Naar inhoud springen

Wapen van Nassau

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Graafschap Nassau

Het wapen van Nassau wordt gebruikt door leden van de familie Nassau. Het wapen van Nassau wordt als stamwapen gebruikt voor de Nederlandse en de Luxemburgse koninklijke familie. Het wapen is al bekend vanaf de 12e eeuw onder historici.

Historie van het geslachtswapen

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1120 bouwde Rupert I, graaf van Laurenburg, de burcht Nassau. In 1193 werd zijn zoon (mogelijk ook: kleinzoon) Walram I graaf van Nassau. Zijn zoon Hendrik de Rijke was de vader van onder anderen Walram II en Otto:

De graven van Laurenburg voerden al een rechtsgewende gouden leeuw in een (blauw) veld.[1] Het oudst bekende zegel van Nassau is van Walram I in 1198.[2] Dit zegel, en ook dat van zijn zoon Hendrik in 1220 was nog niet door blokken omgeven.[2] In 1246 zegelde dezelfde Hendrik wel met de gouden blokjes,[2] waarbij het aantal nog niet vaststond tot 1785[1] (zie hieronder).

Wapen van Walramse linie
Wapen van Ottoonse linie

Zijn twee zoons, Walram II en Otto, verdeelden in 1255 het Nassau eigendom. Walram kreeg het gebied ten zuiden van de Lahn en Otto het gebied ten noorden van de Lahn. Sindsdien zijn zij de stamvaders van de Walramse en respectievelijk Ottoonse linie, die aanvankelijk nog hetzelfde wapen voerden. In 1353 kreeg de Walramse linie van de paltsgraaf Ruprecht I het recht een verschillend helmteken te voeren.[1][2] Dit helmteken bestond uit twee buffel- of ossenhorens van azuur met elk 3 gouden blokjes boven elkaar, met daartussen een aanziend gestelde, zittende en rood gekroonde, gouden leeuw. De Ottoonse linie voerde als helmteken een “vlucht” (= vleugel) van sabel beladen met een gebogen schuinbalk van argent met drie lindebladeren met de steel omhoog van sinopel.

In de jaren 1783 en 1785 legden beide linies in een aantal verdragen vast dat de gouden leeuw rode tong, kroon, en nagels kreeg, en dat er gouden blokjes omheen staan in een 2-2-2-1-verdeling.[1]

Walramse linie

[bewerken | brontekst bewerken]

In een van de zijtakken (Johan II van Nassau-Saarbrücken en zijn nakomelingen) werd vanaf 1450 (uitgestorven 1574) het Nassau geslachtswapen aangepast gevoerd: de leeuw in het wapenschild droeg een rode kroon.[2] Deze rode kroon kwam ook in andere takken voor in de loop der eeuwen.

In 1653 veranderde Gustaaf Adolf van Nassau-Saarbrücken (de tweede tak Saarbrücken) zijn Nassau geslachtswapen door de leeuw een gouden kroon en rode tong en nagels te geven.

Ottoonse linie

[bewerken | brontekst bewerken]

De Ottoonse linie bleef lange tijd het originele geslachtswapen voeren met gouden leeuw in een azuur veld met gouden blokjes, en vanaf 1785 de rode tong, kroon, en nagels. In 1815 veranderde Koning Willem I dit wapen door de leeuw een gouden kroon te geven, en (naar de Generaliteitsleeuw) een zwaard in zijn rechterhand en een bundel pijlen, met gouden punten en een gouden lint eromheen, in zijn linkerhand. Hij stelde dit wapen gelijk aan het wapen van het Koninkrijk der Nederlanden.[2]

In 1907 paste Koningin Wilhelmina dit wapen aan (zowel voor het geslacht als het land): de kroon van de leeuw werd gedefinieerd met 3 bladen en 2 parelpunten, de pijlen werden in aantal 7.[2]

Beschrijving van het wapen van Nassau

[bewerken | brontekst bewerken]

Samengevat is de beschrijving van het geslachtswapen van Nassau als volgt:

  • Een rechtsgewende gouden leeuw in een azuur (blauw) veld — al door het voorgeslacht in de 12e eeuw[1]
  • Het veld is bezaaid met blokjes van goud — vanaf 1246[2]
  • De blokjes zijn geordend: 2-2-2-1 — vanaf 1785[2]
  • De leeuw heeft een tong, kroon, en nagels van keel (rood) — vanaf 1785[2]

Walramse linie

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Als helmteken twee buffel- of ossenhorens van azuur met elk 3 gouden blokjes boven elkaar, met daartussen een aanziend gestelde, zittende en keel (rood) gekroonde, gouden leeuw — vanaf 1353[1][2]

Ottoonse linie

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Als helmteken een “vlucht” (= vleugel) van sabel (zwart) beladen met een gebogen schuinbalk van zilver met 3 lindebladeren met de steel omhoog van sinopel (groen)[2]
  • De leeuw heeft in zijn rechterhand een zwaard en in zijn linkerhand een bundel pijlen, met gouden punten en een gouden lint eromheen — vanaf 1815[2]
  • De kroon van de leeuw heeft 3 bladen en 2 parelpunten — vanaf 1907[2]
  • De leeuw heeft 7 pijlen vast (zoals beschreven) — vanaf 1907[2]

Tak van Walram

[bewerken | brontekst bewerken]

Het wapen van de Roomse koning van 1292 tot 1298

[bewerken | brontekst bewerken]

Het wapen van Nassau-Saarbrücken van 1381 tot 1572

[bewerken | brontekst bewerken]

Na het uitsterven van de graven van Mehrenberg in 1328 werden hun bezittingen verenigd met het graafschap Nassau. In 1381 werd het belangrijke graafschap Saarbrücken door huwelijk verkregen. Dit graafschap was voortaan de belangrijkste bezitting van de graven.

Het wapen van Nassau-Saarbrücken van 1572 tot 1656

[bewerken | brontekst bewerken]

De successie van de graven van Meurs-Saarwerden verliep niet soepel. Deze graven waren afkomstig uit een zijtak van de graven van Meurs en waren niet in het bezit van het graafschap. De opname van het wapen van Mörs had dan ook geen staatkundige betekenis. Het graafschap Saarwerden werd aanvankelijk ingelijfd door het het hertogdom Lotharingen, maar uiteindelijk in 1629 aan Nassau-Weilburg overgedragen. De heerlijkheid Lahr-Mahlberg, die ook deel uitmaakten van deze erfenis, kwam slechts gedeeltelijk aan Nassau: Mahlberg kwam aan het markgraafschap Baden en Lahr aan Nassau.

Het wapen van Nassau-Saarbrücken van 1656 tot 1806

[bewerken | brontekst bewerken]

De verandering van het wapen werd niet veroorzaakt door nieuwe aanwinsten. Het wapen van Mehrenberg werd voor 1572 al eerder gevoerd en het graafschap Weilnau was al in 1405 gekocht. De graven van Weilnau waren verwant met de graven van Diez en dat komt tot uiting in hun wapens. Weilnau voert het wapen van Diez met verwisselde kleuren.

Het wapen van de hertog van Dillingen

[bewerken | brontekst bewerken]

Vorst Lodewijk van Nassau-Saarbrücken was na de dood van zijn eerste vrouw getrouwd met een hofdame, Katharina Kest. Zij voerde sinds 1784 de titel rijksgravin van Ottweiler. In 1789 kocht Lodewijk voor haar de heerlijkheid Dillingen. Lodewijk XVI verhief de heerlijkheid op zijn verzoek tot hertogdom, waarna Margaretha de Franse titel hertogin van Dillingen ging voeren. Ook de kinderen uit deze verbintenis voerden de titel hertog of hertogin van Dillingen.

Het wapen van het hertogdom Nassau (1806-1866)

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1797 werd de linker Rijnoever bij Frankrijk ingelijfd, waardoor de graafschappen Saarbrücken en Saarwerden verloren gingen. Deze velden verdwenen dus uit het wapen. In 1799 werd het graafschap Sayn-Hachenburg geërfd, waarna de bijbehorende titels en wapens werden ingevoerd: graaf van Sayn, graaf van Wittgenstein, heer van Homburg en heer van Freusberg. Wittgenstein en Homburg bleven echter in het bezit van de graven van Sayn-Witgenstein. In 1803 veranderde de samenstelling van het gebied door de Reichsdeputationshauptschluss ingrijpend. De heerlijkheid Lahr werd afgestaan aan het keurvorstendom Baden en het gebied werd uitgebreid met delen van de voormalige keurvorstendommen Trier, Palts en Keulen. Er werden titels en wapens bij bedacht: heer van Limburg en burggraaf van Hammerstein voor gebieden die van het keurvorstendom Trier afkomstig waren. Het graafschap Königstein was afkomstig van het keurvorstendom Mainz. Bij de vorming van de Rijnbond in 1806 werd de vorst van Nassau tot hertog verheven en de gebieden en wapens van de verdreven prins van Oranje werden toegevoegd: de graafschappen Katzenelnbogen en Diez. Het Congres van Wenen veranderde weinig aan de samenstelling. De gebieden van de prins van Oranje werden teruggegeven, maar later toch weer voor een deel bij Nassau gevoegd in ruil voor het groothertogdom Luxemburg. Na de oorlog van 1866 werd het hertogdom Nassau bij het koninkrijk Pruisen ingelijfd.

Groothertogdom Luxemburg van 1815 tot 1890

[bewerken | brontekst bewerken]

Groothertogdom Luxemburg van 1890 tot 1898

[bewerken | brontekst bewerken]

Groothertogdom Luxemburg vanaf 1898

[bewerken | brontekst bewerken]

Nadat de tak van Otto in 1890 met koning Willem III in mannelijke lijn was uitgestorven, werd de voormalige hertog van Nassau groothertog van Luxemburg. Het wapen dat ze gingen voeren greep terug op de wapens van voor 1789. Volledig nieuw is het wapen van het graafschap Vianden, dat gedurende lange tijd door de tak van Otto was gevoerd. Vanaf 29 juli 1898 tot 2000 waren wapens in gebruik waarin het eerste kwartier Nassau was. Op 23 februari 2001 werd een wijziging ingevoerd. Het eerste kwartier nu met Luxemburg, de rechtse schildhouder kreeg een extra staart en Luxemburgse vlaggen, het grote wapen geheel nieuw, zonder de kwartieren van Sayn, Diez, Weilnau enz.[3]

Verwijzingen naar de armen hieronder kan gevonden worden op de verwijzing in de voetnoot.[4]

Wapen van Nassau-Dillenburg van 1420

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1420 erfde de graven van Nassau het graafschap Vianden. Hoewel dit graafschap niet zelfstandig was, maar deel uitmaakte van het hertogdom Luxemburg, waren titel en wapen van belang. Het wapen was gelijk aan dat van het hertogdom Neder-Lotharingen, dat door de hertogen van Brabant werd gevoerd.

Wapen van Nassau-Dillenburg van 1493

[bewerken | brontekst bewerken]

Na het uitsterven van de graven van Diez trad er een langdurige erfstrijd op, waarin Nassau een deel van het graafschap wist te verwerven. Ook de landgraven van Hessen namen Diez in hun wapen op. Uiteindelijk blijft Nassau in het bezit van een deel van het graafschap, terwijl het andere deel aan het keurvorstendom Trier valt.

Wapen van Nassau-Dillenburg van 1559

[bewerken | brontekst bewerken]

In de Katzenelnbogische Successieoorlog die uitbreekt na het uitsterven van de graven van Katzenelnbogen in 1479 en die decennialang voortduurt leed Nassau een gevoelig verlies. Het graafschap kwam geheel toe aan het landgraafschap Hessen. Nassau kreeg slechts het recht om de titel en het wapen te voeren.

Wapen van Oranje-Nassau van 1530

[bewerken | brontekst bewerken]

René van Nassau-Breda erfde in 1530 van zijn moeder Claudia van Chalon het prinsdom Oranje. Het wapen dat de prinsen van Oranje hebben gevoerd bestond uit de velden voor Oranje, Chalon en Genève. Het wapen van René bevatte ook de wapens van Bretagne en Luxemburg.

Wapen van Oranje-Nassau van 1581

[bewerken | brontekst bewerken]

Willem van Oranje volgde zijn neef in 1544 op. Het wapen van Oranje-Nassau veranderde tijdens zijn regering enkele malen. In 1548 huwde hij Anna van Buren, die haar vader in 1548 was opgevolgd als gravin. Door dit huwelijk werd Willem ook graaf van Buren. In 1581 verkreeg Willem het markizaat Veere en Vlissingen. Voor deze twee aanwinsten werd het wapen uitgebreid met kleine veldjes.

Alles bij elkaar is het wapen van Willem van Oranje als volgt opgebouwd.

Wapen van Oranje-Nassau van 1584

[bewerken | brontekst bewerken]

Na de dood van Willem I in 1584 werd hij opgevolgd in het prinsdom door zijn zoon Philips Willem. Deze voerde het wapen zonder de schilden voor Buren en Veere.

Wapen van Oranje-Nassau van 1618

[bewerken | brontekst bewerken]

Philips Willem werd opgevolgd door zijn halfbroer Maurits. Deze voerde een wapen met dezelfde opzet als dat van Rene van Nassau-Breda. Hij voerde als nieuw veld het wapen van het graafschap Mörs, dat hij in 1600 had verworven. In het hart plaatste hij het wapen van zijn moeder: hertogdom Saksen. Als eerste Oranje was Maurits Ridder in de Orde van de Kousenband, hij legde de kousenband dan ook rond zijn wapenschild.

Wapen van Oranje-Nassau van 1625

[bewerken | brontekst bewerken]

Dit is een van de vormen die prins Frederik-Hendrik voerde. De volgorde van Maurits kwam ook voor. Ook deze prins voerde in het hart van zijn wapen het schild van zijn moeder: familie Coligny.

Wapen van Oranje-Nassau van 1647

[bewerken | brontekst bewerken]

Willem II voerde een wapen dat sterk leek op dat van zijn grootvader Willem I. Het schildje van Veere was echter vervangen door dat van het graafschap Mörs.

Wapen van Oranje-Nassau van 1689 tot 1702

[bewerken | brontekst bewerken]

Stadhouder Willem III voerde nadat hij koning van Engeland en Schotland was geworden een combinatie van de Engelse wapens en de wapens van Oranje-Nassau.

Wapen van Oranje-Nassau van 1702 tot 1806

[bewerken | brontekst bewerken]

Met de dood van Willem III was het huis Oranje-Nassau uitgestorven. De erfenis ging deels naar de koning van Pruisen en deels naar de vorsten van Nassau-Diez. Het wapen wat zij gingen voeren was een vereenvoudiging van het wapen van 1647.

Wapen van Nassau-Siegen (1646)

[bewerken | brontekst bewerken]

Door het huwelijk in 1646 van Hendrik van Nassau-Siegen met Maria Magdalena van Limburg-Stirum kwam de heerlijkheid Wisch binnen de evangelische tak van het huis Nassau-Siegen. Vervolgens werd het complete wapen van Limburg-Stirum opgenomen in het wapen van Nassau-Siegen. Wisch vererfde al via hun dochter weer uit de familie. Nassau-Siegen stierf uit in 1734.

Wapen van Nassau-Siegen (1664)

[bewerken | brontekst bewerken]

George Frederik van Nassau-Siegen, een oudere broer van Hendrik, was sinds 1664 prins van Nassau-Siegen, graaf van Katzenelnbogen, Vianden en Diez en baron van Beilstein.

Wapen van Nassau-Dillenburg-Schaumburg (1653-1676)[5]

[bewerken | brontekst bewerken]

Door het huwelijk van Adolf van Nassau-Dillenburg met Elizabeth Charlotte Melander, de dochter van de veldmaarschalk, ontstond er een zijtak van Nassau-Dillenburg. Het graafschap was gecreëerd voor de veldmaarschalk en de wapens waren nieuw ontworpen. In een van de velden houdt de leeuw een maarschalksstaf. De tak stierf direct weer uit, het graafschap kwam door hun dochter aan een zijtak van Anhalt-Bernburg: Anhalt-Bernburg-Schaumburg.

Wapen van Nassau-Diez van 1636

[bewerken | brontekst bewerken]

De graaf van Nassau-Diez erfde in 1631 het rijksgraafschap Spiegelberg en kocht in 1636 de baronie Liesveld. De toevoeging van deze wapens onderscheidde de graven van Nassau-Diez van die van Nassau-Siegen, Nassau-Dillenburg en Nassau-Hadamar en Nassau-Beilstein.

Wapen van Nassau-Diez van 1640

[bewerken | brontekst bewerken]

Na 1640 werd als hartschild het wapen van de Duitse Orde gevoerd.

Wapen van Nassau-Fulda (1803-1806)

[bewerken | brontekst bewerken]

In de Reichsdeputationshauptschluss van 1803 kreeg de prins van Oranje als schadeloosstelling voor de verloren gebieden in de Nederlanden de voormalige prinsbisdommen Fulda en Corvey, de voormalige rijksstad Dortmund en het voormalige abdijvorstendom Weingarten. De prins van Oranje wenste ze uit principiële redenen niet te accepteren, maar zijn zoon de erfprins wel. Hierdoor ontstond de situatie dat Willem V het vorstendom Nassau regeerde en zijn zoon, de latere koning Willem I, het vorstendom Fulda. Na de dood van Willem V in april 1806 zouden in principe de vorstendommen Fulda en Nassau onder één vorst komen, maar reeds in juli 1806 wordt Nassau door Franse troepen bezet, waarna zowel Nassau als Fulda verloren gaan. Na de Franse nederlagen van 1813 vindt er een restauratie plaats van het vorstendom Nassau-Oranje. Omdat de Oranjes in Nederland worden hersteld, wordt het vorstendom Fulda niet hersteld.

Wapen van Nassau 1559-1631

[bewerken | brontekst bewerken]

Justinus van Nassau (1559 - Leiden, 1631) was het enige buitenechtelijke kind van Willem van Oranje; zijn moeder was Willems vriendin Eva Elincx.

Wapen van Nassau-Zuylestein 1624-1830

[bewerken | brontekst bewerken]

Wapen van Nassau-LaLecq 1632-1759

[bewerken | brontekst bewerken]

Willem Adriaan I van Nassau-Odijk Graaf van Nassau en heer van Odijk (in naam, nooit mee beleend) en van Kortgene 1670-1705, heer van Zeist 1677-1705, heer van Blikkenburg 1687-1705 ook wel genoemd Spillebeen (Den Haag, ca. 1632 - Den Haag, 21 september 1705) was de zoon van Lodewijk van Nassau-Beverweerd en Isabella gravin van Hornes.

Wapen van het koninkrijk Engeland, Ierland en Schotland (1689-1694)

[bewerken | brontekst bewerken]

Wapen van het koninkrijk Engeland en Ierland (1694-1702)

[bewerken | brontekst bewerken]

Wapen van het soeverein vorstendom der Nederlanden (1813-1815)

[bewerken | brontekst bewerken]

Toen Willem van Oranje in 1813 tot soeverein vorst der Nederlanden werd uitgeroepen, ging hij een wapen voeren dat gebaseerd was op het wapen van de oude republiek der Nederlanden: de leeuw met de pijlenbundel. Nadat het Congres van Wenen in 1815 het nieuwe vorstendom had verenigd met België tot een verenigd koninkrijk, werd ook het huidige Nederlandse wapen ingevoerd.

Wapen van de koning der Nederlanden (1815-1907)

[bewerken | brontekst bewerken]

Wapen van de Prins van Oranje een Erfprins van Oranje (1815-1907)

[bewerken | brontekst bewerken]

Wapen van de koning(in) der Nederlanden (1907-)

[bewerken | brontekst bewerken]

Koningin-Regentes Emma Prinses van Waldeck en Pyrmont

[bewerken | brontekst bewerken]

Wapen van Hendrik van Mecklenburg-Schwerin en Wilhelmina

[bewerken | brontekst bewerken]

Wapen van Juliana der Nederlanden

[bewerken | brontekst bewerken]

Wapen van Bernhard van Lippe-Biesterfeld

[bewerken | brontekst bewerken]

Wapen van Beatrix der Nederlanden

[bewerken | brontekst bewerken]

Na zijn huwelijk in 2005 is Prins Friso geen lid meer van het Koninklijk Huis en geen Prins der Nederlanden meer. Hiervoor zijn ook zijn wapen en zijn familienaam aangepast. Zie voor beiden de pagina Van Oranje-Nassau van Amsberg.

Wapen van Claus van Amsberg

[bewerken | brontekst bewerken]

Wapen van Irene van Lippe-Biesterfeld

[bewerken | brontekst bewerken]

Wapen van Margriet der Nederlanden

[bewerken | brontekst bewerken]

Wapen van Willem-Alexander der Nederlanden

[bewerken | brontekst bewerken]

Wapenschilden welke de titels toont van het Staatshoofd, Huis van Oranje Nassau. In de Nieuwe Kerk te Amsterdam.

  1. a b c d e f Von Hefner, O.T. (1857) Siebmacher's Wappenbuch. Nürnberg: Verlag von Bauer und Raspe. Zie de digitale versie op books.google.de
  2. a b c d e f g h i j k l m n o Dek, Dr.A.W.E. (1970) Genealogie van het vorstenhuis Nassau. Zaltbommel: Europese Bibliotheek.
  3. Armoiries, via: monarchie.lu
  4. Rietstap, Johannes Baptist (1861). Armorial général, contenant la description des armoiries des familles nobles et patriciennes de l'Europe: précédé d'un dictionnaire des termes du blason. G.B. van Goor, p.746.
  5. Hermann Adrian Guenther von Goeckingk "Geschichte des Nassauischen Wappens" Pagina 19: Gevierendeeld: I en IV; in rood een gouden leeuw, in de rechterklauw een gouden staf vasthoudend; II en III: in zilver een rode griffioen, in zijn rechterklauw een gouden kogel vasthoudend; hartschild: in blauw twee appeltwijgen in natuurlijke kleur met gouden vruchten, geplaatst onder een gouden kroon.
  6. Rietstap, Johannes Baptist (1875). Handboek der Wapenkunde. Theod. Bom, the Netherlands, pp.347-348 ""De PRINS VAN ORANJE Gevierendeeld: 1 en 4 het koninklijke wapen; 2 en 3 nogmaals gevierendeeld van rood met een gouden schuinbalk, en van goud met een blaauwen, rood-gesnoerden en beslagen jagthoorn, benevens een hartschildje op het snijpunt, beladen met vijf gouden vakken grenzende aan vier blaauewe. Overigens geheel als het koninklijke wapen.""
  7. Junius, J.H. (1894). Heraldiek. Frederik Muller, the Netherlands, p.151 ""In Nederland voert de PRINS VAN ORANJE het koninklijk wapen gekwartileerd met dat van ORANJE-CHALONS.""
  8. Rietstap, Johannes Baptist (1875). Handboek der Wapenkunde. Theod. Bom, the Netherlands, p.348 ""De ERFPRINS VAN ORANJE, casu quo: Gelijk de Prins van Oranje, met een rooden barensteel over de beide eerste kwartieren heen.""
  9. Junius, J.H. (1894). Heraldiek. Frederik Muller, the Netherlands, p.151 ""...behalve de erfprins die 's vaders wapen met een barensteel breekt. Bij ons vorstenhuis is die barenstell altijk van keel.""