry Fontaine 1909-1914 Karel Bogaers 1948-1951
Gesloten tijdens WOI 1914-1918 Robert Herberigs 1951-1953
Henry Fontaine 1918-1922 August L. Baeyens 1953-1958
Opera gesloten 1920-1921 Renaat van Zundert 1953-1958
Flor Alpaerts 1922-1923 Mina Bolotine 1958-1961
Arthur Steurbout 1922-1923 Renaat Verbruggen 1961-1974
Fé Derickx 1923-1932 Sylvain Deruwe 1974-1980
Dirigenten[1]
Edward Keurvels 1893-1899 Jef Keurvels 1893-1899
Emile Wambach 1899-1900 Brahm Van den Bergh 1899-1901
Jan Kwast 1900-1901 Martin Lunssens 1901-1902
Julius Schrey 1901-1914 Edward Keurvels 1902-1908
Antoon Dubois 1908-1909 Karel Candael 1909-1910
J. De Vos 1910-1911 Alfons Cluytens 1910-1912
Karel Walpot 1911-1912 Cesar Borre 1912-1913
Oscar Becker 1913-1914 Opera gesloten 1914-1918
Julius Schrey 1918-1931 Alfons Cluytens 1919-1920
Opera gesloten 1920-1921 Renaat Veremans 1921-1931
Flor Bosmans 1921-1922 Karel Candael 1923-1925
Flor Bosmans 1923-1932 Henri Claessens 1928-1931
Hendrik Diels 1931-1944 Renaat Veremans 1932-1944
Karel Candael 1933-1935 Julius Schrey 1935-1937
Daniël Sternefeld 1937-1940 Kurt Von Tenner 1941-1943
Maurits Veremans 1942-1944 Ernest van der Eyken 1943-1944
Ludwig Kaufmann 1943-1944 Hugo Lenaerts 1944-1958
Daniël Sternefeld 1944-1948 Hendrik Crabeels 1945-1946
Johannes Den Hertog 1948-1958 Gerard Horens 1951-1953
Steven Candael 1951-1952 Hendrik Crabeels 1954-1958
Daniël Sternefeld 1958-1961 Hans Lichtenstein 1958-1961
André Vandernoot 1958-1961 Luigi Martelli 1958-1978
Frits Celis 1959-1980 Walter Crabeels 1961-1969
Silveer Van den Broeck ~1978
Regisseurs
Fé Derickx 1894~
1912-1923
Henry Engelen ~1905~1909
~1922~1928
Gust Maes ~1932~1935 Lode Plaum ~1932~1934
Karel Schmitz ~1933~1941 Paul Van den Borne ~1961~1964
Edward Deleu ~1961~1967 Anton van de Velde ~1961~1966
José Berckmans ~1964~1967 Walter Eichner ~1966~1971
André Leclair ~1967~1969 Jos Serluppens ~1976~1988
[bewerken | brontekst bewerken]
  1. Renaat Verrbuggen, Koninklijke Vlaamse Opera Antwerpen. Gedenkklanken 1893-1963, Centrum voor Studie en Documentatie v.z.w., Antwerpen,1965.