The regal bastard is een studioalbum van Nad Sylvan. Het is deel 3 van de trilogie over Vampirates (kruising piraten en vampiers) vólgend op Courting the widow en The bride said no. Met dit album keert Sylvan zich meer naar zichzelf; hij schreef bijna alle muziek en teksten en speelde zelf ook voor het overgrote deel de muziek in; hier en daar bijgestaan door gasten. Opnamen vonden plaats op in geluidsstudio’s in Zweden, Oostenrijk en de Verenigde Staten, zonder die met name te noemen; Sylvan mixte het album zelf in zijn eigen Sylvanite Studio (Zweden). Nick D'Virgilio nam zijn drumpartijen op in de Sweetwater Studio, waar de drummer werkt. Andrew Laitres van The Winter Tree nam op in de Crow’s Nest Studio in Vermont.
De recensenten vonden de muziek passen in de omschrijving popprog (pomuziekachtige progressieve rock). Sylvans stem deed nog steeds denken aan het midden van die van Peter Gabriel en Phil Collins.