De Italiaanse merken die stuk voor stuk Angelsaksische coureurs hadden aangetrokken om in de TT van Man en de Ulster Grand Prix te presteren, kwamen voorlopig van een koude kermis thuis. Ray Amm en Jack Brett waren met hun Norton Manx' de snelsten en alleen Reg Armstrong scoorde met de Gilera 500 4C een podiumplaats, maar zijn machine miste vermogen en in de laatste ronde moest hij ook nog zijn ketting opnieuw over de tandwielen leggen. De andere Gilera-rijders Geoff Duke en Dickie Dale haalden de finish niet, maar voor MV Agusta was het resultaat dramatisch toen Les Graham bij Bray Hill ten val kwam en overleed. Het team trok zich voor de rest van het seizoen terug, maar startte wel weer in de thuisrace, de GP des Nations.
De Junior TT werd een prooi voor Norton, met Ray Amm en Ken Kavanagh op de eerste twee plaatsen. De Italiaanse merken hadden nog geen interesse voor de 350cc-klasse getoond, maar nu finishte er één in de Junior TT: Fergus Anderson werd derde met de eerste versie van de Moto Guzzi Monocilindrica 350, nu nog een tot 317 cc opgeboorde Moto Guzzi Gambalunghino. Die machine zou in de loop van het jaar doorontwikkeld worden en Anderson de wereldtitel brengen. De Velocette KTT Mk VIII had haar tijd nu wel gehad: de eerste finisher was R.F. Walker op de 31e plaats, mede omdat Cecil Sandford uitviel. Les Graham startte met het eerste prototype van de MV Agusta 350 4C, maar viel uit. Door zijn latere overlijden en het terugtrekken van het team van MV Agusta zou die machine pas in 1954 weer aan de start komen. .
Nog steeds trok de Ultra-Lightweight TT (overigens omgedoopt tot Lightweight 125 cc TT) weinig rijders. Slechts 22 kwamen er aan de start en 12 haalden de eindstreep. Les Graham scoorde zijn eerste overwinning met de MV Agusta 125 Bialbero én zijn eerste overwinning op het eiland Man, bijna een minuut voor de heftig strijdende Werner Haas en Cecil Sandford, die met slechts 0,2 seconde verschil over de finish gingen. Mondial bleef puntloos, maar het had zich (tijdelijk) teruggetrokken uit het wereldkampioenschap. Archie Fenn werd met een Mondial 125 Monoalbero-productieracer zevende en Dickie Dale viel uit.
Richard Madsen-Mygdal nam in 1953 voor de enige keer deel aan de Isle of Man TT. Met een 1.000 cc Vincent reed hij met zijn kersverse bruid Stella achterop naar Man en met die motorfiets startte hij in de Clubmans 1000 cc TT. In die wedstrijd waren ook de 350cc-machines van de Clubmans Junior TT in de baan. Madsen-Mygdal deed het erg goed. Hij lag in zijn klasse aan de leiding met 40 seconden voorsprong en haalde de eerder gestarte 350cc-machines in. Toen hij een rijder bij Brandywell wilde inhalen week die naar rechts uit, precies naar de kant waar Madsen-Mygdal hem inhaalde. Die kon niet anders dan de berm in rijden. Hij bracht de rest van de TT én zijn wittebroodsweken in het ziekenhuis door vanwege een schedelbreuk. In het bed naast hem in Nobles Hospital in Douglas lag George Brown, die in de Senior TT gevallen was. Madsen-Mygdal's zoon David startte in 1982 voor het eerst in de Manx Grand Prix en in 2014 had hij al 123 starts in de Isle of Man TT en 31 starts in de Manx Grand Prix op zijn naam.
Bronnen, noten en/of referenties
Luigi & Gianna Rivola: De geschiedenis van de motorsport, oorsprong en ontwikkeling, 1993 Uitgeverij Uniepers b.v., Abcoude ISBN 90 6825 131 7