Naar inhoud springen

USS Cavalla (1944)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
USS Cavalla

De USS Cavalla (SS-244) (SS/SSK/AGSS-244), was en is nog een Gato-klasse onderzeeër van de Amerikaanse Marine. Ze werd genoemd naar een zoutwatervis "cavalla" van de pompano-familie, die leeft in de wateren nabij de oostelijke Amerikaanse kust van Cape Cod, tot aan de Rio de la Plata in Uruguay.

De USS Cavalla werd te water gelaten op 14 november 1943 door Electric Boat Company, Groton, Connecticut. Ze werd gedoopt door Mrs. M. Comstock en in dienst gesteld op 29 februari 1944. Luitenant-commandant Herman J. Kossler (Klas van 1934), was haar eerste bevelhebber. Ze deed voornamelijk dienst in de Pacifische Oorlog in de Stille Oceaan. Daarna deed ze naoorlogse diensten tot haar oplegging als museumschip in het Seawolf Park op Pelican Island, nabij Galveston in Texas.

De USS Cavalla vertrok uit New London op 11 april 1944 en kwam in Pearl Harbor aan op 9 mei voor haar reisherstelling en oefentochten. Op 31 mei 1944 koos ze zee voor een langeafstandspatrouilletocht in vijandelijke wateren.

Het tot zinken brengen van de "Shokaku"

[bewerken | brontekst bewerken]

Op haar eerste oorlogspatrouille vertrok de USS Cavalla op weg naar toegewezen gebied in de oostelijke Filipijnen. Daar maakte ze contact met een grote Japanse Task Force op 17 juni 1944. De USS Cavalla bleef de vloot verscheidene uren lang in haar kielzog volgen. Ze zond informatie uit die bijdroeg aan de Amerikaanse zege in de Slag in de Filipijnenzee - de fameuze "Marianas Turkey Shoot" - op 19 en 20 juni 1944. Op 19 juni verkende ze het Japanse vliegdekschip Shokaku toen die haar vliegtuigen binnenhaalde. De USS Cavalla berekende snel de afstand, en lanceerde zes torpedo's waarvan er drie troffen, die de Shokaku uiteindelijk deden zinken op positie 11°50' N. en 137°57' O. Na een felle aanval met dieptebommen door drie Japanse torpedojagers doorstaan te hebben, ontsnapte de Amerikaanse onderzeeboot en zette daarna haar oorlogspatrouille voort, met een zegeroes onder de bemanning omdat ze een vijandelijke vliegdekschip tot zinken hadden gebracht. Met dit feit verdienden ze een 'Presidential Unit Citation'.

De USS Cavalla begon aan haar tweede oorlogspatrouille naar de Filipijnenzee als deelnemer van een Wolf pack-operatie ter ondersteuning van de invasie van Peleliu op 15 september 1944.

Het tot zinken brengen van de "Shimotsuki"

[bewerken | brontekst bewerken]

Op 25 november 1944, tijdens haar derde oorlogspatrouille, stootte de USS Cavalla op twee Japanse torpedojagers en deed een gedurfde oppervlakteaanval die de "Shimotsuki" liet ontploffen in positie 02°21' N. en 107°20' O. De andere torpedojager viel aan met dieptebommen, terwijl de USS Cavalla haar ontweek aan de oppervlakte en ontsnapte.

Later in dezelfde derde patrouille, op 5 januari 1945, voerde ze weer een bovenwateraanval uit op een vijandelijk konvooi. Ze bracht twee omgebouwde vrachtschepen, voor vervoer van watervliegtuigen of ander materieel, tot zinken op positie 05°00' Z. en 112°20' O.

De USS Cavalla kruiste tijdens haar vierde en vijfde oorlogspatrouille in de Zuid-Chinese Zee. Doelwitten waren daar schaars, maar ze bood wel hulp aan een bondgenoot in nood op 21 mei 1945. Een maand na haar vijfde oorlogspatrouille zag de USS Cavalla een andere onderzeeboot, de Britse HMS Terrapin, beschadigd door vijandelijke dieptebommen en niet in staat om boven water te blijven, laat staan een hoge snelheid te halen. De USS Cavalla stond de beschadigde Britse onderzeeër bij en hield haar mede aan de oppervlakte. Zij trokken naar Fremantle, West-Australië, waar ze samen, zij aan zij, aankwamen op 27 mei 1945.

De USS Cavalla ontving de Wapenstilstandsorder van 15 augustus 1945, tijdens een zesde patrouille nabij Japan. Enkele minuten later werd zij nog gebombardeerd door een Japans vliegtuig, dat blijkbaar nog niet op de hoogte was dat de strijd gestreden was. Vervolgens voer ze, samen met andere vlooteenheden naar de Baai van Tokio op 31 augustus. Daar vond, op het slagschip USS Missouri (BB-63), op 2 september de officiële ondertekening plaats van de Japanse overgave aan de geallieerden. Direct daarna vertrok de USS Cavalla naar New London, Connecticut, waar ze aankwam op 6 oktober 1945. Ze werd buiten dienst gesteld en in de Reservevloot geplaatst op 16 maart 1946.

De USS Cavalla werd weer in dienst genomen op 10 april 1951, toen de USS Cavalla werd ingedeeld naar het Submarine Squadron 8 en deelnam aan diverse oefeningen in de Caraïben en nabij Nova Scotia. Ze werd weer uit dienst gezet op 3 september 1952 en binnengehaald bij de Electric Boat Co. scheepswerf voor een verandering tot een "hunter-killer"-klasse onderzeeboot (hergeklasseerd naar SSK-244 op 18 februari 1953).

Weer werd ze in dienst gesteld op 15 juli 1953 en ingedeeld tot het Submarine Squadron 10. Haar nieuwe sonar maakte de USS Cavalla waardevol voor experimenten en ze was hierdoor overgeplaatst naar de Submarine Development Group 2 op 1 januari 1954, voor het moderniseren met nieuwe wapens en apparatuur, en deelname in vlootoefeningen. Ze doorkruiste ook de Europese wateren op verscheidene tijdstippen tot een deelname in de North Atlantic Treaty Organization Drill, en bezocht daarna de marinebasis Norfolk, Virginia, voor de International Naval Review op 11 en 12 juni 1957. Op 15 augustus 1959 werd ze hergeklasseerd, terug naar haar oorspronkelijke SS-244-nummering.

Weer werd de USS Cavalla hergeklasseerd als Hulp-Reserve onderzeeboot AGSS-244 in juli 1963. Op 30 december 1969 werd de USS Cavalla volledig uit de actieve dienst gezet en geschrapt van de Marine Registerlijst. Op 21 januari 1971 werd de USS Cavalla overgeplaatst naar het Texas Submarine Veterans of W.W. II. Ze werd daar uitvoerig gerestaureerd en geïnstalleerd als museumschip in het Seawolf Park op Pelican Island, net ten noorden van Galveston, Texas.

Als belangrijk onderdeel van het Presidential Unit Citation, kwam de USS Cavalla in aanmerking voor vier Battle Stars voor haar diensten in de Tweede Wereldoorlog. Bij haar zesde oorlogspatrouille, de eerste en derde, werd ze gehuldigd als "Successful War Patrols". Ze werd verantwoordelijk geacht voor het tot zinken brengen van 31.180 ton aan scheepsruimte.

USS Cavalla (SS-244)

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Klasse en Type: Gato-klasse - Onderzeeboot U. S. Navy
  • Bouwer: Electric Boat Company, Groton, Connecticut
  • Gebouwd: 4 maart 1943
  • Te water gelaten: 14 november 1943
  • In dienst gesteld: 29 februari 1944
  • Uit dienst: 16 maart 1946
  • In dienst: 10 april 1951
  • Uit dienst: 3 september 1952 - (als SSK-244 - in '59 als SS-244)
  • In dienst: 15 juli 1963 - (als AGSS-244)
  • Voorgoed uit dienst: 30 december 1969
  • Status: 30 december 1969 als museumschip te Galveston, Texas op 21 januari 1971.

Technische kenmerken

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Gato-klasse diesel-elektrische aangedreven onderzeeër
  • Waterverplaatsing: 1.525 ton (1.549 ton) boven water - 2.424 ton (2.460 ton) onder water
  • Lengte 95 m
  • Breedte: 8,30 m
  • Diepgang: 5,20 m maximum.
  • Vermogen: 4 x General Motors Model 16-248 V16 dieselmotoren die elektrische generatoren aandrijven
  • 2 x 126-cell Sargo batterijen
  • 4 x hogesnelheid General Electric elektrische motoren met reductiekoppelingen - 2 schroeven - 5.400 pk (4,0 MW) boven water - 2.740 pk (2.0 MW) onder water
  • Snelheid: 20,25 knopen (37 km/h) boven water - 8,75 knopen (19 km/h) onder water
  • Reikwijdte: 11.000 zeemijl (20.000 km) boven water aan 10 knopen (19 km/h)
  • Uithouding: 48 uren aan 2 knopen (4 km/h) boven water - 75 dagen op patrouille.
  • Testdiepte: 90 m diep
  • Bemanning: 6 officieren en 54 matrozen
  • 10 x 533-mm torpedobuizen (zes vooraan, vier achteraan).
  • 24 x torpedo's
  • 1 x 76-mm/50 cal. dekkanon
  • 4 x snelvuurkanonnen
Zie de categorie USS Cavalla (SS-244) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.